Deel 1 van het blijspel BARAK FAUNUS, van Paul Coppens en Guy Didelez

EERSTE BEDRIJF

De scène is schemerig verlicht. Adela (met reiskoffertje) en Pamela lachend op. Zien interieur, trekken meteen vieze grimas

ADELA Oei

PAMELA Een barak. Een échte.

ADELA Waar is die schakelaar hier?

PAMELA Er staat een lampeke op de toog.

ADELA (zet reiskoffertje neer, naar toog) Tiens, er ligt hier een briefke onder de lamp.

PAMELA Wat staat erop?

ADELA Ik kan 't niet lezen.

PAMELA Is 't Arabisch of wat?

ADELA Nee, te donker.

PAMELA Doe dan verdorie die lamp branden.

ADELA (knipt lamp aan, geen resultaat) Noppes.

PAMELA G'hebt misschien niet goed geknipt.

ADELA Doet gíj het dan. Knippen, da's ùw specialiteit. (probeert opnieuw)

PAMELA De lamp zit er misschien niet goed in.

Adela neemt lampekap van lamp, draait aan lamp. Luide knal. Adela krijgt schok. Andere lamp boven de toog springt aan.

ADELA Aaah!!!

PAMELA Voilà, ziet ge wel.

ADELA Zién? Nee, ik voél het. D'er is hier wel het één en ander door mijn lijf gegaan.

PAMELA (neemt briefje) Wat staat er nu eigenlijk op? (leest luidop) "Pas op, er zit ellentriek op die lamp".

ADELA En die zit nu in mijn arm.

PAMELA (lachend) Een verwittigde arm is er twee waard.

ADELA Jaja, lacht er maar mee.

Pamela laat zich lachend op een stoel vallen. Een poot breekt af. Pamela dondert op de grond. Adela lacht luid.
ADELA Gaat gij overal zo zitten?

PAMELA (kruipt moeizaam recht) Tiens, hier ligt ook een briefje. (raapt briefje op, leest:) "Pas op, deze stoel is niet stevig meer."

ADELA Een verwittigde derrière is er twee waard.

PAMELA Amai. Ik denk dat we dat hier best eerst eens grondig verkennen.

ADELA Voorzichtig hé. Godweet welke rampen hangen er ons nog allemaal boven het hoofd.
Adela en Pamela kijken gelijkertijd naar omhoog.

PAMELA Die plafond ziet er anders toch precies nog vrij goed uit.

ADELA Ah, hier is nog een schakelaar. (Knipt aan, alle lichten beginnen te branden)

PAMELA Zeg, zouden we niet beter die gordijnen openschuiven?

ADELA Niks slimmer dan een mens, maar hij moet leven.

Pamela geeft stevige ruk aan de gordijnen die vrij over de rails bewegen met het gevolg dat ze naar beneden donderen.

PAMELA 't Is niet waar hé.

ADELA 't Licht mag uit zeker? (Knipt licht uit)

PAMELA (vindt een briefje op vensterbank) Hier zie, nog een briefke. (Leest luidop) "Pas op, niet te hard aan de gordijnen trekken".

AD/PA (kijken mekaar aan, lachen, dan gelijkertijd) Een verwittigd getrek is er twee waard!

Tijdens volgende replieken proberen ze de gordijnen opnieuw op te hangen.

ADELA Waar zijn wij hier eigenlijk terecht gekomen?

PAMELA Dat komt ervan als ge een advertentie moet plaatsen om aan werk te geraken. Maar gij hebt tenminste beet. Ik ben er te oud voor.

ADELA Komaan hé zeg. Ge zijt nog maar 37.

PAMELA Maar gij hebt toch een antwoord van... hoe heet hij ook weer?
ADELA Olivier. Ik moest mij hier vandaag aanbieden, als dienster in 'Barak Faunus'. Hij heeft mij een percent op de omzet beloofd. En hier ben ik. Met mijn valieske. Een geluk dat ik hier kan inslapen. Dat ligt hier zo afgelegen, ver van de stad, aan de rand van een groot bos.

PAMELA Met andere woorden: ge zijt met uw gat in de boter gevallen.

ADELA Met mijn gat in een schroothoop zeker. Ik betrouwde dat van in 't begin al niet. Een brief met een sleutel in, dat is toch een louche zaak.

PAMELA En daarom moest ik meekomen.

ADELA Moment, ge hebt erom gevraagd door mij onder druk te zetten op die werkaanbieding in te gaan. En daarbij, zijn we vriendinnen of niet?

PAMELA Nu zijn we meer lotgenoten, als vluchtelingen, verdoken in een krot.

Plots wordt Adela opgeschrikt.

ADELA Sst! Hoort ge dat?

PAMELA Wat?

ADELA Hebt gij dan niks gehoord?

PAMELA Nee.

ADELA Ik heb een mannenstem gehoord. Hij murmelde.

PAMELA Wat zei hij?

ADELA 'k Heb het niet verstaan. 't Waren onduidelijke klanken. (Ze luisteren even) Nu hoor ik het niet meer.

PAMELA We zullen hier eens rondkijken. D'er zijn hier zoveel deuren. (Opent verschillende deuren) Hier is er een zaaltje. Hier een halletje met een trap naar boven. Daar een trap met een uitweg naar links en naar rechts. Dat is de deur naar de toileten, 't staat er trouwens op. En naast welke deur staat gij?

ADELA Hier staat op... 'euken'... De eerste letter is er af.

PAMELA Een 'K'... of een 'N'... Ziet eens.

ADELA Hoe? 't Is volledig weg.

PAMELA Ik bedoel: doe de deur open. Dan weet ge wat aan die 'euken' moet hangen. Staat er een bed, dan is 't een 'N', staat er een soepketel dan is 't een "K".

ADELA (doet angstig-voorzichtig deur open, kijkt naar binnen, slaakt een gil) Eek! Daar zit er ene! (Knalt de deur dicht)

PAMELA (bij Adela) Ene! Oud of jong?

ADELA Oud!

PAMELA Knap of lelijk?

ADELA Lelijk!

PAMELA Proper of vies?

ADELA Vies!

PAMELA Groot of klein?

ADELA 'k Weet het niet. Hij zit in een rolstoel.

PAMELA Hoe, in een rolstoel?

ADELA Ofwel heeft hij grote wielen aan zijn heupen.

Pamela zwaait nu de deur open, gaat binnen. Adela gaat bang aan de kant van de deur staan. Trekt grimas.

ADELA 'k Zou hem daar maar laten zitten als ik u was.

Pamela duwt vanuit de keuken een rolstoel binnen met een oudere onverzorgde man. Hij heeft een zak apennootjes in zijn hand.

ADELA Wie is die man?

PAMELA Vraag het hem.

ADELA Wie zijt gij?

NESTOR Schoon weer.

ADELA Wat doet die hier?

PAMELA Vraag het hem.

ADELA Wat doet gij hier?

NESTOR De vogelkes fluiten.

ADELA Wat doet hij in een rolstoel in de... "euken"...

PAMELA 't Is met een "K", 'k heb het al gezien.

ADELA Wat doet hij in de keuken?

PAMELA Vraag het hem.

ADELA Wat doet gij in de keuken?

NESTOR (neemt een apennootje) Lekker, heel lekker.

ADELA Is hij misschien Olivier, die mij heeft aangeworven?

PAMELA Vraag het hem.

ADELA Zijt gij soms Olivier?

NESTOR O...o....

ADELA OOOOlivier? Hebt gij mij die brief geschreven?

NESTOR O...o... olalala...

PAMELA Hij kalt raas. Zeg maar... ziet daar eens... in zijn hemdzakske. Daar steekt precies ook zo'n briefke.

ADELA 't Is toch geen serviette met zijne zever hé, want hier weet ge nooit.

