HEKSENKETEL, verteltheater van Patrick Bernauw, naar het kinderboek van Guy Didelez

Voor publieke opvoeringen hebt u de toestemming nodig van de rechthebbenden (via contactformulier) en dienen de opvoeringsrechten betaald te worden aan Sabam (80 euro/opvoering).

Op het podium staan een koperen ketel met allerlei vieze ‘beestjes’ in en een driepikkel of een krukje.
Aan het woord is Helaba de Heks. Zij komt op met haar bezem in de hand en begint in de zaal of op het podium te vegen.

Hallo. Ik ben Helaba de Heks en ik zit nu al…

Telt af op haar vingers.

… één, twee, drie, vier, vijf, zes, zeven, acht, negen, tien, elf, twaalf, dertien jaar in de Heksenschool van het heksendorpje Beselare.
Straf hé?
Ik slaag er maar niet in te slagen voor mijn heksamens. Neenee, daar in Beselare hebben wij geen examens hé, daar hebben wij heksamens. Maar ik mag nooit overgaan naar het volgende jaar.
Straf hé?
Als ik een beetje mijn best doe…

Trekt een grimas.

… ben ik nochtans lelijk genoeg.

Trekt nog een lelijker grimas.

En ik doé mijn best.

Trekt nog een lelijker grimas.

Ik doe zelfs héél hard mijn best.

Kijkt sip naar de bezem.

Maar mijn vliegenproef wil nooit lukken. ‘k Heb hoogtevrees.
En onze Sefa Bubbels zegt ook dat ik te braaf ben. Véél te braaf om een goeie kwaaie heks te zijn.
Straf hé?
Verleden jaar was ik er nochtans dichtbij, hoor. Toen was ik bijna geslaagd voor mijn heksamen. Maar toen kwam er daar toch een Bloedmooie Fee roet in het eten gooien, zeker?
En dat ging zo:

Ze gaat ‘zitten’ op haar bezem, klaar om te vliegen, maar wel achterstevoren (met de takkenbos voor zich). Indien hier reactie op komt, stoort ze zich daar niet aan. Indien er teveel reactie komt, zegt ze dat ze zo goed zit, ‘wacht maar af’. Ze heeft de ogen stijf dicht – dan, ogen open, en als een terzijde:

‘k Was erachter gekomen dat, als ik mijn ogen stijf dicht kneep, dat het dan wel meeviel met die hoogtevrees. En ‘k had mijn Zeven Bezemvliegregels rats uit het hoofd geleerd!

Knijpt haar ogen weer stijf dicht en prevelt:

Eén. Ga nooit vliegen bij onweer. Als het dondert, donder je immers makkelijk naar beneden.
Twee. Respecteer altijd de voorrang van links.
Drie. De eerste dertien weken zul je met een L vliegen.

Ogen open.

Was ik toch nog bijna mijn L vergeten, zeker!

Ze gaat gauw een bordje met een witte L op blauwe achtergrond halen en bevestigt die achteraan haar bezem. Neemt dan weer haar positie in, maar achterstevoren, en met de ogen stijf dicht.

Vier. Zet je zwarte kat nooit voor je op de bezem als er kleine zwarte katjes op komst zijn. In de lucht jongen is veel te moeilijk voor zo een beest.
Vijf. Ga nooit omgekeerd op je bezem zitten, tenzij je achteruit wil vliegen.

Ogen open, merkt dat ze verkeerd zit, tot het publiek:

Ja, ‘k had toch wel weer wat last van de zenuwen…

Ze neemt nu de juiste positie aan en knijpt haar ogen weer stijf dicht.

Zes. Hou je bezem altijd met je twee handen vast. Probeer nooit te vliegen zonder handen. Bij onverwachte rukwinden val je er dan zeker vanaf.
Zeven. Flapper altijd met je oren om een richtverandering aan te geven.

Ze opent haar ogen weer.

Dat was altijd een probleem geweest voor mij. Dat flapperen met de oren, bedoel ik. Dàt… en die stomme hoogtevrees.

Ze probeert met haar oren te flapperen.

Zie je… het wil nog altijd niet lukken hé? Maar op de dag van het heksamen had ik goed geoefend en had ik dat flapperen met mijn oren wel onder de knie.
Roos Netelroos en Sybille Met De Dikke Billen waren al vertrokken. Vóór mij moest alleen Lelijke Lea nog vliegheksamen afleggen, maar zij was nog niet op het vliegveld verschenen. Nu ja, Lelijke Lea kwam ook àltijd te laat, omdat ze veel te veel tijd verloor voor de spiegel, met zich lelijk te maken.
Maar Roos Netelroos en Sybille Met De Dikke Billen…

Ze kijkt bewonderend de zaal in, haar mond valt bewonderen open en ze wijst.

