Deel 1 van de komische western DE DOCHTER VAN CALAMITY JANE, van Patrick Bernauw & Guy Didelez

EERSTE TAFEREEL

Licht fade in op Engeland: Janey zit aan tafel in het licht van een olielamp in een schriftje te lezen. We horen een couplet uit een country-song ("de Ballade van Calamity Jane"):

Oh Calamity!... Calamity Jane,
waar kom je vandaan
en waar ga je heen,
Calamity Jane...
je bent zo alleen,
geen mens om je heen,
Calamity Jane...

JANEY Zo stel ik mij mama voor.

Licht fade in op Amerika: Calamity Jane verschijnt in het deurgat van de blokhut, met een geweer in haar handen, spuwt in het zand.

JANEY Op een krukje, aan een eenvoudige ruwhouten tafel, in het licht van een olielamp. Vóór haar ligt een schriftje opengeslagen. Op de hoek van de tafel staat een inktpot.

Calamity Jane mikt en schiet. Er weerklinkt ergens een harde kreet van pijn en een doffe plof.

CALAMITY Hallellujah! God hebbe zijn ziel!

JANEY (kijkt op, sluit de ogen) Achter haar... in het licht van de ondergaande zon... zie ik nog net een stukje van de blokhut waarin ze woont...

De zon boven Amerika dimt.

CALAMITY (huivert) Het wordt een beetje fris...

JANEY De avond is al gevallen, maar mama zit niet graag binnen. Mama is opgegroeid in de buitenlucht. Mama legt graag kampvuurtjes aan.

Calamity begint een kampvuurtje aan te leggen.

JANEY (kijkt naar Calamity) Met de steel van de pen tussen haar tanden, tuurt ze in de vlammen van het kampvuur.

Calamity steekt een sigaar op en tuurt in de vlammen van het kampvuur. Ergens briest en hinnikt een paard.

CALAMITY Koest, Satan!

JANEY Het flakkerende licht danst een grillig ballet op de glanzende hals en de gespierde satijnen schouders van Satan, op zijn witte sokken, op de witte bles tussen zijn ogen.

Calamity sleept een zadel met zadeltas uit de blokhut bij het kampvuur en gaat op het zadel zitten. Ze warmt haar handen.

JANEY Satan is de prachtige hengst die mijn échte mama ooit van mijn échte papa heeft gekregen.

In Amerika briest en hinnikt ergens een paard.

CALAMITY Satan godverdomme! Koést heb ik verdomme gezegd! (met een blik naar boven) Verschoon mij voor de onwelvoeglijke uitdrukkingen, Hemelse Vader.

JANEY Mama kauwt op de pennestok.

Calamity neemt uit de zadeltas een schriftje - identiek aan dat van Janey - en een pennestok. Ze legt het stuk papier op haar knie en probeert te schrijven, wat geen sinecure is in de rook van de sigaar die nog tussen haar lippen bengelt.

JANEY Mama probeert een brief te schrijven naar haar dochter. Naar mij.

CALAMITY (staart even in de verte, maakt aanstalten iets op te schrijven en bedenkt zich dan) Ah verdomme!...

Calamity gooit het schriftje en de pennestok op de grond, staat op, kijkt voor zich uit.

CALAMITY Ik heb je al zo dikwijls geschreven, Janey! Telkens ik een minuutje tijd had, krabbelde ik je een briefje! Soms lagen er maar drie dagen tussen twee briefjes... en soms drie jaar...

JANEY (neemt haar schriftje) Mama heeft die brieven nooit op duur briefpapier geschreven. Nee, ze gebruikte daarvoor een schriftje, dat ik pas vele jaren later onder ogen zou krijgen, toen ik al een flinke jongedame geworden was.
Calamity raapt haar schriftje weer op, bladert erin.

CALAMITY Ik schreef die brieven als een soort dagboek, Janey...

JANEY Ze heeft mij haar dagboek nooit toegestuurd.

CALAMITY Pas na mijn dood mocht je ze te lezen krijgen...

JANEY Ze wilde niet dat ik het té vlug te weten zou komen...

CALAMITY ... mocht je horen wie je moeder wérkelijk was.

Calamity laat het schriftje vallen en: freeze.

JANEY Zo stel ik mij mama voor, terwijl ik met haar schriftje op schoot zit, in het druilerige Engeland, veilig opgeborgen in mijn keurig huis met een keurig tuintje ervoor.

CALAMITY Voor Janey Hickock.

Janey staat op, toont het schriftje.

JANEY Pas vandaag heeft de man van wie ik altijd heb gedacht dat hij mijn vader was, mij dit schriftje gegeven.

CALAMITY Voor Janey Hickock...

JANEY ... stond er met de onhandige hanepoten van mijn mama - mijn échte mama - op de omslag geschreven.

CALAMITY Voor Janey Hickock.

JANEY Janey Hickock? Ik dacht dat ik Jane-Irene O'Neill heette.

CALAMITY Voor Janey Hickock.

JANEY Dat ik de dochter was van Jim en Helen O'Neill. Dat mijn vader kapitein was van een koopvaardijschip... Hij voer heen en weer over de Atlantische Oceaan, tussen Engeland en de Verenigde Staten... Kapitein Jim, noemde ik hem al sinds ik een kleuter was.

Kapitein Jim komt het Engelse salonnetje binnen, neemt Janey het schriftje af en legt het op de tafel.

JANEY Ik was zo fier op mijn vader in zijn uniform van kapitein.
CALAMITY Zeg haar dat je haar vader niet bent, Jim O'Neill!

JIM Ik ben je vader niet, Jane-Irene...

JANEY Het is niet waar...

JIM Je vader is geen kapitein van een koopvaardijschip...

JANEY Het is niet waar...

JIM Je moeder is niét jaren geleden gestorven...

JANEY Het is niet waar...

Janey en Kapitein Jim kijken elkaar aan. Kapitein Jim neemt haar handen in de zijne.

JIM Je échte mama is pas een paar maanden terug overleden...

CALAMITY In 1903.

JANEY Waar?

JIM In een godvergeten gat ergens in Amerika...

JANEY Waar?

CALAMITY In Deadwood.

JIM Je echte mama heet Calamity Jane.

CALAMITY Rampen-Jane.

JIM Martha Jane Canarray...

JANEY Ze had lange krullen...

CALAMITY Net als ik.

Licht fade out.

TWEEDE TAFEREEL

Licht fade in op Amerika: Calamity Jane zit bij het kampvuur op haar zadel en vertelt aan onzichtbare toehoorders. Het schriftje ligt nog steeds op de grond.

CALAMITY Samen met mijn ouders trok ik naar het Wilde Westen. Mijn vader was dominee.

De dominee verschijnt, met een bijbel onder de arm, een koppel revolvers op de heupen.

DOMINEE Je moet niet bang zijn voor die Indianen, Martha Jane. Vertrouw maar op de bijbel! Hallellujah!

Hij draait de bijbel om: we zien dat er een pijl in zit.

DOMINEE Oei.

Met zijn vrije hand trekt hij zijn revolver en schiet in het wilde weg twee maal. Er weerklinken twee woeste kreten van pijn en twee doffe ploffen.

DOMINEE God hebbe hun ziel!

CALAMITY Ik ben niet bang voor die Indianen. Dat ben ik nooit geweest.

De dominee stort neer: we zien nu dat er ook een pijl in zijn rug zit.

CALAMITY Maar toch... Beter twee revolvers in de hand dan een bijbel onder de arm!