PAMELA (neemt briefje, leest luidop) "Hello, dit is mijn vader. Hij heet Nestor. Ik heb hem maar in de keuken gezet in de hoop dat ge hem daar zoudt vinden. Hij is wat gaga, maar verder zult ge er geen last mee hebben. Het is zo'n beetje als met een papegaai; als ge er lief en vriendelijk voor zijt en hem op tijd en stond zijn apennootjes geeft, is hij best genietbaar. Om twee uur moet ge de barak opendoen en als het volk weg is, moogt ge sluiten. Trek uw plan maar. Zoals afgesproken is twintig procent van de ontvangsten voor u. Ik heb overal briefjes gelegd om u wat wegwijs te maken. Als ik tijd heb, spring ik wel eens binnen. Groetjes, Olivier. P.S. Elke avond zoudt ge pa zijn steenpuist efkes moeten uitknijpen, anders heeft hij er te veel last van!"

NESTOR Steenpuist uitknijpen. Met uw mollige vingerkes. Ploef!

De twee dames staan perplex.

ADELA Maar enfin zeg, zoiets kan toch niet? In wat voor een vreemde situatie zijn we nu terechtgekomen? Dat is hier niet pluis.

NESTOR Pluis? Neeneen... puist!

ADELA Zie, ik krijg daar al vapeurkes van.

NESTOR Loopt ge nu al heet? Amai, gij zijt gene diesel.

ADELA Ik moet iets hebben om te drinken. Geef mij iets te drinken.

NESTOR 'k Zal u iets ànders geven. Eigen makelij.

PAMELA (achter de toog) En wat mag het zijn?

ADELA 't Is eender wat. (Mee achter de toog)

NESTOR Eender wat? Kom dan maar op mijne schoot.

PAMELA 't Eerste 't beste dat ik kan vinden dus. En de winnaar is... (trekt koelkast open) ...melk! (Neemt een karton melk uit de koelkast)

ADELA Melk?!!

PAMELA Gezegd is gezegd. (neemt glas, schenkt in)

NESTOR Ik heb yoghurt.

PAMELA Alstublieft, vapeurke. (Geeft Adela glas melk, knikt terwijl naar Nestor) Zeg die zit hier de hele tijd te zeveren.

ADELA (bekijkt glas) Bon, melk dan maar. Zitten vitaminen in. En we zullen die nodig hebben.

PAMELA (bekijkt de doos) Tiens, hier achteraan die doos hangt ook een papierke. (Leest) "pas op, die melk is..." Wat staat daar nu?

ADELA (voelt glas) Koud genoeg in elk geval. (Zet glas aan haar lippen)

PAMELA (leest moeizaam) "znnr... Ah! Zùùr...

Precies op dit moment drinkt Adela een flinke slok van haar melk. Ze spuugt het nu vol walging in het wasbakje achter de toog uit.

ADELA (kwaad) Nu is 't genoeg!

PAMELA Ge zijt nu toch niet helemààl van uw melk?

ADELA De maat is vol! Wie laat er nu zure melk in de koelkast staan?! Ik blijf hier niet! (Gaat naar haar valiesje)

PAMELA Maar Adela, dat kunt ge toch niet doen!? Nu dat ge eindelijk werk gevonden hebt, gaat ge u dat toch niet zomaar uit de handen laten schieten zeker? Twintig procent op de omzet is niet niks!

ADELA Ik heb er mijn buik van vol!

NESTOR Zal ík eens voor een volle buik zorgen?

PAMELA En g'hebt er niet eens van gedronken!

ADELA Ge weet heel goed wat ik wil zeggen.

PAMELA Komaan, kijkt eerst eens goed en rustig rond.

ADELA Dat is hier een rotkot.

PAMELA Een vervallen kantine, dat wel ja. Maar stelt u voor dat dat hier overvol zit. En de mensen moeten zich zelfs in alle bochten wringen om aan de toog te geraken, om iets te kunnen bestellen. En ziet ge die prijslijst daar hangen? Kijkt maar, vijftig frank voor een pintje.

ADELA Hoeveel is 't voor een glas melk?

PAMELA Chocomelk, ook vijftig.

ADELA Plus hospitalisatiekosten.

PAMELA Nu ook niet overdrijven hé. En kijk eens naar de papa van uwen baas, den Nestor... in zijn rolstoel... heeft die niet iets schattigs?

NESTOR Schattig hé schat.

ADELA (heeft nog eens goed rondgekeken) Veel volk? Hier? Kijk eens hoe vervallen alles erbij staat.

PAMELA Dat ligt hier vlakbij een wandelweg, vergeet dat niet. En d'er is wat verder ook een grote visvijver.

ADELA Dat is nog geen garantie dat dat zaakske hier zal draaien. Als ik op een hele dag vijf pintjes verkoop, mag ik misschien al content zijn. En dan heb ik op de kop vijftig frank verdiend. Niks van, Pamela! Ik ga! (Met haar valiesje naar de buitendeur toe)

Op dat moment gaat die deur open. Er komt een man binnen. Hij heeft een vislijn bij zich.

EGBERT Hallo, dames... ik ben Egbert. Ah, onze goeien ouwe Nestor. (Krabt Nestor eens onder zijn kin, gaat aan de toog zitten) Een trappist graag.

PAMELA Een trappist! Dat is... (rent achter de toog, bekijkt de prijslijst, komt vlug bij Adela, fluistert) ...80 frank, daar 20 procent van, dat is.... euh... 16 frank! Allee vooruit, 't is ùwe klant. De mijne niet.

ADELA Maar...

PAMELA Zestien ballen... da's 't begin van een groot fortuin.

NESTOR Fortuinlijke ballen.

ADELA (gooit koffertje terug neer) Oké, eentje dan! (Achter de toog)

EGBERT Een dónkere.

PAMELA (komt vlug achter de toog weer naar de prijslijst zien) Een donkere... dat kost meer zeker? Ah ja, de kosten van die donkerte.... (ziet het, ontgoocheld) Oei, 't kost evenveel.

EGBERT Zijn jullie hier nieuw?

ADELA (terwijl ze uitschenkt) Efkes.

PAMELA Héél nieuw! En gij?

EGBERT Dus nieuw en benièwd.

PAMELA Ikke? Nee-e, bijlange niet. Zijt ge van deze streek?

EGBERT Ik woon aan de vijver.

PAMELA Aan de vijver?

EGBERT Ah ja, daar staan toch vakantiehuizekes.

PAMELA Vankantiehuizekes? Adela, hoort ge dat? Da's hier een bungalowpark! (Tot Egbert) Dus, gij kent dat hier zo een beetje?

EGBERT Dat mag ik wel zeggen, ja.

PAMELA Kent gij dan de baas hiervan? Een zekere Olivier?

ADELA En waarom laat hij zijn vader hier zomaar alleen achter?

NESTOR Om hem bij de maskes te laten.

ADELA En waarom ziet deze chalet er zo onderkomen uit?

PAMELA Rustig, Adela, rustig. Niet alles tegelijk. (Tot Egbert) Awel?

EGBERT Luistert, dames, dit is dus "De Faunus".

ADELA Baràk Faunus, ja!

EGBERT Faunus, dat was de veld- en bosgod. En vroeger was dat hier een heel schone cottage, waar heel wat klanten over de vloer kwamen. Dat was hier zelfs een goudmijn.

PAMELA (nog meer geïnteresseerd) Een goudmijn?

EGBERT De Faunus was in handen van een zekere Olivier, een geslaagde en gewiekste zakenman, die heel wat horecazaken in zijn bezit had. De zaken gingen voor Olivier eigenlijk té goed, zodat hij het zich kon permitteren de Faunus te verwaarlozen. In plaats van zélf voor zijn zaak te zorgen, vertrouwde hij ze toe aan een gerant terwijl hij er zelf keer op keer in zijn dure wagens met zijn zoveelste verovering op uit trok. Maar die gerant was een echte ramp. Hij verwaarloosde de zaak, snauwde de klanten voortdurend af en liet de hele zaak verkommeren zodat er op de duur haast geen klanten kwamen. Toen hield die gerant het voor bekeken, gaf aan Olivier zijn ontslag en stapte op. Kan ik nog een trappist, alstublieft?

PAMELA Nóg ene!? Hoort ge dat, Angela... weer zestien frank!

EGBERT Maar blijkbaar is Olivier nu van plan zijn zaak nieuw leven in te blazen, Een vieze, zure vent vervangen door twee vriendelijke, knappe vrouwen. Het kon slechter.

PAMELA Hela, pas op, geen twéé vrouwen, maar één. Adela is door Olivier aangeworven, ik niet.