Ik zag ze daar al vliegen! En dààr! En oooh… wat deden ze dat goed! En straks was het mijn beurt en dan…

Ze knijpt haar ogen weer stijf dicht en neemt haar startpositie aan.

Ik concentreerde me, zoals de Sefa Bubbels me dat had geleerd.
Ik prevelde de toverspreuk…

Ze fluistert heel traag en zachtjes:

Simsallatrezem, voer mij weg op mijn bezem!

En maakt daarbij een klein luchtsprongetje. Ogen open:

Ja hoor, alles werkte!

Ogen dicht. Ze zegt nu iets sneller en harder:

Simsallatrezem, voer mij weg op mijn bezem!

Ze maakt een groter luchtsprongetje. Ogen open:

Zeg je die spreuk harder, dan ga je hoger. En zeg je ze sneller dan…

Ogen dicht. Ze zegt nu zeer snel en hard:

Simsallatrezem, voer mij weg op mijn…!

Ze maakt een geweldige luchtsprong met de bezem, maar valt dan op de grond. Ogen open, tot het publiek:

Zo gebeurde het ook op mijn heksamen, zie. Ik zei de spreuk heel hard en heel snel, maar toen riep de Sefa Bubbels ineens: ‘Stop!’ – en ik belandde enkele meters verder in een modderpoel.
Ik had op het laatste nippertje vliegverbod gekregen. Maar waarom? Ik begreep het niet.
‘Lelijke Lea!’ zei onze Sefa Bubbels. ‘Zij moet volgens het heksamenreglement voor jou aan de beurt komen, Helaba! Maar ik heb net slecht nieuws gekregen… Heel slecht nieuws… Lelijke Lea is ernstig ziek!’

Ze blijft staan leunen op de bezem.

Lelijke Lea… ernstig ziek? Hoe erg… En nog wel op de dag van het vliegheksamen!
Lelijke Lea verscheen altijd als laatste in de klas, moet je weten, maar voor de rest was ze in alles altijd de eerste van de klas. Op haar bezem had ze niet zomaar een gewone toeter staan, zoals op de mijne…

Ze probeert de toeter eens.

Maar een heuse alpenhoorn! En haar bezem was er dan nog één van het allernieuwste model, met zo een mooie fluorescerende streep over de steel.
In het brouwen van toverdrankjes, in toverformules alle talen… Lelijke Lea was werkelijk een keineige heks! Bij het laatste heksamen toverformules had ze zichzelf veranderd in een pinguïn. Vieze Lieze had het ook niet slecht gedaan, want die had zichzelf weggetoverd. Jammer genoeg wist ze niet goed hoe ze zich nu ook terug kon toveren, zodat de kol haar geen punten kon geven.
Ze gaat op de driepikkel zitten.

Maar goed, Lelijke Lea was dus ziek. En nog geen klein beetje ook hé. ’t Was ernstig. Ze bloosde als een opgeblonken appel – normaal gesproken, ziet ze altijd krijtwit. Haar moeder wilde wel eens weten of ze koorts had, maar de thermometer was stuk, en toen had ze de barometer in haar mond gestoken, en die voorspelde onweer. Heel hevig onweer. En dat was een bar slecht voorteken!
Het lelijkste heksje van Beselare was die ochtend aan tafel gaan zitten voor het ontbijt, maar ze had niet gegeten. Ze had integendeel haar mini-eetservies genomen en ze was voor haar heksenpoppen beginnen koken!

Ze neemt een heksenpop uit de ketel, die vol spelden zit.

Maar heksenpoppen dienen helemaal niet om voor te koken! Die dienen om spelden in te prikken, zodat de persoon die je wil treffen overal jeuk krijgt waar jij hebt geprikt! Zie je?
Dat was ook een onderdeel van het heksamen. Terwijl je de pop behandelt, moet je dan heel hard aan die persoon denken en dan…

Ze fixeert iemand in de zaal.

Jeukt het al? Nee?

Ze fixeert iemand anders, intenser.

En jij daar? Hoe zit het met jou? Moet jij nog niet krabben? Nee?

Ze fixeert nog iemand anders, heel intens.

Asjeblief, zeg! Werk nu toch eens mee! Doe het voor mij!

Afhankelijk van de reacties:
- blij zijn (‘Eindelijk is mijn jeukproef eens gelukt!’)
- triest zijn (‘Ik zei het al hé: ik slaag nooit voor mijn heksamens.’)

Ze gaat zitten met de pop op haar schoot.

Lelijke Lea was voor haar heksenpoppen aan ’t koken, verdorie. En geen spinnensoep of zo hé! Geen etterbuiltjes op een bedje van slakkenslijm! Geen paddenkwijl in looksaus, opgediend met galsteentjes, of mottenpootjes in behangerslijm! Nee hoor! Ze kookte… Ze maakte rijstpap! En ze deed er nog een flinke dot bruine suiker boven op! Ze vroeg zelfs aan haar mama of die geen gouden lepeltjes in huis had waar ze haar heksenpoppen kon mee voeren! Stel je voor! Rijstpap met gouden lepeltjes, dat is toch… Dat is toch heksonwaardig!