De doodgraver verschijnt - zoals altijd met lintmeter en notaboekje - en inspecteert het lijk van de dominee, neemt zijn maten, schrijft die op in het notaboekje. Ten slotte slaat de doodgraver een kruisteken.

GRAVER Amen.

Licht fade in op Engeland: Janey zit in het schriftje te lezen. De Doodgraver begint een put te graven.
(Tijdens het verdere verloop van het stuk zal de Doodgraver nog vele putten graven; doordat hij zich telkens elders opstelt aan de rand van de put, wekt hij de indruk verschillende putten te graven, maar in werkelijkheid graaft hij slechts één enkele put. Bij die "verschillende putten" zet hij ook telkens een houten kruis en bekomt zo uiteindelijk een "veld van kruisen", een waar kerkhof, tegen het einde van het stuk aan. Uiteraard is de suggestie, onder meer door het gebruik van een specifieke belichting, schaduwen e.d., op dit punt van het grootste belang en is één en ander afhankelijk van de mogelijkheden op scène. Er dient hierbij rekening mee gehouden te worden dat het op geen enkel moment de bedoeling kan zijn een realistische weergave na te streven.)

JANEY (leest) Ik was toen nog zo groen als het gras van de prairie, Janey...

CALAMITY Hoewel, groén... Zó groen is de prairie nu ook weer niet. 't Is meer een kale vlakte...

De wind huilt als een kudde wolven.

CALAMITY ... waarover de wind loopt te huilen als een roedel wolven.

JANEY (leest) Jij zult je wel niet goed kunnen voorstellen, wat een mens allemaal meemaakt als hij zo mijl na mijl verder trekt?

CALAMITY (als er geen antwoord van Janey komt, staat Calamity op en roept naar Engeland:) Hé Janey?

JANEY (kijkt mijmerend op) Nee... Nee...

CALAMITY Wel... Eerst zijn de ossen fris, is de huifkar proper en de temperatuur draaglijk. En dan begint de miserie. Kou, honger, ziekte...

JANEY Ik ben ook wel eens...

CALAMITY Ja... Maar nooit zo ziek dat je je darmen uit je keel kotste! Of wel soms? Zó ziek zul jij wel nooit geweest zijn, zeker?... En honger of kou... Heb jij ooit honger of kou geleden, Janey?

JANEY Nee... Nooit honger... Geen kou...

CALAMITY Zie je wel? Nooit honger of kou geleden!... En daar heb ík voor gezorgd!...

JANEY (leest) Ik wilde dat jij het beter zou hebben dan ik. Daarom heb ik je toevertrouwd aan kapitein O'Neill.

CALAMITY De kou vond ik nog het ergste.

JANEY (staat op, vraagt aan Calamity) Kou?... In de Far West?... Daar hebben ze toch alleen maar van die enorme woestijnen?

CALAMITY Ha ja! Dat dènken ze! In Engeland! Ze zouden eens een winter in Wyoming moeten meemaken, dan zouden ze wel anders piepen!

JANEY (dromerig) Winter in Wyoming...

CALAMITY De wegen verdwijnen onder het ijs... Wil je toch nog verder trekken, dan moet je de grootste sneeuwhopen eerst uit de weg ruimen... Er zijn dagen dat je huifkar maar zes mijl vordert... Zes mijl, terwijl de wagenwielen kraken van de vorst...

Janey gaat weer zitten lezen.

CALAMITY Tussen de rotsen is de kou nog een beetje draaglijk, maar als je op een open plek durft komen, blaast de gierende wind je zo van je sokken.

JANEY (lezend, giechelend) ... blaast de gierende wind je zo van je sokken...

De doodgraver sleept de dominee naar de put die hij gegraven heeft en gooit zand over het lijk.

CALAMITY Verschoning... Mijn taalgebruik laat weer eens wat te wensen over, zeker?

JANEY (glimlachend) Zo kun je het wel stellen, mama... Maar enfin, ik snap toch wel wat je bedoelt...

GRAVER Zand erover!

CALAMITY (toont het allemaal met uiterst plastische gebaren) Nu goed... er staat altijd wel zo'n klein kacheltje in die karren, waarin de vrouwen en kindertjes houtblokken en dennespaanders stoken, diep weggedoken in hun buffelhuiden en beverbont.

JANEY (leest) Maar dan nog... Ik heb geweten dat het kwik bevroor in het glas, Janey.

CALAMITY (trekt met haar geweer in de armen de wacht op) Het hout voor het kampvuur dat de wolven weg moet houden, hebben de mannen diep onder de sneeuw vandaan gehaald. Nu trekken ze buiten de wacht op.

JANEY (leest) 't Was mooi om zien. Mooi maar triest.

CALAMITY De vlammen laten de sneeuw smelten, maar even buiten de vuurcirkel bevriest dat gesmolten water opnieuw en zo ligt er rond elk vuur een blauwe cirkel van kristalachtig ijs.

JANEY (leest) O Janey, ik heb versteende ruiters gezien die van hun paard moesten gehésen worden, omdat ze tot aan hun knieën bevroren waren...

CALAMITY Ooit hebben we een kindje van trekkers begraven in zo'n lege bak, waarin scheepsbeschuiten werden opgeborgen...

De doodgraver zet een houten kruis op het graf van de dominee, buigt het hoofd, zegt:

GRAVER Amen.

En gaat af.

CALAMITY Mijn vader gooide er nog wat stenen bovenop, en daarna reden we er met de huifkar een paar keer overheen, om de grond goed aan te stampen... Misschien zouden de wolven er nu afblijven...

JANEY (staat op) Eerst wist ik niet goed wat ik met de brieven van mijn moeder moest aanvangen. Ik kon me trouwens al helemaal niet voorstellen dat het levensverhaal in dit schriftje geschreven was door mijn moeder.

In het Engelse salonnetje verschijnt Helen O'Neill met een dienblad en thee. Ze schenkt thee uit voor drie en gaat zitten theedrinken.

JANEY Mijn moeder, dat was toch Helen O'Neill?

CALAMITY (kijkt naar Engeland) Dat was toch een rustige, beschaafde mevrouw...?

JANEY Jij verhief nooit je stem, hé moeder?

HELEN (schenkt thee uit) Nee Jane-Irene. Ik verhief nooit mijn stem.

JANEY (knielt bij haar neer) Je hebt zo'n zachte witte handen, moeder...

HELEN Ja Jane-Irene. Ik heb zachte witte handen.

CALAMITY Janey... Ze zal zich afvragen wat zij in 's hemelsnaam te maken heeft met die vreemde vrouw uit het Woeste Wilde Westen...

JANEY Toen die vreemde vrouw die mijn mama zou zijn... Toen die vreemde vrouw wegliep van haar ouders, kon ze nauwelijks lezen of schrijven...

HELEN Zo is dat, Jane-Irene.

CALAMITY Ik wilde de olifant zien.

JANEY Alleen al het idee... weg te lopen bij je ouders... de koude rillingen gaan ervan over m'n rug lopen, moeder...

HELEN Ze wilde de olifant zien, Jane-Irene.

JANEY De olifant zien?

HELEN Ja... Tenminste, dat neem ik aan. Je moet dat begrijpen, Jane-Irene...

CALAMITY De olifant zien... Het is een uitdrukking die iederéén kent in het Wilde Westen.

JANEY Maar hoé moet ik dat dan begrijpen?

HELEN Het betekent zoveel als een nieuw landschap zien, Jane-Irene... Nieuwe ervaringen opdoen... Snap je?