ADELA Ja, en mijn aanwerving is maar van korte duur. Deze trappist is echt de laatste. Als die uit is, zet ik die papegaai (wijst naar Nestor) terug in zijn keuken en ben ik er ook mee weg.

NESTOR Samen met mij.

EGBERT Dom. Echt dom. De Faunus was vroeger een zaak die goed liep. Met wat energie zou alles zeker terug heel goed beginnen draaien.

PAMELA 't Is eigenlijk waar hé Adela. Ge zoudt zot moeten zijn om deze goudmijn de rug toe te keren.

ADELA Nee, nee, nee, niks van! Ik blijf hier 's nachts niet alleen met die apennootjes krakende seniel! Geen haar op mijn hoofd dat daaraan denkt.

EGBERT Maar ge moet gij hier toch niet alleen blijven. Uw vriendin kan ook blijven. Boven is het groot genoeg. Er zijn wel tien kamers. En als de zaak opnieuw begint te draaien, zult ge nog blij zijn dat ge met uw tweetjes zijt. Ge zult nog handen tekort hebben, let op mijn woorden.

PAMELA Jaja, allemaal goed en wel... maar kan dat zomaar? Olivier heeft alleen Adela aangeworven.

EGBERT Olivier zal er geen bezwaar tegen hebben wanneer er twee vrouwen achter de toog staan in plaats van één. Wat kan hem dat nu schelen?

ADELA (tot Pamela) Ja, als gij ook blijft is het natuurlijk iets anders.

PAMELA Maar vindt gij het dan niet erg dat uw inkomen dan ook meteen gehalveerd wordt?

ADELA Nee, ik vind dat niet erg. Daar zijn we toch boezemvriendinnen voor.

NESTOR (wat onrustig) Boezems?

EGBERT 't Is zeker het proberen waard, let op mijn woorden.

ADELA (twijfelt) Maar... deze barak hier is nu ook niet bepaald de plaats waar ik mijn hele leven wil werken. Zelfs al slaag ik erin de Faunus terug op te knappen, dan nog voel ik er niet veel voor mijn dagen te slijten in zo'n veredelde frituur.

EGBERT In dat geval moet ge de Faunus uitbouwen tot een standingvol rendez-vous-hotel! Als rijke zakenmannen en hun secretaressen hier in dit romantische oord hun week-endjes komen doorbrengen komt er precies het slag volk naartoe dat jullie op het oog hebben.

ADELA (kan haar oren niet geloven) Een rendez-vous-hotel?!

PAMELA Dat is precies de plaats waar wij elkaar hebben leren kennen.

EGBERT (zet grote ogen op) Ah zo... Jullie zijn dan....misschien een koppel...

ADELA Gij denkt toch niet dat we lesbisch zijn?

EGBERT Wel... euh...

NESTOR Ik zal ze wel op andere gedachten brengen.

PAMELA Neen, 't zit hem anders ineen.

EGBERT (bevestigend) Toch... ànders...

PAMELA Niet de ànders die gij bedoelt.

ADELA Luistert, zo'n jaar of tien geleden waren we, zonder dat we dat van elkaar wisten, allebei verliefd op dezelfde man. Een echte flierefluiter, maar dat was iets dat we pas achteraf te weten kwamen. Hij had met ons allebei een afspraak gemaakt in een romantisch rendez-vous hotelletje in de Ardennen.

PAMELA Iets wat hij trouwens met al zijn liefjes deed.

ADELA Maar dat wisten we natuurlijk toen nog niet.

PAMELA Maar omdat onze namen zo op elkaar leken...

ADELA Pamela en Adela...

PAMELA ... had hij een vergissing gemaakt en ons in zijn agenda allebei voor hetzelfde week-end geboekt.

ADELA En wanneer ik daar met "mijne" Werner smoorverliefd binnenkwam...

PAMELA ...zat ik al op hem te wachten.

ADELA Een geweldige scène natuurlijk, toen alles aan het licht kwam.

PAMELA En de Werner kon inpakken.

ADELA Vanaf toen werden wij boezemvriendinnen.

NESTOR Boezems...

EGBERT Wel, dan zijn jullie prima geschikt voor de Faunus.

PAMELA (rondkijkend) Nu, als ik er zo eens over nadenk...

ADELA Niet doen, niet denken.

PAMELA Zo een rendez-vous-hotel...dat zou niet mis zijn. Het heeft een romantische ligging, bij dat bos en wat verderop de vijver. 't Ligt ver van de stad. En wij zouden natuurlijk veel kunnen verdienen.

ADELA Jamaar, zou Olivier daar wel akkoord mee gaan?

EGBERT Die is hier al in jaren niet meer binnen geweest.

PAMELA En die hoeft niet te weten dat we kamers verhuren... kamers... om... te kameren...

NESTOR (likkebaardend) Jamjam...

EGBERT Ge zoudt in ieder geval een flinke winst opstrijken.

ADELA (komt nu wat dichter bij Egbert) In feite, hé ventje, hebt gij nog goei ideeën zenne.

EGBERT Wel, hoe zit het? Doet ge het? Of doet ge het niét? D'er moet niet alleen over gepalaverd worden, d'er moet ook iets gedààn worden.

PAMELA Dus: actie! We doen het?

ADELA Pamela...

PAMELA Adela, zeg jà!

ADELA Jamaar...

PAMELA Voilà, g'hebt ja gezegd. En gezegd is gezegd. We gaan dat hier veranderen.

EGBERT En advertenties in gazetten en boekskes zetten om klanten te lokken.

ADELA Wéér een wreed goed gedacht.

PAMELA We zullen serieus onze handen uit de mouwen moeten steken, maar dat gaan we er met veel plezier bijpakken.

ADELA Daar moet op gedronken worden.

EGBERT Champagne. Vroeger stond daar altijd champagne.

ADELA Oh ja? (Komt achter de toog, zoekt eronder, vindt fles) Ah jà! Hier! (Haalt fles champagne boven)

NESTOR Ikke meeslurpen.

PAMELA Nestorke, gij moét meedrinken, jongen. (Achter toog, neemt er glazen)

ADELA (merkt briefje dat op de fles hangt) Hola, er hangt een briefke aan.

PAMELA (zet de glazen klaar) Wat staat er op?

ADELA (leest) "Pas op, er staat heel wat druk op de kurk"

PAMELA Eindelijk een boodschap die we wèl op tijd hebben gevonden.

ADELA Dan trekken we die fles beter niét af. Ik wil hier binnen niet nog méér brokken.

PAMELA Daar is een oplossing voor. (neemt de fles en gaat ermee naar de buitendeur, opent ze. Houdt de fles buiten, terwijl ze zélf binnenblijft. Ontkurkt de fles, een knal weerklinkt) Voilà. (Komt meteen binnen met de fles)

We horen meteen buiten een onderdukte onverstaanbare kreet. Ze kijken allen naar de deur. Een boom van een vrouw komt in de deuropening staan. Ze heeft laarzen aan. Heeft een dikke kaak.

NONA (met vervormde murmelende stem) Wie heeft er dat stuk hout mijn smoel ingekegeld?

EGBERT Ah, wie we dààr hebben. Nona. (Tot de anderen) Dat is onze boswachtster.

NONA (murmelt) Dat stuk hout zit nu opzij gekneld tussen twee tanden op een plaats waar dat er een tand uit is.

ADELA Oei, eskuseer, madam.

NESTOR Dan hebt ge nu een nieuwe tand hé.

EGBERT (tot Adela en Pamela) Pas op met haar.

NESTOR Da's een beer van een wijf.

NONA (murmelt) Nu zit ik hier met die houten spie in mijn smoel.

PAMELA Da's geen spie, madam, da's een kurk van een champagnefles.

NONA Die moet eruit en rap!

EGBERT Direct dan! (Tot Adela en Pamela) Pas op, haar wil is wet.

ADELA Vooruit!

Adela en Pamela komen bij Nona. Adela houdt achteraan Nona's hoofd vast terwijl Pamela Nona's mond opentrekt.

EGBERT Uw smoel wat verder open, Nona, dat madam haar hand d'er volledig in kan. Da's voor u niet moeilijk.

PAMELA Die kurk zit keivast.