Ze gooit de pop in de ketel en neemt er een zwarte kat uit.

Enfin, ik die namiddag dus naar Lelijke Lea, en ik moet zeggen: ze zag er inderdaad afschuwelijk goed uit.
Ongelooflijk, dat een heksje dat nog maar net de Miss Beselareverkiezing had gewonnen, er ineens zo goed kon uitzien. Ik had werkelijk met haar te doen.
Dat doet me eraan denken… Ik moet nog oefenen voor mijn her-heksamen katwalk-lopen.

Ze zet de kat op haar schouder en paradeert ermee over het podium, als een heksenmodel.

Bij het lopen over de katwalk komt het erop aan een zo lelijk mogelijke indruk te maken. Heksen zijn immers pas op hun mooist als ze heel lelijk zijn. Het lelijkste heksje wordt dan altijd weer tot Miss Beselare verkozen. Ik doe nochtans mijn best, hoor…

Ze paradeert.

… maar niemand vindt mij lelijk genoeg!

Begint te huilen.

’t Is de laatste keer uitgedraaid op een helse strijd tussen Griezelige Griet en Lelijke Lea. Zoals die over de katwalk paradeerde, goh!… Dat zou ik ook willen kunnen!

Ze paradeert opnieuw.

Lijkt het er al een beetje op? Nee?

Afhankelijk van de reacties:
- blij, omdat het er al een beetje op lijkt
- triest, omdat het er nog niet op lijkt
‘Nu ja… Als je geen talent hebt, moet je veel oefenen,’ zegt onze Sefa Bubbels altijd, en misschien heeft ze wel gelijk.

Maar Lelijke Lea dus… Als zij over de katwalk liep, dan begonnen de kraaien verschrikt door onze heksenklas te vliegen, en dan zetten zelfs onze zwarte katten bang hun haren op en vluchtten ze met omhooggestoken staarten onder de paddenstoelen! Jaja!

Ze dropt de zwarte kat in de ketel en gaat weer zitten.

Nu goed, ik zit die namiddag dus bij Lelijke Lea aan haar ziekbed. Eerlijk gezegd, ik herkende haar bijna niet meer. Ze had zich gewassen, en haar tanden gepoetst en… en…
‘Het schijnt dat yoghurt met salamanderschubjes heel goed is voor heksjes die…’

Ze bijt op haar lippen.

‘… een slag van de molen hebben gekregen,’ wilde ik nog zeggen, maar gelukkig slikte ik dat nog bijtijds in.
Ik maak dus wat yoghurt met salamanderschubjes voor haar klaar, en ze lepelt die op en daarna…

Afwachtende houding.

… daarna gebeurt er niks!

Afwachtende houding.

Terwijl elk beetje heksje toch weet wàt er daarna hoort te gebeuren!

Afwachtende houding.

Dàt hoort er daarna te gebeuren!

Ze laat een klinkende boer.

Maar nee hoor! Niks! Zelfs geen burpje kan er vanaf!
‘Komaan zeg, Lea!’ roep ik uit. ‘Sinds wanneer boer jij niet meer na het eten!?’
En weet je wat die Lelijke Lea me daar doodleuk komt te vertellen?
‘Boeren is vies!’ zegt ze. ‘Ik ben ermee gestopt!’
Boeren is vies! Ze is ermee gestopt!
Kom dat tegen!

Ze begint heen en weer te lopen, nerveus.

En denk maar niet dat het dààr ophield, hé! Ah nee, want nog diezelfde namiddag moest ik op ziekenbezoek bij Sybille Met De Dikke Billen! Die wilde ineens per sé vermageren, verdorie!
Dat leek hier wel een epidemie, in Beselare! Een epidemie van… van ontheksing!
Roos! Roos Netelroos… had haar haren gekamd!
Drie gevallen al! Drie gevallen van epidemische ontheksing in Beselare! Het was ongelooflijk!

Ze gaat zitten op haar driepikkel.

Die avond was er heksenraad. Hoewel ik nog niet geslaagd was in mijn heksamen, mocht ik mee – want het ging hier om uitzonderlijke feiten van het grootste belang voor iedereen die in Beselare woonde.
Alle heksen hadden hun paddenstoel van huis meegebracht – omdat ik nog geen echte heks was, maar slechts een heksje, moest ik gewoon op een krukje gaan zitten – en daarop namen ze plaats in een grote heksenkring. Precies in het midden van die kring viel een bundel maanlicht, en in dat licht zat de Sefa Bubbels. Achter haar hing een spandoek met de tekst: ‘Alle mannen zijn ex-en.’ Dat is al sinds heksenheugenis de leuze van Beselare, want in dat dorp komen geen mannen meer binnen, sinds de heksen het hier voor het zeggen hebben.
De Sefa Bubbels gaf daar een toespraak, die ik nooit zal vergeten…

Speelt de Sefa Bubbels, die haar toespraak houdt:

Verachte Heksen!