CALAMITY Dromen van het goud dat achter de heuvel te vinden is en tot de slotsom komen dat er helemaal niks meer te rapen valt.

HELEN Zij heeft veel olifanten gezien, neem ik aan...

Janey gaat zitten theedrinken bij Helen. Kapitein Jim verschijnt in Engeland. Hij neemt een potje inkt, een pennestok en een woordenboek uit een kast.

JANEY Mijn vader...

CALAMITY Kapitein O'Neill zul je bedoelen.

JANEY Kapitein Jim...

HELEN Je tweede vader heeft deze vreemde vrouw die nauwelijks kon lezen of schrijven op het rechte pad geholpen, Jane-Irene.

CALAMITY Dat is waar. Hij heeft me vanuit Engeland één en ander opgestuurd.

JIM Een potje inkt, een pennestok, een woordenboek.

CALAMITY Zo kon ik mezelf leren lezen en schrijven.

Jim gaat met het schrijfgerei bij de twee vrouwen zitten theedrinken.

JIM Ieder woord dat ze niet kende, zocht ze op in het woordenboek. En daarna probeerde ze het over te schrijven, zo mooi ze kon.

CALAMITY Omdat ik met jou wilde praten, Janey...

JIM Ze heeft je aan ons gegeven, omdat ze niet wilde dat jij hetzelfde barre bestaan zou leiden als zij, Jane-Irene.

HELEN Maar dat betekende nog niet dat ze niet meer met jou zou willen praten...

CALAMITY En dit was de enige manier waarop ik dat kon doen, verdomme! (slaat gauw een kruisteken en de ogen ten hemel) Verschoning, Hemelse Vader. 't Was eruit voordat ik het wist.

JANEY Maar wil ik wel met hààr praten?

CALAMITY (hand achter haar oor - naar Jim en Helen) Wat zegt ze?

JANEY Wat hebben wij elkaar in Godsnaam te vertellen?

CALAMITY Wat...?

JANEY Zij... het... is een vrouw uit andere wereld!

HELEN Jane-Irene!... Dat zegt een welopgevoed meisje toch niet over haar natuurlijke moeder!

CALAMITY Ze schaamt zich voor mij.

JANEY Maar het ís toch zo!? Ze zou zich schamen voor mij!

JIM Zij... voor jou?
CALAMITY Ze schaamt zich voor mij. Voor mij en mijn kleren die al weken niet zijn gewassen en die stinken naar bloed en bruskruit...

JANEY Ze zou zich schamen voor mij. Voor het afgeborstelde porseleinen popje van een keurige Engelse juffrouw, ik weet het zeker!

HELEN Jane-Irene!...

CALAMITY Zeg hela! Wie schaamt er zich hier nu eigenlijk voor wie?

JIM De moeder voor haar dochter of de dochter voor haar moeder?

HELEN Het moet toch mogelijk zijn, Jane-Irene... tot een soort gesprek te komen met... met hààr? Ten slotte ben ík toch ook al enkele jaren dood en zit jij hier nu gezellig met mij te converseren!

JIM Daar zegt wijlen mijn echtgenote zoal iets, Jane-Irene... Je praat toch ook met míj, nu? En ik ben er alleen maar in jouw gedachten! Waarom zou je dan niet met hààr kunnen praten!?

JANEY Over de hele Atlantische Oceaan en al die verloren jaren heen?

JIM Waarom zou je niet in gedachten met je échte moeder kunnen praten?

HELEN Ja... Waarom niet?

JANEY (kijkt naar Calamity - aarzelend) Ik zou... zo voor mezelf... kunnen antwoorden op de vragen die ze stelt... in haar brieven... Hardop... Alsof ze zich bij mij in ons mooie salon bevindt...

Terwijl het rituele theedrinken in Engeland doorgaat voor Jim en Helen, gaat Janey achter de piano zitten en speelt ze het melodietje van "Greensleeves" (Vaughan Williams). In Amerika verschijnen twee Desperado's van Deadwood, die Calamity onverhoeds overvallen, maar door haar worden neergeknokt. Ondertussen:

CALAMITY Wat zou jij nu aan het doen zijn in het verre Engeland, mijn kleine lieve Janey?

JANEY Ik speel piano, mama.

CALAMITY (tot de Desperado's) Horen jullie dat? Terwijl ik een stuk of wat zuipschuiten en gokkers te lijf ga...

HELEN ... speelt Jane-Irene piano.

JIM Jane-Irene speelt bijna àlle dagen piano.

Het knokken is ten einde. De Desperado's blijven uitgeteld liggen. Onder de volgende replieken verschijnt de Doodgraver en gaat hen inspecteren, hun maat nemen en die noteren in zijn notaboekje.

CALAMITY (ingespannen turend) Misschien heb je wel witte handschoentjes aan...?

HELEN Zo is dat.

JANEY Toen ik een jaar of twaalf was, kreeg ik die van papa...

CALAMITY Van meneer O'Neill?

JANEY Van Kapitein Jim, ja...

HELEN Een paar witte handschoentjes.

CALAMITY Met gaatjes, waardoor je roze velletje komt piepen...?

JANEY Ja mama. Zo is dat.

DESPER.1 Blijf van mijn lijf, man!

GRAVER Oh sorry.

DESPER.2 Wij leven nog!

GRAVER Het spijt me.

De Doodgraver gaat af. De twee Desperado's slepen zich de scène af.

CALAMITY (wendt zich af van Engeland) O Janey, wat zou je me gelukkig maken als je zo af en toe eens aan mij zou willen denken...

Licht boven Engeland fade out. De melodie van "Greensleeves" maakt de overgang naar:

DERDE TAFEREEL

... en wordt bruusk verstoord door een pijl die zich trillend in het zadel van Calamity Jane plant.

CALAMITY Verdomme! (met een blik naar boven:) En verschoning, Hemelse Vader! Maar daar zijn ze weer! Die verdomde roodhuiden! Hoog tijd voor een schietgebedje!

Calamity zoekt dekking achter het zadel en begint in het wilde weg te schieten. Het regent nu pijlen op de blokhut, in het zand, in de cactussen, op het zadel. Af en toe klinkt er een wilde kreet van pijn, gevolgd door een doffe plof. Dan roept Calamity telkens:

CALAMITY Hallellujah! God hebbe zijn ziel!

De pijlenregen houdt op. Calamity komt achter haar zadel vandaan en gaat erop zitten. Ze herlaadt haar revolvers. De Doodgraver verschijnt en neemt een afwachtende houding aan.

CALAMITY Zou ik haar over àl mijn schietgebedjes vertellen? Of alleen over mijn grote schietgebeden?

GRAVER Little Big Horn?

CALAMITY Little Big Horn, mmm... Nadat generaal Custer daar zijn laatste slag had geleverd...

De Doodgraver knikt enthousiast.

CALAMITY De Indianen hadden kipkap gemaakt van al die soldaten. Armen en benen afgehakt, ogen uitgestoken, neuzen afgesneden, koppen gescalpeerd. Tsja, ze leveren grondig werk die Sioux, dat moet ik toegeven.

Plotseling lijkt alleen Calamity iemand op te merken achter haar. Ze reageert bliksemsnel en schiet. Een wilde kreet en een doffe plof.

CALAMITY Hallellujah. God hebbe zijn ziel.

GRAVER Amen.