Nona staat nu te murmelen.

ADELA We moeten de tandarts bellen.

EGBERT Geeft ons nu eerst maar onze champagne!

PAMELA Ja, dat eerst.

Adela en Pamela komen naar de toog. Nona blijft murmelend met open mond staan, probeert nu zelf de kurk van tussen haar tanden te krijgen. Adela schenkt de glazen in.

PAMELA (toast) Op onze nieuwe zaak.

ADELA Op Barak Faunus!

Ze drinken, terwijl Nona zich nog steeds in alle bochten wringt om de kurk eruit te krijgen.
Ondertussen:

DOEK


TWEEDE BEDRIJF

Een week later. De Faunus is al gedeeltelijk opgesmukt. Er staat inmiddels al een muziekinstallatie waarop romantische muziek loopt en er staan enkele schemerlampjes die een romantisch licht verspreiden. Mogelijkerwijze zijn er nog enkele goedkope kitcherige spulletjes die een romantische sfeer in de hand kunnen werken.
Terwijl Nestor in zijn rolstoel zit en het ene apennootje na het andere oppeuzelt zonder er rekening mee te houden dat de pellen van de nootjes op de grond vallen, zijn Adela en Pamela bezig de Faunus nog verder op te smukken. Ze leggen tafelkleedjes op de tafels en plaatsen er kaarsen op.

ADELA Zeg, die Egbert is sindsdien niet meer opgedoken hé.

PAMELA En Nona, de houthakster ook niet meer.

ADELA Eerlijk gezegd... ik vind het wel jammer van die Egbert.

PAMELA Hola, wat krijgen we nu? Hebt ge een oogske op hem?

ADELA Ach, gij zijt direct weer jaloers.

PAMELA Da's niet waar. Maar 't zou misschien toch een goei partij zijn.

ADELA Ja, daar zijt gij ook ferm op zoek naar hé, naar een goei partij. Dat was trouwens wel de reden waarom ge zo vlug akkoord waart om hier een rendez-vous-huis te beginnen.

De deur gaat open. Nona komt binnen. Ze heeft laarzen aan Ze gooit zich op een barkruk bij de toog.

NONA Een trippel.

ADELA (komt achter de toog, is er niet gerust in) En... euh...Hoe is 't ermee, Nona? We hebben u hier de hele week niet meer gezien.

PAMELA Is die affaire met de kurk nu helemaal in orde gekomen?

ADELA We hebben er al een hele week moeten aan denken. (Moet lachen) Eigenlijk wel belachelijk hé.

NONA Ik ben nog niet eerder kunnen komen. Teveel werk in 't bos.

PAMELA Loslopende bomen of wat.

NONA Rondvliegende kurken. En zo'n kurk heeft mij een bom duiten gekost.

ADELA (gemaakt overdreven ongelovig) 't Is niet waar!

NONA Die tandarts heeft er flink zijn werk aan gehad om mij te ontkurken. En die mannen werken niet voor niks. En nog iets: die hele toestand heeft mij een dag werkverlet gekost. En 't ergste van al: 'k heb in drie dagen niet kunnen roken. (Neemt een sigarendoos uit haar zak, diept er een sigaar uit op, stopt die in haar mond)

PAMELA En nu gaat ge uw schade inhalen zo te zien.

NONA Van schade gesproken... hier zie... (diept uit haar andere zak een aantal papieren op)

ADELA Wat is dat?

NONA Mijn rekeningen. In totaal 17.219 frank.

PAMELA Wat moeten wij daarmee?

NONA Gij gaat die rekeningskes betalen, schattekes.

PAMELA Hoe?

NONA Cash. Nu. Op staande poot.

ADELA Maar waarom?

NONA Waarom? Omdat dat uw schuld is, tiens... dààrom. Dat stopsel is door jullie schuld in mijn smoel geknald.

PAMELA Jamaar...

NONA En ge moet er de grondwet niet bijhalen, want d'er is nergens een wet die mij verbiedt met mijn smoel open op mijne velo te zitten.

ADELA (is er niet goed van) 17.219 frank? Maar dat kunnen wij niet betalen! (Opent de geldkassa) Hier zie... er zit nog juist 37,5 frank in.

PAMELA Ja, dat is alles wat we op dit ogenblik in kas hebben.

NONA En ik moet dat geloven? Niet met mij hé... niet met mij.

ADELA Maar 't is écht. We hebben geïnvesteerd in de herinrichting van dat kot hier.

PAMELA Euh... beste Nona... moet ge dat echt nú op die staande poot hebben? Kunt ge niet efkes wachten?

NONA Hoelang?

PAMELA Niet zo wreed lang meer.

ADELA Huhum...

PAMELA D'er komt namelijk schot in de zaak. De eerste reacties op onze advertentie van dit rendez-vous-huis zijn binnen.

ADELA Deze middag al komen de eerste twee koppeltjes. Voor het hele weekend. (Voorzichtig) En daarom... zouden.. wij willen... vragen...

PAMELA (kordaat) Uitstel van betaling en daarmee basta.

NONA Ik denk er niet aan.

ADELA (in paniek) Jamaar... dan zijn we al failliet nog voor we begonnen zijn... en dan de deurwaarders... en de slechte naam... en we zullen in de goot eindigen... slapen onder een brug...

PAMELA Kalm Adela, kalm, zover zal 't wel niet komen.

NONA 't Ziet er toch zo naar uit, zenne.

PAMELA Kan ik u eens onder vier ogen spreken, Nona? Als ge mij wilt volgen? (Neemt Nona bij de arm en duwt haar richting vergaderzaaltje)

NONA Jamaar da's niet volgen hé... ge duwt er mij hals over kop naartoe.

NESTOR Daar moet ik bij zijn.

PAMELA (draait zich om) Als gij nog éne centimeter verderrijdt dan zet ik uw banden plat.

NESTOR En mijn pomp is kapot.

Pamela en Nona af vergaderzaaltje, de deur blijft echter op een kier staan. Nestor haast er zich naartoe en begint te luistervinken.

ADELA Ah neen, niet zitten luistervinken.

Adela komt vanachter haar toog en wil richting deur vergaderzaal gaan als op dat moment een man binnenkomt. Hij ziet er een echte sul uit. Is ouderwets gekleed. Heeft een versleten reiskoffertje in de hand.

MAURICE Goeiendag en hallo.

ADELA (houdt zich in) Hola.

MAURICE (kijkt angstig naar buiten) Goed... goed,goed, goed... de kust is goed.

ADELA (vergeet de deur vergaderzaal) Meneer...

MAURICE Ik ben Maurice... (kijkt nogmaals om naar de buitendeur) Kan die deur niet op slot?

ADELA Pardon?

MAURICE Vast. Op slot met zo een sleutel... snapt ge? Of vergrendeld met zo een grendel... snapt ge? Of gebarricadeerd met zo een barricade... snapt ge?

ADELA Er moeten hier wel nog àndere klanten binnen kunnen ook hé meneer.

MAURICE (schichtig) En hij daar? (Dicht bij Adela, fluistert opgewonden) Da's toch geen vermomde privé-detectief?

ADELA Nee, zeker niet. De ouwe woont hier. En hij is ongevaarlijk.

MAURICE Goed... goed, goed, goed... dan is 't goed. (Kijkt rond) Dit is dus de Faunus?

ADELA Is dat goed?

MAURICE Goed... goed, goed, goed...

ADELA Jà dus. (Achter de toog) En nu dat 't goedgekeurd is: wat zal 't zijn?

MAURICE Nog een vraagske, madam... Is dat hier wel veilig?

ADELA Als ge op tijd de briefkes vindt.

MAURICE En discreet?

ADELA Het is hier zo discreet dat niemand u in discrediet kan brengen.

MAURICE Goed... goed, goed, goed... dan heb ik goede moed.

ADELA Allee vooruit, wat zal 't dan zijn? Als 't is voor die moed dan raad ik u een dubbele whisky aan.

MAURICE Een enkel plat waterke, alstublieft.

ADELA Ah... ja... zoals ge wilt... (zoekt in de koelkast naar fles water)

MAURICE (buigt zich wat over de toog, wenkt haar met vingerbeweging) Pissst...

ADELA Komt direct.