Al sinds heksenheugenis zijn we wat we zijn, hier in Beselare: heks!
Maar sinds kort verspreidt zich een verschrikkelijke ziekte onder ons gebroed, die zich op verschillende manieren manifesteert! Sommige heksjes proberen zich mooier te maken en beter te voelen dan ze zijn, en zij verlangen naar de dingen die de gewone stervelingen belangrijk en wij echte heksen verwerpelijk vinden! Als we niet oppassen, gaan ze straks nog achter de jongens aan lopen!

Ze spuwt in de ketel. Als een terzijde:

Hier pauzeerde de Sefa Bubbels even om op de grond te spuwen. Dat doet ze altijd als ze een pauze inlast in haar toespraak.

Vervolgt:

Ik heb daarstraks zelfs vernomen hoe één van de drie zieke heksjes in een vlaag van zinsverbijstering haar lievelingspuist wilde uitknijpen! Stel je voor! Jàren aan een stuk probeer je lel van een puist te kweken, en als die dan eindelijk op je neus staat, zou je dat levenswerk met één enkel gebaar, met één enkele kneep vernietigen!

Pauze. Spuwt. Gaat kijken naar de fluim.

Bij de Sefa Bubbels zag het er lekker galgroen uit, maar bij mij wil dat nog niet zo goed lukken…

Herneemt:

We hebben er nog geen idee van wat de oorzaak is van deze verschrikkelijke ziekte. Toch moet er een reden zijn voor de verandering in hun gedrag, en die reden zullen wij achterhalen!

Pauze. Spuwt.

Nu liet ze een pauze om ons de gelegenheid te geven haar luid krijsend bij te vallen. Dat deden we dan ook. Boven ons gekrijs uit, hoorde ik overslaande de stem van Terrie Verderrie, zo genoemd omdat ze geen vijf zinnen kan zeggen zonder het woord ‘verderrie’ te gebruiken.
‘De fee, verderrie!’ gilde ze. ‘De Bloedmooie Fee! Ik heb haar verderrie daarstraks nog gezien! Ze droeg een lichtroze tutu en ze had verderriev een toverstokje in haar hand! Ze heeft verderrie onze kinderen betoverd!’

Gaat zitten – onder de indruk.

De Bloedmooie Fee… de schrik van alle heksen! Niemand had haar tot nu toe ooit gezien, maar in bepaalde toverboeken werd waar komst voorspeld en stonden portretten van haar… van haar weerzinwekkend frisse verschijning!

Neemt een poster uit de ketel, waarop een blond fotomodel staat – of eventueel een poster van Britney Spears -, waarop iemand zwarte tanden, een brilletje, een snor enz… heeft aangebracht. Ze toont die aan het publiek.

Aaaaarrrgghhh!… Die helblauwe ogen!
Dat verblindend witte jurkje!
Dat golvende blonde haar!

Kijkt zelf even naar de poster, rilt van afschuw.

Ik heb hem een beetje bijgewerkt, want anders kan ik er écht niet naar kijken zonder te moeten kotsen. Op de achterkant staat de tekst uit de toverboeken waarover ik het al had…

Leest van de achterkant:

‘Op een dag zal de Bloedmooie Fee naar Beselare komen. Zij zal de opstand prediken en heksendochters opzetten tegen hun heksenmoeders. Zij zal hen de schoonheid voorhouden als in een spiegel. Wee u, want dit kan het begin van het einde zijn!’

Ze gooit de poster weer in de ketel.

Stel je voor, dacht ik, dat Lelijke Lea de Bloedmooie Fee ontmoet heeft en door haar betoverd is. Stel je voor dat ze er nu van droomt Mooie Lea te worden en een andere Missverkiezing te winnen, dan deze die in Beselare georganiseerd wordt. Dat ze Miss Rozenbottel wil worden, of Miss Framboos, of zelfs gewoon maar Miss Verstand!
Dat zou… Dat zou gruwelijk zijn! Want Lelijke Lea zou er wel kunnen van dromen Mooie Lea te worden, maar ze zou zo een Missverkiezing natuurlijk nooit winnen… en dan zou ze zich minderwaardig voelen en…
De Sefa Bubbels had ook begrepen waar het gevaar zat. Ze vroeg onze aandacht en…

Ze neemt de houding van de Sefa Bubbels weer aan.

‘Verachte Heksen!