CALAMITY (kuchend van de kruitdamp:) 't Is dat dat altijd zo op uw adem pakt, hé. Enfin, 't was ook een beetje Custer zijn fout. Hij had een Indiaans dorp aangevallen. Armen en benen afgehakt, ogen uitgestoken, neuzen afgesneden, koppen gescalpeerd. Hij leverde altijd grondig werk die Custer, dat moet ik toegeven. Spijtig dat hij al bij Onze Hemelse Vader is, nietwaar?

GRAVER Vindt u?

CALAMITY 'k Ben twee dagen na de slag bij Little Big Horn eens gaan kijken.

GRAVER Ik ook.

CALAMITY Ah ja? Heb je zijn armen en zijn benen daar dan ook in 't rond zien slingeren?

GRAVER Zijn neus lag in de struiken en zijn ogen vond ik in 't kreupelhout.

CALAMITY Ja... En zijn stomme kop die lag nog ergens anders, ik weet niet meer precies waar...

GRAVER Ik ook niet.

CALAMITY Enfin, wij hebben daar dan een graf voor gedolven, hé?

GRAVER Zijn romp in een zadeldeken gewikkeld...

CALAMITY ... dat hele geval in die kuil gegooid...

GRAVER ... 'amen' gezegd.

CALAMITY En dat was dat. O ja, zijn neus heb ik in een zakdoekje gestoken en ook in die put geworpen. Ik kon hem daar toch moeilijk laten liggen, hé? (slaat de ogen ten hemel, lijkt te luisteren) U hebt gelijk, Hemelse Vader, ik mag nu niet sentimenteel worden. Met al die duizenden Sioux om me heen. 't Verwonderde me wel een beetje dat ze me aanvielen, moet ik zeggen. Gewoonlijk laten ze mij met rust. Ze denken dat ik zot ben en dus houden ze hun handen thuis. 't Is hun geraden ook! Ik zou de Sioux niet te eten willen geven die ik met een schietgebedje in uw richting heb gestuurd, Hemelse Vader!

De Doodgraver schraapt zijn keel.

CALAMITY Nee. Voor jou heb ik hier geen werk meer. Enfin, nog niet. Sorry.

De Doodgraver gaat af. Calamity staat op en loopt de blokhut in. Ze keert terug met een banjo en gaat op haar zadel zitten tokkelen.
CALAMITY Ik mag nu niet sentimenteel worden... Ik moet mijn gedachten een beetje verzetten...

Calamity Jane begeleidt zichzelf op de banjo, terwijl ze zingt:

Oh Calamity!... Calamity Jane,
ruwe edelsteen,
wildwestfenomeen,
Calamity Jane...
Waar jij verscheen,
ging iedereen heen,
oh Calamity Jane!

Calamity houdt op met spelen.

CALAMITY Over Little Big Horn zal ik haar maar beter niks vertellen, zeker...? Maar over mijn werk als koetsier voor Custer, ja... dat zal wél geschikt zijn voor de tere oortjes van mijn kleine lieve Janey! (gooit de banjo weg) Goh Janey, ik kon een koets mennen, zeg! Dat had je moeten zien! Heel wat mannen waren daar héél jaloers op, hoor! Het gaf je zo'n gevoel van... van vrijheid hé als je... (doet alsof ze een koets met paarden ment en roept:) Juuhh Black Devil!... Come on Chimney!... Yeah!

Een paard begint te hinniken en te briesen.

CALAMITY (roept) Koest Satan, verdomme! Jij speelt niet mee, vandaag!

Licht op Engeland fade in.
Daar zit Janey op een tafel als op de bok van een koets. Ze heeft stoelen voor de tafel geplaatst - de stoelen stellen paarden voor. Janey speelt het verhaal dat Calamity vertelt.

JANEY De wildste tocht die Calamity Jane ooit had gemaakt, begon in het ravijn van Deadwood en eindigde in Abilene. Wild Bill, mijn échte vader, en Calamity Jane begeleidden toen een postkoets.

CALAMITY Onze wisselkoetsier - God hebbe zijn ziel! - kreeg een blauwe boon in zijn bast.

GRAVER (komt even om de hoek van de hut piepen:) Amen!

CALAMITY Wild Bill dacht dat de Sioux hem koud gemaakt hadden, maar ik had gezien dat het bleekgezichten waren... Ze hadden het gemunt op het stofgoud dat we vervoerden.

JANEY Toen daagde Wild Bill haar uit alléén met de postkoets verder te rijden. Hij zou ervoor zorgen dat de bandieten haar niet in de rug konden aanvallen. Een paar tellen later zat zij al op de bok.

CALAMITY De desperado's bleven achter de koets aan zitten en een paar mijl verder hoorde ik een schot.

Er weerklinkt een schot.

JANEY Hallellujah!

CALAMITY Ik vreesde het ergste voor Wild Bill.

JANEY God hebbe zijn ziel!

GRAVER (komt even om de hoek van de hut piepen:) Amen!

Twee Desperado's naderen Calamity in een parodie op het typische western-duel (genre High Noon; voor de rest is het zo dat je in westerns wel eens de indruk krijgt dat zodra een "slechte" is doodgeschoten, hij buiten beeld rechtkruipt om elders weer aan het gevecht deel te nemen, dit met de bedoeling figuranten uit te sparen - het is dit effect dat hier wordt beoogd).

CALAMITY Toen er nog een paar schoten weerklonken...

De twee Desperado's lossen elk een schot en vallen dodelijk getroffen neer, met woeste kreten etc. (alsof het een wedstrijd is: "wie van ons kan het mooiste sterven?"). De Doodgraver verschijnt en begint te applaudiseren.

CALAMITY ... nu dichterbij... besefte ik dat Wild Bill waarschijnlijk al was neergeschoten door de desperado's... en dat ze míj nu op de hielen zaten.

De Desperado's staan op, kloppen het stof van hun kleren en beginnen opnieuw Calamity Jane te benaderen. De Doodgraver trekt zich teleurgesteld terug.

JANEY Jiiihààà Black Devil!... Come on Chimney!... Go for it, Scatty!... En koest, Satan verdomme!

CALAMITY Het begon al donker te worden. De desperado's naderden. Ik moést iets doen!...

JANEY En dus sprong ze van de bok op het achterste paard... (springt op de achterste stoel) en vandaar op haar rijpaard, dat opzij aan de koets was vastgebonden (springt op een aparte stoel). Ze maakte zich uit de voeten, de desperado's gingen achter de koets aan en even verder reed ze regelrecht in de armen van...

In Amerika duikt Wild Bill op voor Calamity, die schrikt. Ook de twee Desperado's schrikken - letterlijk - terug.

CALAMITY Wild Bill!

JANEY 'Als ze de koets te pakken hebben, is het voor ons een koud kunstje hén te pakken te krijgen!' riep hij haar toe.

CALAMITY Hebben ze joù dan niet te pakken gekregen?

BILL (grijnst) De kunst is ze te pakken voor ze jou te pakken krijgen, schatje.

Wild Bill schiet achteloos een Desperado neer, die mikt op Calamity.

CALAMITY Zie... Dat pakt mij nu, zie...

Calamity en Bill rennen af, en Calamity schiet ondertussen de tweede Desperado neer, die met een woeste kreet en een doffe plof neervalt.

JANEY En zo werden de rollen omgedraaid en gingen zij achter de bandieten en achter hun koets aan.