MAURICE Pissst...

ADELA (schenkt glas water in) Meneer... straks moet ik nog...

MAURICE Ik wil u wat zeggen... in vertrouwen...

ADELA Ah bon... (geeft hem het glas)

MAURICE Gij kunt toch zwijgen?

ADELA Dat moet wel in deze branche. (Zet fles weer in koelkast)

MAURICE Goed... goed, goed, goed...

ADELA Ik luister. Wat dat kan ik ook goed.

MAURICE Ik ben al tweeëntwintig jaar getrouwd.

ADELA Proficiat.

MAURICE Mijn vrouw heeft een kuiscomplex.

ADELA Ze is dus heel kuis.

MAURICE Ja... euh... dat ook. Maar in al die jaren heb ik haar niet één keer bedrogen.

ADELA Gij weet niet wat ge mist.

MAURICE Juist daarom.

ADELA Wàt daarom?

MAURICE Om niet langer meer te missen wat ik gemist heb, want ik was mis om zoiets al die tijd te missen.

ADELA Gij gaat zeker veel naar de mis?

MAURICE Die mis ik nooit.

ADELA Dacht ik al.

MAURICE Maar nu heb ik schrik.

ADELA Dat ge een mis gaat missen?

MAURICE Nee, dat ik een miss ga missen.

ADELA (zet grote ogen op, neemt glas water, ruikt eraan) G'hebt nochtans nog niet van uw plat waterke gedronken.

MAURICE Ik heb nu schrik dat het leven aan mij zal voorbij glijden zonder dat ik het in al zijn facetten heb leren kennen. (Drinkt) En daarom heb ik ingegrepen. Mijn vrouw, Gusta is met de vrouwengilde voor een weekend op reis. En ik heb voor het eerst de beslissing genomen om mij in het avontuur te storten.

ADELA Een overlevingstocht hier in het bos. Hebt ge uw kompas mee?

MAURICE (fier) 'k Zit met een blinde daad.

ADELA Een blinde daad?

MAURICE (borst vooruit) Wat denkt ge daarvan?

ADELA Ge bedoelt dat ge zónder kompas het bos intrekt.

MAURICE Nee... met een vrouw...

ADELA Een vrouw... Op overlevingstocht...

MAURICE Op overGèvingstocht. (borst vooruit) Ik ga mij aan die onbekende vroùw overgeven, madam. (Drinkt als een pseudo Don Juan van zijn waterke)

ADELA Oh... ge bedoelt... g'hebt hier een afspraak?

MAURICE Een blinde daad... Si!

ADELA Nu snap ik het. Awel ja, ge zijt daarvoor aan 't goei adres hier.

MAURICE (met veel gestes) Si... si, si, si....

ADELA We hebben verschillende kamers, meneer.

MAURICE Eén is genoeg.

ADELA Ik bedoel: ge hebt er met uitzicht op het bos...

MAURICE (hoort haar niet, voor zich uit starend, dromend) Ik hoop dat ze een lieve, zachte vrouw is. Ik ben immers ook zacht en lief. (Komt dan plots tot de werkelijkheid) Ze is hier toch nog niet? Anoushka heet ze.

ADELA Nee, hier is nog geen Anouska gearriveerd.

MAURICE Goed... goed, goed, goed... ik hou ervan de eerste te zijn. (Kijkt dan plots weer schichtig om naar de deur) Ik hoop alleen maar dat mij hier niemand ziet die mij kent. (Kijkt dan Adela aan) Ik zal mij maar beter direct terugtrekken in mijn kamer.

ADELA (neemt sleutel uit een kastje) In orde... kamer A 2. Als ge mij wilt volgen.

MAURICE Neenee, ik zal wel alléén gaan. Ik vind de weg wel. Kamer A2 zegt ge.

ADELA Die deur daar, dan komt ge in een halletje, trap op en tweede deur links.

MAURICE Goed... goed, goed, goed... Als ge mij alleen maar wilt verwittigen als Anoushka hier is?

ADELA Zal ik zeker doen.

MAURICE Goed... goed, goed, goed... (neemt zijn koffertje en gaat af via deur hal)

ADELA (blaast, stijl "wat is dat voor iets") Amai...

Adela gaat de voordeur openzetten. Nona en Pamela op vanuit vergaderzaaltje.

ADELA (meteen bij Pamela) En? Hoe is 't afgelopen? Hebt ge haar kunnen overtuigen om uitstel van betaling te krijgen?

PAMELA Ik heb er nog niet kunnen over praten. Ik hoorde dat er iemand was binnengekomen en vond het daarom beter maar even te zwijgen. De muren in deze barak zijn immers erg dun en 't zou best kunnen dat die man aan de toog ons gesprek had kunnen volgen.

ADELA Hoe moet het nu verder met die betaling?

PAMELA Ja, hoe zit het nu eigenlijk, Nona, gaat g'er nu mee akkoord dat ge nog efkes op uw centen wacht of niet?

NONA Wat denkt gij wel? Ik wil mijn centen nù hebben.

Ondertussen is Nestor tot bij de open voordeur gereden, kijkt naar buiten.

NESTOR 'k Weet niet of ge 't weet, hier staat een dode boom vlak voor de barak. Dat zal hier nogal kraken, als ge haar centen niet geeft en als ze dan bomen gaat omhakken die toevallig naar de verkeerde kant vallen.

PAMELA Zeg alstublieft hé, brengt gij haar maar op een idee, ja!

NONA Tja, die boom moet een dezer dagen toch uit, zenne.

PAMELA Ziedet.

NESTOR Ja, ik ziet 't al gebeuren... krak... boem... patat... plat...

NONA Er is nog een mogelijkheid. Ik kon er niks aan doen, maar ik heb dat gesprek tussen u (doelt Adela) en die Maurice natuurlijk ook gevolgd.

NESTOR Natuurlijk.

ADELA De muren zijn hier inderdaad precies van karton.

NONA ...En ik moet zeggen, zo'n vent als die Maurice dat maakt mij helemaal week van binnen. Zo zacht, zo volgzaam, zo mak, zo gedwee...

PAMELA Ik voel u al aankomen.

ADELA Ik ook. Maar die Maurice is helemaal het tegenoverstelde van wat gij zélf zijt, Nona.

NONA Dat is het 'm juist.

ADELA En gij hebt die Maurice niet eens gezien.

NONA Maar wel gehoord. En ik weet nu al pertinent zeker dat ik helemaal wild zal worden op het ogenblik dat ik in zijn ogen zal kijken. Want, om eerlijk te zijn, ik ben al lang op zoek naar de ware geliefde. Maar in het bos zijn er nu eenmaal alleen maar bomen en beesten. En aangezien die man hier toch voor een blinde daad gekomen is, en eigenlijk helemaal niet weet wie hij zal ontmoeten, doet er zich hier een prima gelegenheid voor: jullie moeten Maurice vertellen dat ik Anoushka ben. En in ruil voor dat leugentje laat ik de schadeclaim betreffende mijn beschadigde eetkamer vallen.

PAMELA Dat vind ik nu eens een schitterend voorstel. Het beste wat ik in jaren al heb gehoord.

ADELA Maar als dit ooit uitlekt, kunnen we onze barak wel sluiten.

PAMELA Dat kàn niet uitlekken en dat zàl niet uitlekken. Nestor, houdt uw lek dicht hé.

NESTOR Lekker...

PAMELA En daarbij, een schuldkwijting van 17.219 is niet niks en wij zijn dan toch ook niet onze klant kwijt. Als Maurice denkt dat Nona Anoushka is zal hij met hààr het week-end willen doorbrengen en dat is alleen maar in ons voordeel. Want zoals Nona kan eten en drinken (ondertussen kapt Nona haar trappist naar binnen) zal die vent beslist een gepeperde rekening krijgen. Het enige wat we wel moeten doen is straks aan de echte Anoushka vertellen dat we van Maurice een bericht hebben gekregen dat hij dit week-end niet kan komen en klaar is kees.

ADELA Goed... we doen het.

NONA Da's zéker dat we 't doen.

PAMELA Maar, Nona, het is wel best dat ge u eerst nog een tijdje op de achtergrond houdt tot de échte Anoushka is weggestuurd.