Ik zal jullie zeggen wat wij moeten doen! Wij moeten een lokaas uitzetten waarop de Bloedmooie Fee zal afkomen, en als dat gebeurt, zullen wij dat Schone Scharminkel overmeesteren en haar toverstok afnemen, zodat ze niet langer onheil… pardon, ik bedoel: heil!… kan aanrichten!
Vannacht zullen wij één van onze heksenjongen in de heksenkring plaatsen, midden in de bundel maanlicht! En dan zullen de tien sterkste heksen van Beselare zich verschuilen in de weiden rond de heksenkring, en zij zullen de wacht houden! Zij zullen de Bloedmooie Fee omsingelen en haar gevangen nemen!
Zijn er vrijwilligers om als lokaas te dienen voor de Bloedmooie Fee?’

Ze maakt zich zo klein mogelijk.

Ik maakte mij zo klein mogelijk en voor de rest gaf er zich ook al niemand op als kandidaat. De Sefa Bubbels zei dat in dat geval het lot zou beslissen. Dat deden we al sinds heksenheugenis met behulp van de paddenstoelendans. Kennen jullie dat ook, de paddenstoelendans?
Dat gaat zo: we zetten onze paddenstoeltjes rug aan rug op één lange rij. Ik zing een liedje en jullie dansen rond de stoeltjes heen. Maar zodra ik stop, gaan jullie allemaal op één van de paddenstoelen zitten. Wie niet op een paddenstoel zit, heeft het aan zijn been. Is dat begrepen?

Lacht verlegen.

Eigenlijk zou ik graag ook eens dat heksenlied zingen, zo helemaal in de rol van de Sefa Bubbels… Maar dan zouden jullie wel de paddenstoelendans moeten dansen… Wie wil dat ook eens doen, de paddenstoelendans dansen?

Als er een vijf à tien kinderen bereid zijn om de paddenstoelendans te dansen, zet ze evenveel stoelen op een rij als er kinderen-vrijwilligers zijn. Zijzelf bindt zich een blinddoek voor die ze vindt in haar ketel, en neemt plaats op haar driepikkel.

Zodra ik begin te zingen, beginnen jullie te dansen en als ik stop met zingen, gaan jullie zitten. Oké?

Ze zingt:

‘Mooi is lelijk, lelijk mooi,
‘k wil een rimpel, ‘k wil een plooi,
boven op mijn neus een wrat
en vijf puisten op mijn gat!

Mooi is lelijk, lelijk mooi,
‘k hou zoveel van rommelzooi.
Netheid, orde zijn niet fijn!
Laat ons leven als een zwijn!’

Ze herneemt en stopt dan telkens op een andere plaats. Ze nodigt de kinderen nu ook uit om mee te zingen. Telkens wanneer ze stopt met zingen, neemt ze haar blinddoek even af om te zien wie er afvalt. Als er nog één over is:

Die avond dansten we de paddenstoelendans, en toen die afgelopen was, bleef ik alleen nog over…

Ze stuurt de laatste danser/danseres naar zijn/haar plaats.

En die nacht stond ik dus in de heksenkring, als lokaas voor de Bloedmooie Fee.

Ze neemt een bange houding aan.

Meer dan twee uur stond ik daar nu al en nog altijd was er geen Bloedmooie Fee te zien.

Ze schuift een beetje op.

Tsja, de maan had zich ondertussen al wat verplaatst en ik had de opdracht gekregen in het maanlicht te blijven staan, dus moest ik toch mee opschuiven, hé.

Krampen in haar grote teen.

Ik kreeg krampen in mijn grote teen van al dat stil blijven staan.

Luistert intens.

Maar toen hoorde ik een vreemd geluid… Het leek wel een zacht geronk. Horen jullie het ook?

Als de kinderen antwoorden: ‘Nee!’

Maar ik hoorde het wel. Een zacht geruis, als van een kanten jurk die met veel zwier werd rondgedraaid…

Kijkt verschrikt en geeft een gil.

De Bloedmooie Fee!
Aaaaarrggh!… Waar is zij zo ineens vandaan gekomen?
Eeiiiiiik-es! Dat glimlachende, blinkende gezicht dat naar verse zeep ruikt!

Slaat de handen voor de ogen.

En die twee kleine streepjes witte tanden die ze bloot lacht in het maanlicht!

Durft kijken door een spleetje in haar vingers.

In haar hand heeft ze een toverstokje, met bovenaan een zilveren sterretje – ik zie het wel! En ze draagt een lichtroze zijden jurk met heel veel kant en ze heeft geen rimpels, geen pukkels, geen harige wratten, geen flaporen – maar wel een belachelijk welgevormd neusje!
Maar al even erg… al even erg is die fluisterende en toch glasheldere stem van haar! Net kristal!
Als de Fee:

Dag heksenkind. Zou jij niet willen worden zoals ik?

Kijkt bang om zich heen.