De eerste Desperado "ontwaakt uit de dood" en gaat op de vlucht voor Calamity en Bil. Ze rennen alle drie af. Er weerklinkt een schot en de Desperado tuimelt het podium op en valt dood. Een derde Desperado gaat bij de nog dood liggende eerste Desperado zitten, doet hem "ontwaken" en zij beginnen te konkelfoezen ("het stofgoud onder elkaar te verdelen").

JANEY De schurken hadden de koets ondertussen al tot stilstand gebracht en waren druk bezig het stofgoud onder elkaar te verdelen. Ze maakten geen schijn van kans.

De Doodgraver verschijnt, neemt de maten van de dode Desperado en begint een put te graven. De dode Desperado "ontwaakt", slaat het stof van zijn kleren en voegt zich bij zijn twee collega's.
JANEY Hoe zouden ze ook? Zij waren met twee en die bandieten waren ocharme maar met negen! En zo stuurden Wild Bill Hickock en Calamity Jane die avond acht zwarte zielen met een paar dozijn schietgebedjes naar Onze Hemelse Vader, Hallellujah!

Er weerklinken acht schoten. De drie Desperado's sterven ieder drie keer. Calamity en Bill keren terug met rokende revolvers.

CALAMITY Zeg es, Bill... Kreeg jij die dag dan echt geen énkele blauwe boon in je bast?

BILL Calamity, Calamity... Ben jij mijn lijfspreuk van die dagen dan al vergeten?

CALAMITY Eerst schieten en dàn vragen stellen?

BILL Hallellujah!

Calamity en Bill schieten achteloos in het rond - twee "ontwaakte Desperado's" vallen met wilde kreten en doffe ploffen weer ter aarde. De Doodgraver begint in een hels tempo te werken. Janey kijkt naar hen.

BILL (blaast de rook uit de loop van zijn revolver) God hebbe hun ziel.

CALAMITY Mag ik dan nu vragen stellen?

BILL Ik luister.

CALAMITY Ben jij niet dood, Bill?

BILL Niet voor jou, Calamity. En niet voor Janey.

CALAMITY (werpt zich in zijn armen) Oh Bill...

BILL (neemt teder haar hoofd tussen zijn handen) Zolang ik hiér... nog in leven ben... ga ik niet dood, Calamity.

JANEY (kijkend naar Bill & Calamity - huilend) Nu niet sentimenteel worden, hé Janey... Je weet niet eens of het zó is gebeurd en niet anders... Je stelt het je alleen maar voor... Nu niet sentimenteel worden, hé...

BILL (maakt zich los uit de omarming) Janey heeft gelijk. The story must go on!

JANEY Ze hebben dan een eenvoudig...

GRAVER ... maar groot...

JANEY ... maar groot graf gedolven voor die arme bende desperado's.

BILL En we hebben een aantal kerven in de kolven van onze revolvers gemaakt... (maakt met zijn dolk enkele kerven in de kolf van zijn revolver)

CALAMITY (idem) ... gelijk aan het aantal schurken dat we die dag met een eenvoudig maar doeltreffend schietgebedje naar Onze Hemelse Vader hebben gestuurd...

GRAVER (overwerkt) Amen!

CALAMITY (tot Janey - stelt haar Wild Bill voor) Zie je, Janey?... Dit is nu je échte vader.

JANEY (maakt een révérence naar Bill) Aangenaam.

CALAMITY Hij heet niet Jim O'Neill, maar...

BILL (neemt galant zijn hoed af voor Janey) James Butler.

CALAMITY Iedereen noemt hem echter Wild Bill Hickock.

BILL Ik kreeg die naam in Rock Creek toen ik daar een paar moordenaars neerlegde.

CALAMITY Knappe vent, hé Janey? Meer dan tien jaar ouder dan ik, maar dat is hem niet aan te zien hé? (knijpt in zijn bil) Geen grammetje vet hé?

JANEY Hallellujah!

BILL Ik was marshall in Abilene, één van de ruwste stadjes van het Wilde Westen.

CALAMITY Maar hij had gezag hé, je échte vader.

BILL Ik hoefde maar een saloon binnen te komen, of men maakte al plaats voor mij aan de gokkerstafel.

CALAMITY Nee Janey, je échte vader was geen kapitein van een koopvaardijschip met een smetteloze staat van dienst.

JANEY Mijn echte vader was een gokker en een revolverheld die toevallig politieman werd.

CALAMITY Ik leerde dit stuk kennen in 1870, nadat ik in een saloon in Abilene enkele desperado's bezig had gehoord over hem.

De vier stemmen van de vier Desperado's weerklinken. Allen luisteren.

STEM 1 We gaan hem neerleggen...

STEM 2 De marshall...

STEM 3 Hij zwaait hier al veel te lang de plak!

STEM 4 God hebbe zijn ziel!

GRAVER Amen!

Hij sleept de drie Desperado's die nog op de scène liggen naar de put, gooit hen erin en begint er zand over te doen.

CALAMITY Vier ruige gasten waren het, met stoppelbaarden en ongure blikken en...

GRAVER Zand erover!

BILL Zij dacht meteen:

CALAMITY Ah neen hé, dat feestje gaat niet door! Vier tegen één? Forget it!

BILL En ze verliet de saloon om mij...

CALAMITY ... die knappe marshall...

BILL ... te waarschuwen voor de komst van het viertal.

CALAMITY Tegelijk liepen ook de bandieten naar buiten.

GRAVER Niet zo snel, asjeblief! Niet zo snel!
BILL Hun paarden waren sneller dan die knol van je mama, zodat de schurken het eerst bij mijn blokhut aankwamen.

JANEY En toen?

Bill begint koffie te zetten boven het kampvuurtje. Hij gaat daar samen met Calamity zitten koffiedrinken en herinneringen ophalen. Janey gaat zitten en kijkt vanuit Engeland ademloos toe. De Doodgraver haalt drie houten kruisen en zet die bovenop de putten van de drie begraven Desperado's. Daarna rent hij af.

BILL Weet je nog?

CALAMITY O ja...

BILL Je kroop op handen en voeten door de struiken, dwars door de bende bandieten heen, die in allerlei hinderlagen rond mijn hut lagen... en dat allemaal om mij te melden dat ik uit mijn doppen moest kijken...

CALAMITY 'Hé! Pas op!' schreeuwde ik, terwijl ik de hut binnen stormde. 'Er zitten er daar vier in het struikgewas, die je willen neerleggen!'

BILL Och...

CALAMITY ... trok hij de wenkbrauwen op.

BILL Is het weer zo ver?

CALAMITY (knikt) Ja hoor!

BILL Kom dan hier maar achter de deur staan, knappe meid. Dan kan er je niks gebeuren.

CALAMITY Twee van die kerels kregen nog niet eens de tijd om binnen te komen...

Wild Bill schiet achteloos twee keer. Twee kreten van pijn gevolgd door twee doffe ploffen.

CALAMITY ... of Wild Bill Hickock had ze al met een schietgebedje naar Onze Hemelse Vader gestuurd.

BILL Hallellujah!
JANEY God hebbe hun ziel.

GRAVER (off - wanhopige vanwege het overwerk) Amen!

CALAMITY Ondertussen was het aardedonker geworden.

Het licht boven Amerika dimt.

CALAMITY Wild Bill raakte gewond door een schampschot aan zijn voorhoofd en ik dacht al dat het met hem afgelopen was.

BILL Eén van de bandieten had mij horen vallen en kwam naderbij.

Een Desperado sluipt naderbij en strijkt een lucifer aan op zijn laars.

CALAMITY Hij streek een lucifer aan om te zien of de marshall wel goed dood was.