NONA Mij verstoppen dat ligt niet in mijn aard.

PAMELA Zo zal niemand argwaan krijgen.

NONA Maar ik krijg het ervan op mijn heupen. En hebt ge die al goed bekeken? (Draait zich wat naar Pamela toe)

PAMELA Welke kamer hebt ge aan Maurice gegeven?

ADELA Kamer A 2.

PAMELA (neemt sleutel) Hier, verbergt gij u dan in kamer B 5. Dat is aan de andere kant. (Geeft de sleutel) Het trapke op, rechts.

NONA Allee, vooruit dan met de geit. (Af trap en naar rechts)

ADELA Zie, Pamela, ik vind toch dat gij eigenlijk op uwe kop zijt gevallen. We kunnen zo een bosberin toch onmogelijk koppelen aan een sullig ventje als Maurice! Grote kans dat die er een infarct of zo aan overhoudt.

PAMELA Tuttuttut... 't is nu te laat om terug te krabbelen.

ADELA Ah natuurlijk, nadat gij het vuurtje hebt aangestookt. Nona zal zich nu niet snel meer laten verjagen.

NESTOR Jullie twee hebben er een aardig slagske van weg om te kibbelen.

PAMELA Uw nootjes zijn op zeker?

NESTOR Jà... en 'k weet waar er een nieuwe zak ligt. (Af keuken)

Er komt een vrouw binnen. Het is Gusta. Ook zij ziet er sullig, ouderwets en wereldvreemd uit. Heeft ook een versleten reiskoffertje mee.

ADELA (tot Pamela die de vrouw niet heeft opgemerkt) Huhum...

PAMELA (ziet nu de vrouw, meteen brede glimlach, onmiddellijk bij haar) Ah, mevrouwtje, komt u binnen, komt u binnen. Welkom in Barak Faunus. U bent Anoushka, nietwaar.

GUSTA Euh... madam...

PAMELA Ik heb u wel iets heel naars mede te delen...

GUSTA Madam...

PAMELA Ik ben Pamela en dit is Adela...

GUSTA Madam Pamela...

PAMELA Ik zal maar direct met de deur in huis vallen...

GUSTA Ik zou dat ook graag willen doen...

PAMELA Anoushka, er is een telefoontje binnengekomen...

ADELA 't Spel gaat niet door. Ik bedoel...

GUSTA Maar... ik ben niet...

PAMELA ... van plan om zomaar weg te gaan, dat kan wel zijn, maar..

ADELA Na dat telefoontje hebben we andere klanten aanvaard...

PAMELA Juist. En alle kamers zijn ondertussen bezet, Anoushka...

GUSTA (in een plotse opwelling) Ik ben Gusta! Gusta! Gusta! Gùstaaa! (Houdt plots op, schrikt van zichzelf, kijkt gegeneerd naar de anderen die er met grote geschrokken ogen bijstaan, voegt er stilletjes aan toe) ...en niét Anoushka...

ADELA Oh... euh... ekskuseer...

PAMELA Gusta? Dus niet Anoushka.

ADELA Ja, dat heeft ze nu toch duidelijk gezegd zeker.

PAMELA En hoe komt gij hier terecht, Gusta?

GUSTA (wat gegeneerd) Ik heb een afspraak... met een man... via internet... (neemt haar zakdoek, begint wat stof af te kuisen)

ADELA Wat doet gij nu?

GUSTA D'er lag wat stof. (Verwijdert nu een denkbeeldig pluisje)

PAMELA Dus gij hebt hier met iemand afgesproken?

GUSTA Ja... ik... euh... ik heb mijne vent thuis wijsgemaakt dat ik met de vrouwengilde een heel week-end op reis ben. Maar da's niet waar, ziet ge. Ik ben 22 jaar getrouwd met Maurice...

ADELA Maurice?

PAMELA Maurice?

GUSTA Niet van de chocolat hé... maar Maurice van Van Broekenslaghoven, zoon van Amedee Van Broekenslaghoven en Louisa van Kerrekes van Somerskontegem.

PAMELA Amai, een mond vol.

GUSTA Van achter 't hoekske.

PAMELA Dat ook nog.

GUSTA Ik zie mijn Mauriceke wel heel graag zenne, maar... allee, ik wou wel eens weten hoe groen het gras aan de overkant is. En ik was op internet aan het chatten geraakt met een boeiende man die ik nog nooit eerder tegengekomen ben. En die man had mij een boodschap doorgeseind om mij hier in de Faunus te ontmoeten en dan zouden wij hier een week-end blijven. En... euh... awel ja, ik ben toch wel op dat voorstel ingegaan zeker.

PAMELA Een boeiende man? Kent ge zijn naam? Dan kan ik kijken of hij gereserveerd heeft.

ADELA (trekt aan arm van Pamela, fluistert) D'er heeft nog juistekes nièmand gereserveerd.

PAMELA Dat weet ik wel, maar dat staat chiquer.

GUSTA We kennen elkaar alleen onder onze code-namen. Ik liet mij "Tutter" noemen.

ADELA Tutter.

GUSTA En hij "Frut"

ADELA Frut.

PAMELA Tutterfrut dus. Ja, ge past bijeen.

ADELA Nee, hier is nog niemand gearriveerd onder die naam.

GUSTA Ja, ik ben wel wat aan de vroege kant. Oh... euh... ik ga eerst efkes eens naar 't WC. (Af met koffertje via deur toilet)

ADELA Pamela, dat is de Gusta van onze Maurice!

PAMELA En die heeft een afspraak met ene Anoushka!

ADELA Maar we hebben Anoushka vervangen door Nona!

PAMELA Zie, dat komt ervan hé.... van die blinde daden.

ADELA Pamela, dit kan echt niet. Ik vind dat we alles eerlijk moeten opbiechten.

PAMELA Weet gij wel goed wat ge zegt?

ADELA Pamela, hier hangt een reukske aan.

PAMELA En ik ruik geld.

ADELA Dat is een hele bedoening die zeker tot een ontploffing zal leiden.

PAMELA Dit week-end zullen de briefkes uit de lucht komen vallen.

ADELA Maar Maurice en Gusta zijn man en vrouw.

PAMELA Wij moeten er alleen voor zorgen dat die twee elkaar nooit ontmoeten. Zo simpel is het.

ADELA Simpel, jaja.

PAMELA Om te beginnen moet die Gusta hier direct weg als ze van de koer komt, want Maurice kan ieder moment binnenduiken.

ADELA Awel zie voilà, daar begint het al.

Op dat moment komt Maurice binnen via deur hal. Blijft in de deuropening staan.

MAURICE Ik kwam efkes zien of mijn Anoushka nog niet gearriveerd is.

ADELA Dat het al begint!

Op dat moment komt ook Gusta binnnen vanuit deur toilet.

GUSTA Zo...

PAMELA (hals over kop bij Gusta) Neen!

ADELA (in alle staten) 't Is al volop bézig!

PAMELA (neemt Gusta bij de arm) Komt eens zien hoe proper dat zaaltje wel is.

GUSTA Hein?

PAMELA En hoe hygiënisch. (Duwt Gusta zaaltje binnen, blijft tegen de deur aanleunen)

MAURICE Wie was dat? (Wil verder binnenkomen)

ADELA (hals over kop bij Maurice) Een... een... een...leverancier...

MAURICE Van wat?

ADELA Van... van... van leveringen! En uw Anoushka is er nog niet. Wacht dus nog efkes op uw kamer. (Duwt Maurice hals over kop weer vanwaar hij komt, blijft nu op haar beurt tegen deur leunen) En nu?

PAMELA (opent deur zaalje, grijpt Gusta die nog aan deur stond bij de arm en sleurt haar weer naar binnen) En madam Gusta? Is dat nu geen schoon zaaltje?

GUSTA Is mijne Frut nog niet gearriveerd?

PAMELA (kijkt rond) Ziet gij hier dan een Frut, Tutter?

GUSTA (kijkt rond) Nee.

PAMELA Dan zijn we momenteel nog frutloos.

GUSTA Goed, dan wacht ik hier. Ik kan misschien ondertussen een aperitiefke drinken.

PAMELA (naar de toog) Awel ja, ik zal dan maar direct een lopende rekening openen.