Waar blijven de heksen nu? Mottige Monica, waar zit je? Jullie zouden mij toch beschermen? Zijn jullie soms in slaap gevallen? Of werden jullie weggetoverd door…

Kijkt met ontzag naar de Fee:

… de Bloedmooie Fee!…

Als de Fee – heupwiegend, paraderend:

Zou jij niet even mooi willen worden als ik? Ze noemen mij niet voor niks Miss Silhouet! Omdat ik zo’n prachtig schaduwbeeld heb! Al is het origineel ook niet mis! Ik heb er zelfs een eerste prijs in een schoonheidswedstrijd mee gewonnen, met dat ranke, slanke figuurtje van me! Zou jij ook niet eens willen meedoen? Dan kom je misschien op teevee. En dan kun je daarna presentatrice worden van een talkshow, of dan krijg je een rolletje in een soap. Zou jij niet graag een BV worden? Een Bekende Vlaming?

Weer als zichzelf:

Ik blijf liever een BH! Een Bekende Heks!
Ik voel me goed zoals ik ben! Ik voel me goed in mijn vel! Ik wil niet op teevee! En ik wil geen plaatje opnemen ook! Ik zing afschuwelijk vals!

Als de Fee:

O maar dat is toch geen probleem? Wieg maar wat met je heupen. Aaah, meisje toch! Je weet niet wat je mist! Maar als ik jou omtover, zul je nooit meer willen zijn wat je ooit was! En dan word jij net als ik… een ster!

Als zichzelf:

En ze begon zo met haar toverstokje cirkeltjes te maken in de lucht, terwijl ze met dat glasheldere stemmetje van haar iets uitriep dat klonk als…

Ze slaat de handen over haar oren.

Wat je niet hoort, wordt niet gezegd. En wat je niet ziet, bestaat niet!

Ze knijpt haar ogen stijf dicht – blijft zo enkele momenten staan. Opent dan de ogen, haalt de handen weg van haar oren.

Toen ik de ogen weer opende, stond de Bloedmooie Fee er nog altijd. Maar Potige Petra stond nu achter haar, met de hand over de mond van de Bloedmooie Fee geslagen, en het toverstokje lag in de handen van Stevige Steffie, die er wat onwennig stond mee te draaien.
‘Waar zijn jullie zo lang gebleven?’ kwaakte ik.
‘Ze heeft ons verrast,’ zei Potige Petra. ‘Ik denk dat ze zich naar jou toe getoverd heeft. Het schijnt dat de laatste nieuwe toverstokjes daartoe in staat zijn.’

Ze gaat op de driepikkel zitten.

Oef, dat was op het nippertje. Spannend hé?
Enfin, de Bloedmooie Fee werd dus – in gevangenschap – meegevoerd naar de Sefa Bubbels, en vandaar naar haar slachtoffers: Roos Netelroos, Sybille Met De Dikke Billen en Lelijke Lea.
‘Tover ze om!’ zei de Sefa Bubbels. ‘Zodat ze alle drie weer worden wat ze al bijna waren: heksen!’
‘Poeh!’ antwoordde de Bloedmooie Fee. ‘Ik denk er niet aan!’
‘Ik wil niet omgetoverd worden!’ riep Lelijke Lea uit. ‘Ik wil worden zoals de Bloedmooie Fee!’
Ze had inderdaad al wat lippenstift over haar dunne lippen gesmeerd. En rond haar rechteroog had ze zoveel mascara aangebracht, dat het leek of ze gevochten had en daaraan een blauw oog had overgehouden. En ze was ook een stuk groter geworden, want ze droeg schoenen met hoge hakken waarop ze nauwelijks kon lopen.
De Sefa Bubbels keek haar verdrietig aan. ‘Je bent net een circusclown,’ zei ze. ‘Waar heb je die make up vandaan?’
‘Van de Bloedmooie Fee gekregen…’ fluisterde Lea.
De Sefa Bubbels schudde meewarig het hoofd. ‘Begrijp je het dan niet? Je zult nooit even mooi worden als de Bloedmooie Fee, en dat zal je heel ongelukkig maken. Tot de Fee naar Beselare kwam, was je heel tevreden, omdat je jezelf durfde te zijn. Maar nu…’
‘Ik tover haar niet om!’ hield de Bloedmooie Fee koppig vol – en tsja, toen zaten wij hier in Beselare natuurlijk met een probleem. Wat nu gedaan?
‘We sluiten haar voorlopig op in het torenkamertje van de heksenschool!’ zei de Sefa Bubbels.
Zo gezegd, zo gedaan. Maar daarmee waren de drie heksenkinderen natuurlijk nog niet genezen…
Toen de Bloedmooie Fee echter veilig en wel achter slot en grendel zat, riep de Sefa Bubbels mij bij zich.
‘Helaba! Ik heb een plan! Een plan dat jij alleen…’

Ze staat op en doet alsof ze luistert naar wat de Sefa Bubbels haar in het oor fluistert.

En ze fluisterde mij haar hele plan in het oor.

Doet opnieuw alsof ze luistert.

Het was een prima plan!