Bill blaast de lucifer uit, er weerklinkt een schot en de Desperado valt dood neer.

CALAMITY Ongelooflijk, Janey! Ik heb hem niet eens zien richten! En toch... Wild Bill schoot en die desperado was zo dood als een pier, God hebbe zijn ziel!

BILL Hallellujah.

De Doodgraver verschijnt.

GRAVER (moedeloos en vermoeid) Amen.

Hij begint een nieuwe put te delven.

CALAMITY Want Wild Bill Hickock miste nooit, Janey... Hij schoot altijd eerst...

BILL ... uit zelfverdediging...

CALAMITY ... en stelde daarna de vragen...

GRAVER (bang) En wat gebeurde er met die vierde desperado?

BILL Die heb ik laten lopen.

GRAVER Oef!

BILL Grootmoedigheid siert een man van mijn kaliber!

GRAVER Dank u.

CALAMITY (tot Bill) Ik heb je daarna een tijdje verpleegd, weet je nog?

Bill knikt en streelt haar over het hoofd. In Amerika verschijnen de Vier Wijven van Deadwood. Ze gaan in een hoekje staan konkelfoezen.

CALAMITY En op een dag streelde je mij over het hoofd...

BILL Voortaan heet jij Calamity Jane...

CALAMITY Hoor je 't, Janey?

JANEY Calamity Jane...

WIJVEN Ràmpen-Jane.

CALAMITY Zo noemde Wild Bill Hickock je moeder, Janey.

WIJF 1 Omdat ze rampen veroorzaakte...

WIJF 2 Onheil!

WIJF 3 Ellende!

WIJF 4 O ja!

CALAMITY O nee!... Omdat ik jou van een grote ramp had geréd, is het niet Bill?

BILL O ja!

JANEY En zo is dus je bijnaam ontstaan...?

WIJF 1 Rampen Jane...

WIJF 2 Veroorzaakt rampen!

WIJF 3 Brengt Onheil!

WIJF 4 En Ellende!

WIJVEN O ja!

CALAMITY (springt op) En laat je maar niks wijsmaken door die teringwijven en die schijtlaarzen...

WIJVEN (geshockeerd) Oh!

CALAMITY (met een blik naar boven) Verschoning Hemelse Vader!... Maar waar was ik nu weer gebleven?

BILL Bij de teringwijven en de schijtlaarzen...

CALAMITY ... van Deadwood juist ja, of van waar dan ook! Laat je maar niks door hen wijsmaken, Janey! Calamity Jane veroorzaakt geen rampen, ze voorkómt ze!

GRAVER Amen!

Hij sleurt de Desperado naar de put, gooit hem erin en begint hem toe te dekken met zand.

GRAVER En zand erover!

BILL In Abilene zijn wij dan in het huwelijk getreden.

JANEY En drie jaar later werd ik geboren.

BILL Dat was in 1873.

WIJF 1 Ze waren niet eens getrouwd...

CALAMITY En laat je nooit... laat je nóóit ofte nimmer wijsmaken dat wij niét getrouwd waren, toen jij werd geboren, Janey!

WIJF 2 Het kind zal nooit een échte vader en een échte moeder hebben!

CALAMITY Dat jij geen échte vader en geen échte moeder zou hebben! Laat je dat nóóit wijsmaken, hoor je?

WIJF 3 Ze is de grootste leugenaarster van het Wilde Westen, Calamity Jane!

CALAMITY Het is niet waar!

WIJF 4 Oh jawel!

CALAMITY Jullie zijn het die mij die reputatie hebben gegeven! En trouwens, op dàt punt zou ik nooit liegen! Nooit!

WIJF 1 En Mulldog dan?

CALAMITY Wat is er van Mulldog?

BILL (tot Calamity) Ja... Wat is er met die Mulldog?

WIJF 2 (tot Bill) Vlak voor haar dood heeft ze een meneer Mulldog leren kennen.

WIJF 3 Hij was geïnteresseerd in haar levensverhaal. Zei hij... (denkt daar duidelijk het hare van:) Ha!

WIJF 4 Ze heeft hem de ene leugen na de andere wijsgemaakt.

BILL Is dat waar, Calamity?

CALAMITY Die ouwe dwaas geloofde me nog ook... Hallellujah, zei hij en hij schreef al die nonsens letterlijk op. Hij hoopte er geld mee te verdienen. Ik dacht nog: als hij dat ooit durft drukken, wordt het een ramp. Dan zal het Westen een totaal verkeerd beeld krijgen van Calamity Jane!

GRAVER Zand erover!

Hij gaat een kruis halen om het op het verse graf te zetten en verdwijnt daarna.

CALAMITY De Doodgraver heeft gelijk... Zand erover! Ze mogen mij dan al de grootste leugenaarster van het Wilde Westen noemen, als het op jou of op Janey aankomt, Bill, zou ik nooit gelogen hebben! Nooit!

BILL (doet haar weer neerzitten) 't Is al goed, Calamity. Wind je niet op. Je kunt het toch bewijzen...? Dat je op dat punt niet liegt...?

WIJF 1 Ah ja?

WIJF 2 Bewijs het dan, Rampen Jane! Bewijs het dan!

WIJF 3 Ja! Wij eisen bewijzen, Rampen Jane! Bewijs het dan!

WIJF 4 Oh ja!

CALAMITY Goed... (tot Janey:) Janey... (tot de Wijven van Deadwood:) Wijven van Deadwood... Ik zàl het bewijzen! Er bestaat namelijk een heuse àkte van ons huwelijk!

Janey gaat op zoek naar het schriftje, vindt het, diept de akte eruit op.

JANEY Dit hier?

CALAMITY Ze is met de hand geschreven door de dominee uit Abilene die ons heeft getrouwd.

BILL Ik wilde er een échte van laten maken.

JANEY Is deze dan vals?

CALAMITY Hij bedoelt een gedrukte. Als het voor hem niet gedrukt staat, is het niet echt. Hij weet nog niet dat je ook kunt liegen alsof het gedrukt staat. Hoe dan ook, Janey, Wijven van Deadwood, die akte bewijst zwart op wit dat Bill en ik getrouwd waren zoals het hoorde, toen Janey werd geboren.

WIJF 1 (gaat de akte van Janey van dichterbij bekijken, maar blijft in Amerika) Dat vodje ziet er niet erg officieel uit...

BILL Zie je nu wel? Als het niet gedrukt staat...

CALAMITY (onderbreekt) Het was het enige wat die dominee voor elkaar kon krijgen, zo ver van de bewoonde wereld...

JANEY Ik begrijp het...

CALAMITY En wat zat er verder nog bij het schriftje?

JANEY Een speld... (ze toont de speld die ze draagt)

CALAMITY (stoot Bill aan) Zie je dat, Bill? Wijven?

WIJF 2 En wat zou dat?

WIJF 3 Een speld?

WIJF 4 Ze ziet er nogal goedkoop uit.

WIJF 1 Poeh!

BILL (ontroerd) Ik zie het.

CALAMITY Nu niet sentimenteel worden hé.

BILL (wist tranen van zijn gezicht) Verschoning. Het is alleen omdat ze... omdat ze nog van mijn moeder komt.

JANEY Mijn grootmoeder?

CALAMITY Jouw grootmoeder, Janey...

BILL (staat op, steekt zijn handen uit naar Janey) Want al mijn schatten, Janey...

CALAMITY (staat op, steekt haar handen uit naar Janey) En al míjn schatten...