ADELA Néén! (Komt haastig van de deur weg, houdt die wel nog in de gaten) Dat mag niet!

PAMELA Hoe dat mag niet?

ADELA Kent gij dan de regels niet? (Doet teken: "zie dat Maurice terugkomt")

GUSTA Zijn er hier regels?

PAMELA (snapt het nu) Règels! Ah ja... règels!!! Oei, madam Gusta, 't is hier een regelrechte regelregen!

ADELA (vlug bij Gusta) En één van die regels is dat de bezoekers zich eerst moeten opfrissen, pas dàn kunnen ze een aperitiefke drinken.

PAMELA Ja, da's juist! Zo is het! (Neemt een sleutel) Kamer B 4. (Geeft Gusta de sleutel) Alstublieft.

GUSTA Maar ik voel mij fris genoeg.

PAMELA Gij misschien wel maar niet uw schoenen.

GUSTA Wat is daarmee?

PAMELA Ziet eens welk een slijkspoor ge achterlaat.

GUSTA (kijkt naar de grond, verbouwereerd) Maar... dat... is niet van mij.

ADELA En gij die anders zo een propere zijt.

GUSTA Da's niet van mij. Dat kàn niet. Kijk maar... (heft haar voet op om haar schoenzool te laten zien)

AD/PA (tegelijk, overdreven, met grimassen) Bweikes!

GUSTA (die uiteraard haar schoenzool zelf niet ziet) Dan tóch van mij? En de andere? (Toont andere schoenzool)

AD/PA Bweikes!

PAMELA Vooruit naar boven! Kamer B 4 heeft een douche. Smijt er u direct onder met schoenen en al. Trapje op en naar links. (Duwt Gusta af, trapje op en dan links)

Uit de keuken komt Nestor opgereden.

NESTOR Wat hoor ik? Bweikes van hier en bweikes van ginder? Wie heeft er in zijn broek gedaan?

ADELA Niemand. En gij hiér. (Rolt de rolstoel achteraan in een hoek)

NESTOR Wat ik heb nu weer misdaan dat ik in de hoek moet zitten?

PAMELA Geen vragen en smoel toe!

NESTOR Zie, zoiets dat werkt op mijn systeem.

ADELA Van ónze systemen nog gezwegen.

NESTOR En daar krijg ik jeuk van. (Begint zich in alle bochten te wringen)

Op dat moment komt Nona op via trap, rechts.

NONA Hoe zit het? Hebt ge die Anoushka nu al wandelen gestuurd?

ADELA (nerveus nu) Nee, dat hebben we niet.

NONA Waarom niet?

PAMELA Omdat ze hier nog niet is, tiens. Alles op zijn tijd hé zeg.

ADELA Ja, en gaat gij nog wat in uw kamer wachten. (Duwt nu Nona met zachte dwang de trap op - af rechts) En nu moet ik efkes Maurice nog weghouden. (Naar deur hal)

PAMELA Ik zal die Gusta ook nog wat haar regels leren kennen. (Af trap, links)

NESTOR (wringt zich nog zich in alle bochten) En ik zit hier ondertussen schonekes met een jeukaanval.

Er komt een zwaar gemaquilleerde en diep gedecolleteerde vrouw binnen. Het is Anoushka. Nestor ziet haar en slaat onmiddellijk tilt.

NESTOR Hoho...

ANOUSHKA (kijkt verbaasd naar Nestor) Dit is toch Barak Faunus?

NESTOR (begint de zielepoot uit te hangen, met zaagtoon) Jaaa...mijn engelke...

ANOUSHKA Barak Faunus het rendez-vous-huis?

NESTOR Mijn engelke... dat ge moest weten hoe ik naar u verlang.

ANOUSHKA Gij laat er ook geen gras over groeien.

NESTOR Om mij te krabben...

ANOUSHKA Pardon?

NESTOR Ik heb jeuk... overal... en op sommige plaatsen ietske meer... Kom hier, ik zal u tonen waar ik het liefste heb... ik bedoel... waar mijn jeuk het meest jeukt.

ANOUSHKA (bij hem) Meneer maar...

NESTOR OOOh... alstublieft... ik hou het niet meer uit.

ANOUSHKA Wààr jeukt het dan?

NESTOR Awel... (houdt handen op zijn kruis)

ANOUSHKA (onmiddellijk) Ah neen, niks van! Ik wil u alleen efkes krabben op uwe rug.

NESTOR Maar daar kriebelt het niet...

ANOUSHKA Nu is 't al krièbelen in plaats van jeuken! Hier zie... (krabt wat op zijn rug)

Op dat moment komen Adela en Pamela binnen. Adela vanuit deur hal, Pamela van trap, links

PAMELA Hela, hela, houdt daar eens mee op hé zeg! Als er over Nestor zijn rug moet gewreven worden, dan zal ík dat wel doen. Trouwens, wie zijt gij?

ANOUSHKA Anoushka Bruggen.

PA / AD Anoushka!

NESTOR (doelt Anoushka) Zij krabt veel beter. Surtout als ze zich wat bukt.

ANOUSHKA Ik heb hier een afspraak met een zekere Maurice.

ADELA Maurice! Wel... euh...

PAMELA Die komt niet.

ANOUSHKA Hoe?

ADELA Ja, ik weet niet hoé hij ging komen...

PAMELA Niet met zijn velo. Niet met zijn auto.

ADELA En ook niet op zijn brommerke.

PAMELA Kortom: hij komt niét. Dus, ge zult hem hier niet zien.

ADELA Hij heeft daarjuist gebeld. Hij zegt dat hij in panne staat.

ANOUSHKA Met wat? Met zijn velo, zijn auto of zijn brommerke.

PAMELA Met alles.

ADELA En van zijn rolschaatsen zijn zijn wielkes af.

ANOUSHKA Komt hij dan morgen? Dan duurt ons week-end maar twee dagen, maar enfin soit.

PAMELA Toch niet, hij staat voor het héle week-end in panne.

ADELA 't Is een lange, grote, ferme serieuze panne... van drie dagen.

PAMELA Zo zei hij tenminste aan de telefoon.

ADELA Ja, 't zijn geen pannes meer als vroeger.

ANOUSHKA Maar wat moet ik hier dan een heel week-end doen?

NESTOR Mij krabben en scharten en wrijven.

ADELA Het is beter dat ge direct weer naar huis gaat.

PAMELA Hier is nu toch niks te rapen voor u.

NESTOR Maar wel iets te krabben.

ANOUSHKA Niks te doen? Een heel week-end níks? Nu ja, eigenlijk is dat zo slecht nog niet. Dat is zelfs prima.

PAMELA Hoe prima?

ANOUSHKA (neemt Adela en Pamela terzijde) Om eerlijk te zijn ben ik wel een beetje opgelucht dat Maurice niet komt. Het is vele maanden geleden dat ik nog eens een week-endje voor mij alleen heb gehad. Ge moet weten... mijn job is... mannen... snapt ge?

PAMELA Gij zijt zo een beetje een callgirl.

ANOUSHKA Niet zo een béétje.... helemààl.

ADELA Bwah, da's een beroep gelijk een ander.

ANOUSHKA Ik pik mannen op via blind date-advertenties en na een weekendje krijg ik ze wel zo ver dat ze hun portemonnee voor mij openen. Maar nu kan ik eens lekker niksen. En dat is hier is wel een geschikte plaats daarvoor. Ik kan bekomen door een wandeling in het bos.

NESTOR Neemt ge mij mee?

ANOUSHKA Ik blijf dus hier.

ADELA Nee, dat kan niet.

PAMELA Nee... dat... dat is hier niks voor u.

ADELA Zeker niet om uit te rusten.

ANOUSHKA Waarom niet?

PAMELA 't Zit hier vol... ongedierte...

ADELA Bèèstig ongedierte... slakken en kevers... en... rupsen...

NESTOR Krabben.

PAMELA (roept geprikkeld) Die zitten aan de zee, stommeling!

NESTOR Ik zeg dat ik wil gekrabd worden.

PAMELA (bij Nestor, begint overdreven zijn rug te krabben) Ziet g'het... hij heeft er ook last van...

ANOUSHKA Maar hij blijft toch hier.