Doet nogmaals of ze luistert. Kijkt dan naar het publiek:

Wat? Of ik jullie daar iets meer wil over vertellen? Over dat plan?
Nee, natuurlijk niet! Wat denken jullie wel? Ik mag dan nog geen echte heks zijn, maar ik ben toch wel heks genoeg om…

Grijnst.

Wacht maar! Wacht maar af…

Ze haalt uit de koperen ketel een brief in een enveloppe.

De Sefa Bubbels schreef dit briefje voor de Bloedmooie Fee, en ik moest dat onder de deur van de torenkamer schuiven.

Ze opent de enveloppe, leest de brief.

Mmm, interessant hoor!

Leest verder.

Zeer interessant!

Leest verder, instemmend knikkend. Kijkt dan naar het publiek:

Willen jullie ook weten wat erin staat?

Als de kinderen ‘ja’ antwoorden.

Dat zal moeilijk gaan… want ik kan niet lezen. Maar misschien is er hier wel iemand die kan lezen?

Kiest een vrijwilliger/ster om de brief voor te lezen (eventueel de juf of de meester).

Tekst brief:

‘Geachte Bloedmooie Fee,

We vinden het echt verschrikkelijk dat u in die toren werd opgesloten, en wij willen u helpen. Knoop alle lakens aan elkaar, bind ze rond een poot van het bed, open het raam en gooi ze naar buiten. Wees niet bang. Daal rustig af. Wij staan klaar om u op te vangen.

Lelijke Lea, Sybille Met De Dikke Billen & Roos Netelroos.’

Ik wriemelde die brief onder de deur van de torenkamer.

Ze stopt hem onder de koperen ketel en lacht.

Ik was er zeker van dat het plannetje van de Sefa Bubbels zou lukken!

Doet of ze door een sleutelgat kijkt:

Ik keek door het sleutelgat…en ja hoor!
‘Joehoe!’ riep ze. ‘Joehoe!’
En daar ging ze…

Kijkt lachend naar het publiek:

En daar ging ook ik! Want nauwelijks had ik de Bloedmooie Fee door het raam zien verdwijnen, hangend aan de lakens die bevestigd waren aan de poot van haar bed, of ik kwam in actie!

Doet het voor:

Ik liep naar het raam! Greep naar de lakens! Zocht een knoop! Maakte die los en…
… en viel pardoes in de grote regenton die onder het raam klaar stond om haar op te vangen!
‘Smurrie!’ hoorde ik de Sefa Bubbels nog krijsen. ‘Laat de smurrie maar aanrukken! Kieper het allemaal de ton in! De vloeibare lijm en de papiersnippers die daar zo lekker blijven in kleven! De potten zand en de potten choco! Het frituurvet, de levertraan, het pak meel, de kikkerdril!’
En de Bloedmooie Fee maar gillen, met dat zuivere, hoge stemmetje van haar: ‘Nee! Niet doen! Niet doen!’
‘Verklap ons dan de omtoverspreuk!’ gilde de Sefa Bubbels terug.
‘Goed, goed…’ begon de Bloedmooie Fee.
Maar toen liep het dus mis hé. Wie ermee begonnen is, zou ik bij Satan niet meer weten – maar iemand gooide een klodder confituur naar de haren van de Bloedmooie Fee, en toen… ja, toen vonden al de andere heksen dat ook zo’n leuk idee dat ze de inhoud van de chocopotten, en het frituurvet, en de levertraan, en het meel, en de kikkerdril… dat ze die allemaal in de regenton gooiden, bij de Bloedmooie Fee…

Beschaamd:

Enneuh… De Bloedmooie Fee dus… Zij gooide kwaad terug, met zo een slijkbal van allerlei viezigheid… En de heksen gooiden weer terug… En zo ontstond er een vrolijk smurrieballengevecht… en de Bloedmooie Fee die er nu al helemaal niet zo bloedmooi meer uitzag - haar tutu stond stijf van de vettigheid! -, maakte van die gelegenheid gebruik om te ontsnappen… Niemand zag nog enig verschil tussen hààr en een gewone heks, vandaar…

Ze gaat triest zitten op de driepikkel. Zucht diep. Zit in zak en as, neemt haar zwarte kat op schoot.

Daar zaten we nu. De wraak van de Bloedmooie Fee zou wel verschrikkelijk zijn, dachten we.
Ach, het is altijd hetzelfde liedje, hé. In het beste geval willen ze je bekeren, in het slechtste geval roeien ze je gewoonweg uit. Iedereen die anders denkt of anders leeft, moet zich aanpassen aan de meerderheid.
Het zou aanpassen worden of verdwijnen, een andere mogelijkheid was er niet. Als de Bloedmooie Fee haar slag thuishaalde, zouden we hier in Beselare allemaal dezelfde mooie en modieuze kleren moeten dragen. En we zouden weer beleefd moeten zijn. En charmant. En we zouden geen slijkballengevechten meer houden.
Maar dan, terwijl ik daar zo in zak en as op mijn stoeltje zat, met mijn zwarte kat Konkelfoes op schoot, hoorde ik…

Luistert.