BILL ... ze zijn allemaal voor jou.

JANEY Er zaten ook twee revolvers bij het schriftje.

BILL (handen op zijn holsters) Deze.

CALAMITY De revolvers die ik voor hem moest bewaren...

BILL (trekt de revolvers) Die met de zevenentwintig kerven in de kolven, van al de desperado's die ik heb neergelegd...

CALAMITY God hebbe hun ziel...

BILL ... een blauwe boon in hun bast geschoten...

GRAVER (komt om de hoek van de hut piepen:) Amen!

BILL ... of met een schietgebedje naar Onze Hemelse Vader gezonden...

WIJVEN (geshockeerd maar ook verrukt) Oh ja!

BILL (gooit de revolvers naar Janey toe) Allemaal voor jou, Janey! Allemaal voor jou!
JANEY (raapt de revolvers op) Maar wat moet ik aanvangen met twee revolvers van een man die ik nooit heb gekend?

BILL Hoezo!? Ik heb me toch voorgesteld zoals het hoort?

JANEY (kijkt naar Wild Bill) Of van wie ik niet eens zeker ben dat ik hem wel zou willen kennen?

WIJVEN (verrukt) Oh ja!

CALAMITY (doet snel haar ring af) Ook deze ring is voor jou, Janey...

BILL (vindt het niet leuk) De trouwring? Die ik je heb gegeven in Abilene? Toen wij daar samen waren?

CALAMITY Ik was zo vreselijk jaloers... op iedere vrouw die in zijn buurt kwam.

WIJVEN (verrukt) Oh ja!

BILL (grijnst) Mama Werly... het danseresje in haar zwarte netkousen en haar roze rokje.

CALAMITY Kun je je dat een beetje voorstellen, Janey? Zie je mij al lopen met zwarte netkousen en een roze rokje?

BILL (over Calamity - tot Janey) Zij draagt nooit vrouwen-kleren!

CALAMITY (tot Bill) Ik was bang dat je voor Mama Werly zou bezwijken.

BILL (trots) Maar ik bezweek niét!

WIJVEN Oh nee?

CALAMITY Nee.

WIJF 1 Hij bezweek voor Agnes Lake.

CALAMITY Godverdegodverdomme! (met een blik naar boven) Driedubbele verschoning, Hemelse Vader! Maar ik heb nooit goed begrepen wat hij in dat mens heeft gezien!

WIJF 2 Ik wel.
BILL Ah nee?

CALAMITY Nee! Haar bovengebit hing tot halverwege haar kin en als ze op een paard zat, kon je bijna niet zien wie het paard was en wie de ruiter!

WIJVEN (geshockeerd) Ah!

BILL Nu overdrijf je toch wel een beetje, Calamity.

CALAMITY (tot Janey) Omdat ik zoveel van hem hield, en omdat ik het hem niet moeilijker wilde maken dan het al was, stemde ik toe in een echtscheiding.

JANEY (geschokt) Een echtscheiding!?

Bill gaat er onder de volgende repliek van Calamity omzichtig vandoor:

CALAMITY Ik zie hem nog van me weg rijden, Janey, om met Agnes Drake...

WIJVEN Lake!

CALAMITY ... te trouwen. Had ik jou toen niet in mijn armen gehad, dan zou ik niéts meer gehad hebben in het leven. En toch, Janey...

Bill draait zich om naar Calamity, kijkt haar aan.

CALAMITY (kijkt hem aan) Die blik in zijn ogen, toen hij zich nog een laatste keer naar mij omdraaide... Ik wéét dat hij ondanks alles altijd van mij is blijven houden. Ik wéét het!

Bill verdwijnt. Calamity laat zich op het zadel zakken. Janey gaat op een stoel zitten.

CALAMITY Toen hij weg was, voelde ik me verschrikkelijk rot, Janey. Ik heb me van heel mijn leven niet zo rot gevoeld als in die dagen daar in de Yellowstone Valley. Wat moest ik beginnen, alleen met een klein kind tussen de schijtlaarzen en de teringwijven...

WIJVEN (geshockeerd) Ah!

CALAMITY ... de desperado's en de roodhuiden? Ten einde raad... en ook een klein beetje om Wild Bill Hickock te pesten... heb ik je meegegeven aan Jim O' Neill. En vanaf dat ogenblik is Jim O'Neill heel zijn verdere leven voor jou blijven zorgen alsof je zijn eigen dochter was...

Licht op Amerika fade out. Licht op Engeland fade in. Daar zijn Jim en Helen achter Janey verschenen.

JIM Eerst dacht je moeder dat ze maar tijdelijk van jou zou gescheiden worden, Jane-Irene...

HELEN Maar Jim, die op dat moment nog in Amerika woonde, leerde mij kennen... Hier... In Engeland...

JIM Pas toen ik al in Engeland was, hoorde ik weer iets van je échte moeder.

HELEN Toen waren wij al getrouwd.

JIM Je échte moeder... had het er moeilijk mee.

HELEN Zou ze je nog ooit terugzien?

JIM Moest zij je meteen schrijven om alles uit te leggen?

HELEN Ze heeft je geschreven.

JANEY Tientallen brieven in dat kleine schriftje hier...

JIM Maar ze durfde ze nooit op te sturen.

HELEN Ze heeft nooit de moed gevonden om je de waarheid te vertellen, Jane-Irene...

JIM Als ze oud en moe zou zijn, ja dan...

HELEN Dan, Jane-Irene...

JIM Dan...

Licht boven Engeland fade out. We horen de melodie van "Greensleeves" die de overgang maakt naar:

VIERDE TAFEREEL

Licht boven Engeland fade in. Janey zit aan tafel met foto's.

JANEY Mijn échte vader keerde terug bij mijn échte moeder.

CALAMITY (STEM) En als er één van de Wijven van Deadwood over ons wou roddelen, dan gaf ik die een dreun waarvan haar tanden als saloondeurtjes naar achter floepten!

JANEY Als ik Calamity Jane - nou ja, mama dus... - mocht geloven, dan was Wild Bill er het hart van in dat ik in Engeland zat. Toen mijn stiefvader en mijn stiefmoeder vanuit Engeland een fotootje van mij naar mijn échte moeder stuurden, vroeg Wild Bill haar of hij het mocht hebben. Dat moet het fotootje geweest zijn dat op mijn zevende verjaardag van mij genomen werd.

Ze staat op en gaat zich in een spiegel bekijken.

JANEY Volgens mama heb ik de ogen en het voorhoofd van mijn vader, van Wild Bill, de revolverheld.

CALAMITY (STEM) Zoals je kijkt met die blauwe ogen van je, en met die lange zwarte wimpers, Janey... Zo ben je precies je vader.

JANEY De wangen en de mond had ik van hààr, beweerde mama. En misschien had ze wel gelijk.

Janey gaat weer naar de foto's zitten kijken. Jim en Helen verschijnen. Ze hebben ieder een foto bij zich.

JANEY Ik vroeg Kapitein Jim naar een foto van haar. Hij gaf er mij twee.

JIM (toont haar de foto) Hier... Zie je?

JANEY Ze draagt mannenkleren... En ze leunt zo stoer op dat geweer... Die hoed staat haar niet zo best, vind ik... En waarom kijkt ze zo kwaad...? Zo gekweld?

HELEN (toont haar gauw een andere foto) Hier draagt ze vrouwenkleren, Jane-Irene... Kijk.

JANEY Vrouwenkleren... en een vuurwapen.