PAMELA Voor hem is het toch al te laat. Die beesten zijn bij hem niet meer weg te slaan.

ADELA En ze niet meer af te schrobben ook.

PAMELA Pas op.... die beesten kruipen overàl in hé... in uw decolleté ook...

ANOUSHKA Dan ga ik die beesten wel te lijf. Ik ben dat gewoon: lijf-aan-lijf-gevechten met beesten. En kan ik nu een Aperitief Maison krijgen alstublieft?

ADELA Ap... Apé... ri... tief...

PAMELA (bij Anoushka, neemt haar bij de arm, wil haar naar de buitendeur meetronen) Die is niet te drinken, onze Aperitief Maison.

ADELA (overdrijft) Néé... want die is slecht! Slécht! Ge gaat ervan kotsen! Uw darmen zullen binnenste buiten keren... en uwe lever zal rammelen langs alle kanten... ge zult uitslag krijgen... zweren en pukkels... en rotte plekken... dat allemaal van onze Aperitief Maison.

ANOUSHKA Hebt ge dan àndere aperitief?

PAMELA Neen, alleen Maison... omdat alleen dààr vraag naar is.

ANOUSHKA Ook al is die zo slecht?

ADELA Bweik! Slècht!

PAMELA Ach mens, vandaag de dag letten de mensen niet meer op hun gezondheid. Maar ù willen we dat niet aandoen. Neem het gerust van mij aan, Anoushka, hier zult ge nooit tot rust komen.

ADELA En ons eten is niet te fretten. En onze fret is niet te eten! Bweikes! Slecht! Slècht!!!

ANOUSHKA Goed, ik blijf dan niet voor het week-end. Maar ik blijf wel deze avond. Ik heb geen zin om nu de hele weg terug te rijden. Eén dag zal dan ook de zaak niet maken. Krijg ik een kamer?

ADELA Maar onze kamers zijn slecht! Slècht!!! En ze stinken! Echte koeienstallen. Met vochtige muren vol schimmels. Het behangpapier komt van de zoldering en de kalk ook. De ramen zijn vermolmd en de ruiten zijn al zo versleten dat g'er door ziet.

PAMELA 't Zal nu wel al gaan zeker, Adela.

ADELA 'k Wil alleen maar zeggen dat onze kamers niet te kameren zijn.

PAMELA Goed. Als ge er zelf om vraagt... (neemt een sleutel)

ADELA En als ge persé in uw ongeluk wilt lopen... en vergiftigd worden... en overbeten...

PAMELA Dat 't nu al zal gààn, Adela! (Tot Anoushka) Hier, kamer B 8... da's de trap op en ge slaat links af.

ANOUSHKA Dank u. (Neemt sleutel aan) En maak mij maar al zo'n fameuze Aperitief Maison. (Af trap links)

ADELA Zeg niet dat ik het niet geprobeerd heb.

PAMELA Ja, ge hebt zo hard overdreven dat ze er geen snars van geloofde en dat ze meteen in de gaten kreeg dat we haar kwijt wilden. Natuurlijk heeft dat dan een averechts effect.

ADELA Wat nu?

PAMELA Ja, vraag mij het maar.

Via de buitendeur komt Werner op. Een echte playboy.

WERNER Hay, girls!

Adela en Pamela kijken om en blijven perplex staan als ze hem zien.

ADELA Werner? Gij hier?

PAMELA Gij hier? Werner?

WERNER Adela? En Pamela? Jullie hier?

PAMELA (meteen kwade blik) Loopt gij hier dan nóg altijd rond op deze bol?!

ADELA (kwaad) Hoeveel vrouwen hebt ge na ons ondertussen al het hoofd op hol gebracht?

PAMELA En hen dan laten vallen als een baksteen?

WERNER Howhowhow, meiskes, niet zoveel vragen ineens hé.

PAMELA Gij zijt dus blijkbaar nog altijd een vaste bezoeker van rendez-vous-hotellekes?

WERNER Nee... euh... dit is eerder toevallig.

ADELA Toevallig? Zoals ge toevallig met mij ook naar zo een hotelletje zijt geweest?

PAMELA En ook met mij? Toevallig?

ADELA Maar toevallig hadt ge twéé afspraken tegelijk in uw agenda staan... Eentje met Adela...

PAMELA En eentje met Pamela.

ADELA Waardoor we toevàllig tegen elkaar botsten in dat hotel.

PAMELA Sindsdien zijn wij toevàllig bevàllige vriendinnen geworden, meneer Werner.

ADELA Plezier dat we hadden, toen wij u dumpten... meneer Werner...

WERNER Enfin zeg, gaat ge hier mijn hele leven blootleggen?

PAMELA Gij zijt anders zélf sterk in het bloot líggen.

WERNER Jullie zijn hier toch ook in dit rendez-vous-hotel?

ADELA En daar is de deur, meneer Werner! Hier komt gij niet in.

WERNER Wat hebt gij daaraan te zeggen?

PAMELA Wij werken hier.

WERNER Ah zo? Jullie werken hier als...

ADELA 't Is niet wat ge denkt. Wij bestellen alleen maar. Wij zorgen voor het eten en het drinken.

PAMELA (kijkt schalks naar Adela) En slècht dat dat is!

ADELA Dus, ik herhaal, meneer Werner... daar is de deur.

WERNER Ik ben hier als klant, jà! En als ge het wilt weten - trouwens dat komt ge toch te weten als ge hier werkt -... ik heb hier een afspraak. Een vrouw die ik via Internet heb leren kennen. Haar codenaam is Tutter.

Adela en Pamela kijken elkaar eerst verwonderd aan, proesten het dan uit.

WERNER Jaja, ik weet het... Tutter klinkt misschien belachelijk... vooral voor mijn aard... Maar ik ben in ieder geval niet van plan om mijn weekendje omwille van twee ex-lieven te laten vergallen! Oké? Dus behandel mij maar zoals ge iédere klant behandelt! Begrepen?

PAMELA (plots poeslief) Maar dat zullen we zéker, Wernerke, dat zullen we zéker. En natuurlijk sturen wij u niet weg, ventje. Geen sprake van.

ADELA (hoogstverwonderd) Wat krijgen we nu?

PAMELA (lief) Zoiets zou toch onmenselijk zijn. Daarbij, we moeten zakelijk denken.

WERNER Dat denk ik ook.

PAMELA Wat in het verleden gebeurd is, is gebeurd.

WERNER Heel juist.

PAMELA Dat mag helemaal geen effect hebben op wat er nù gebeurt.

WERNER Zo mag ik het horen.

PAMELA Uwen 'Tutter' is hier al.

WERNER Oh ja?

ADELA Pamela... ge...

PAMELA Ik ga ze direct halen. Ge ziet, ik behandel u als iédere klant. (Af trap, rechts)

WERNER Pamela gebruikt tenminste haar verstand.

ADELA Pamela is stekezot. Ze zou uw beter een ferme trap in uw... euh... internet gegeven hebben.

WERNER Gij hebt het mij dus nog altijd niet vergeven?

ADELA Ge moest u schamen! Hoeveel vrouwen hebt gij in de loop der jaren al niet in het ongeluk gestort? Hé?

WERNER Ik ben eens benieuwd hoe mijn "Tutter" er zal uitzien. Zeg mij... lieve Adela... is ze slank of mollig? Roodharig of zwartharig? Heeft ze blauwe ogen of bruine?

Nona op via trap rechts. Pamela volgt haar.

PAMELA Dat is hem nu, zie!

NONA Wauw!!! (Als een tijger) Grrr!!! Kom hier, mijne lover!

Werner staat er verbouwereerd bij. Nona stort zich op hem!

WERNER Hé! Ho! Wacht!

NONA Niks te wachten! Grrr!

ADELA (neemt Pamela terzijde) Zeg, wat doet gij nu?

PAMELA Ik heb tegen Nona gezegd dat Werner haar uitverkorene is. Dit is onze wraak. We zullen die rokkenjager eens een week-endje bezorgen dat hij niet rap zal vergeten.

Adela en Pamela staan er lachend bij. Werner probeert onder de ruwe greep van een wilde Nona vandaan te komen. Ondertussen:

DOEK