‘Pssst!’

Ze springt op.

De Bloedmooie Fee, verderrie!
Maar… Maar er staan tranen in haar ogen!
En ze fluistert… Ze fluistert…
‘Ze willen me niet meer,’ fluistert ze. ‘Ze vinden me vies. Ze hebben me bespot en vernederd. Ze hebben me uitgelachen. Ze zeggen dat ik geen Miss Silhouet meer ben, maar een Miss Moddervet. Ze zeggen dat ik mijn prijs moet afgeven.’

Ze begint – als de Fee – overdreven hard te huilen. Herstelt zich dan zeer kort:

Ze zàg er inderdaad niet uit. Haar zijdeblonde haren plakten in grauwe klissen tegen haar hoofd en wat eens een lichtroze tutu was geweest, kraakte nu bij elke beweging van de vettigheid.

Ze begint weer overdreven te huilen. Als de Fee:

‘Ze willen me niet meer! En ik wil ze ook niet meer! Ik ben nergens meer welkom! Behalve misschien…?’

Houdt abrupt op met huilen. Nog steeds als de Fee:

‘Behalve hiér, misschien? Ik bedoel… Kan ik hier niet blijven? Ik moet toch ergens naartoe! En ik ben nu toch lelijk genoeg?’

Barst opnieuw uit – nog steeds als de Fee – in een enorme huilbui. Houdt daar dan abrupt mee op. Als Helaba:

‘Ik kan daarover niet beslissen,’ zei ik. ‘Dat moet de Sefa Bubbels doen.’
En toen hebben we de Bloedmooie Fee dus aan een heksenproef onderworpen. Dat ging zo: vroeger wierpen ze een vrouw in het water, en als ze verdronk was ze dood, en als ze niet verdronk, dan was ze een heks en hoorde ze thuis op de brandstapel. Maar wij gooiden een heks in het bad en wasten haar. Kwam ze mooi weer uit het bad, dan was ze geen echte heks – maar bleef ze vies en lelijk, dan mocht ze in Beselare blijven. Snap je?
Oké, we gooiden de Bloedmooie Fee dus in een bad en duwden haar kopje onder en begonnen haar met z’n allen te schrobben en te poetsen zoals er nog maar zelden iemand geschrobd en gepoetst is geweest. En het haar van de Bloedmooie Fee werd weer blond, haar tutu weer lichtroze, en zelfs het vuil in haar oren en haar neusgaten verdween.
‘Heks of geen heks?’ riep de Sefa Bubbels toen.
‘Geen heks!’ antwoordden alle heksen.
‘Jawel!’ smeekte de Bloedmooie Fee nu. ‘Laat mij een heks zijn! Alstublieft! Ik wil niet terug naar die… die mensen die me uitlachen! Dat hebben jullie nooit gedaan! Jullie waren bang voor mij, maar jullie hebben me nooit uitgelachen omdat ik bloedmooi was!’
Dat was waar. Wij heksen lachten mensen nooit uit omdat ze bloedmooi waren.
‘Zie je wel? Ik hoor hier dus thuis! En ik zal jullie heksenkinderen natuurlijk ook weer omtoveren zodat ze opnieuw gelukkig kunnen zijn!’
Daarop begonnen alle heksen luid te applaudisseren en werden Lelijke Lea, Sybille Met De Dikke Billen en Roos Netelroos bij de Bloedmooie Fee gebracht. Die sprak een toverspreuk over hen uit, die ik niet kon horen en…

… en zo komt er dan een eind aan dit ware verhaal.
Eind goed, al goed, zullen we maar zeggen… nietwaar?
Alhoewel… Voor mij eindigde het allemaal niet zo goed, want ik was nog altijd niet geslaagd voor mijn heksamens.
Maar de Sefa Bubbels heeft me beloofd dat ik her-heksamens krijg, en omdat ik zo hard mijn best gedaan heb in onze strijd tegen de Bloedmooie Fee, denk ik wel dat het mij deze keer moet lukken een diploma in Hekserij & Toverkunst te bemachtigen.
Ik ben alvast heel hard aan het studeren en aan het trainen…

Ze knijpt haar ogen stijf dicht en fluistert heel traag en zachtjes:

Simsallatrezem, voer mij weg op mijn bezem!

En maakt daarbij een klein luchtsprongetje, richting uitgang. Ze zegt nu iets sneller en harder:

Simsallatrezem, voer mij weg op mijn bezem!

Ze maakt een groter luchtsprongetje richting uitgang. Ze zegt nu zeer snel en hard:

Simsallatrezem, voer mij weg op mijn bezem!

Ze maakt een geweldige luchtsprong met de bezem, en verdwijnt.

EINDE