JIM (meekijkend) Ze houdt haar trouwe hengst aan de teugel.

JANEY Hoe noemde ze die ook weer?

JIM Satan. Haar zwarte duivel.

HELEN Maar kijk... Kijk eens op de achtergrond!... Zo'n keurig huisje! Met een tuintje ervoor!... Is dat niet precies het soort huisje waarvan jij altijd hebt gedroomd, Jane-Irene?

JANEY Een poppenhuisje...

JIM Ze staat te ver af van de fotograaf, om haar gezicht goed te kunnen zien. Maar je ziet zelfs op deze foto nog dat jouw trekken ook de hare zijn, Jane-Irene.

JANEY En die van Wild Bill Hickock... Zijn blauwe ogen, zijn lange zwarte wimpers, zijn rossig haar...

HELEN Dít zijn je echte ouders, Jane-Irene.

JANEY Een pokerende revolverheld en een dronken lellebel.

HELEN Sht, Jane-Irene toch!

JANEY Ze wordt de grootste leugenaarster van het Wilde Westen genoemd. Wat moet ik geloven van haar hele verhaal? (springt op, tot Helen) Ben ik wérkelijk haar dochter, of verzint ze dat ook? (tot Jim) Is Wild Bill Hickock mijn vader, of heeft ze zich gewoon vergist van minnaar?

JIM Dat mag je niet zeggen, Jane-Irene...

JANEY Mag ik het dan tenminste dénken?

HELEN Sht... Stil maar!

JANEY Ze mogen mij hun ogen en hun voorhoofd en hun mond gegeven hebben, maar innerlijk lijk ik helemaal niet op hen! Ik lieg niet, ik drink niet, ik gok niet, ik stuur geen Indianen met een schietgebedje naar Onze Hemelse Vader, hallellujah!...

HELEN Een keurige jongedame neemt de Naam van God niet ijdel in de mond, Jane-Irene!

JANEY Ik bén een keurige jongedame en dit kunnen onmogelijk mijn ouders zijn! Ze verzint het! (tot Jim:) Ze heeft ook jou iets op de mouw gespeld, Kapitein Jim! Ik weet het zeker.

JIM Maar waarom heb je dan...

HELEN ... toen je nog een klein meisje was...

JIM ... 's nachts in bed...

HELEN ... zo vaak gedroomd van spannende avonturen in het Wilde Westen?

JIM Jane-Irene?

HELEN Alsof er iets in jou was achtergebleven van al wat zij ooit hebben meegemaakt...

JANEY (tot Jim) Misschien was het alleen maar de herinnering aan een verhaal dat ze jou ooit vertelden... Ik heb het met een half oor gehoord en ik ben het nooit vergeten, omdat het zo lekker spannend was...

HELEN Of omdat het een speciale betekenis voor je had?

CALAMITY (STEM) Dat fotootje.

JANEY Welk fotootje!?

Licht op Amerika fade in. Bill zit in het licht van een spot aan een tafel te kaarten te midden van de woestijn. Tegenover hem aan de tafel - met daarop flessen en glazen whisky, twee revolvers (van Wild Bill), kaarten en stapeltjes munten - zit Jack Mc Call. Calamity staat iets opzij, half in het licht, half in de duisternis.

CALAMITY Het fotootje van jou... Het zat in zijn zak, Janey... Kijk!

Janey kijkt. Wild Bill onderbreekt het pokerspel even om naar een fotootje te kijken. Dan herneemt hij het spel.

CALAMITY Het zat in zijn zak op de dag dat Jack Mc Call hem in de rug schoot, toen hij rustig in een saloon in Deadwood zat te pokeren.

Jack staat op, gaat achter Bill staan en schiet. Bill valt voorover, de kaarten nog in de hand. Jack gaat weg. Calamity komt in de lichtkring.

CALAMITY En laat je vooral nooit wijsmaken dat het een dronkemansruzie was, Janey! Jack McCall had de aanslag op Wild Bill Hickock koelbloedig gepland! Hij heeft gewoon zijn revolver in je vaders nek geplaatst en de trekker overgehaald!... Duizend dollar heeft hij ervoor gekregen. Dat was in Deadwood de prijs om een bemoeizieke marshall uit de weg te ruimen...

BILL (STEM) En ik had net zo'n goeie kaarten.

CALAMITY (kijkt naar de kaarten, toont ze aan Janey) Twee azen en twee achten.

BILL (STEM) Ik zou vast en zeker gewonnen hebben.

CALAMITY (toont de kaarten aan Janey) Weet je hoe ze twee azen en twee achten hier na zijn dood gaan noemen zijn, Janey? Weet je dat?

JANEY Nee...

CALAMITY De Dead Man's Hand, Janey.

BILL (STEM) De Dodemanshand.

CALAMITY (gaat aan de tafel tegenover de dode Bill zitten - grijpt naar een fles en drinkt) Ik raak wel eens een beetje aangeschoten en ik speel wel eens een beetje vals, maar dat heeft het leven ook met mij gedaan, Janey.

De Doodgraver verschijnt en begint een graf te delven in het zand.

CALAMITY Wild Bill was ik nu helemaal verloren en jou was ik al bijnà helemaal verloren...

Licht op Engeland fade out. We horen opnieuw een couplet uit de "Ballade van Calamity Jane":

Oh Calamity!... Calamity Jane,
waarom al dat geween?
Het gaat door merg en door been!
Calamity Jane...
jij had geen hart van steen,
oh neen, oh neen,
Calamity Jane!

CALAMITY Ik nam me voor je bij je achtste verjaardag in Engeland te bezoeken. Maar zo'n reis kostte natuurlijk een smak geld. Eerst moest ik zo'n twintigduizend dollar zien te winnen. Ik leende vijfhonderd dollar van een vriend. Die zou ik hem terug betalen, wanneer ik met het pokeren twintigduizend dollar had gewonnen van de jongens die aan de spoorweg werkten.

De Doodgraver sleurt Bill naar de put die hij gedolven heeft en gooit hem erin.

GRAVER God hebbe zijn ziel. Hallellujah.

Hij begint zand over Bill te gooien. Jack verschijnt in de lichtkring.

JACK Neemt u hiermee geen groot risico, mevrouw?

CALAMITY (legt haar twee revolvers op tafel) Ik neem nooit risico's.

Jack begint de kaarten te delen. Ze spelen.

CALAMITY Kijken?

JACK Kijken.

CALAMITY (ze draait haar eigen kaarten één na één om, en benoemt ze:) Aas - aas - acht - acht.

JACK (springt op) Maar dat kan niet! Dat zijn de kaarten die Wild Bill in zijn handen hield toen hij een blauwe boon in zijn bast kreeg!

CALAMITY De Dodemanshand...

JACK Dezélfde kaarten! Jij speelt vals, Calamity! Wild Bill heeft jou die truuk geleerd, is het niet?

Jack wil zijn revolvers trekken, maar Calamity is sneller. Twee schoten en Jack stort met een ijselijke kreet neer. De Graver houdt op met werken aan het graf van Bill en kijkt naar de gevallen en woest stuiptrekkende Jack.

GRAVER Amen. (richt zich tot Calamity:) Zand erover?

CALAMITY Hij heeft me nog wel meer truken geleerd, Wild Bill.

JACK (kreunend) God hebbe mijn ziel... (geeft de geest)

GRAVER Hallellujah.

De Graver gaat een kruis halen, zet dat op het graf van Wild Bill. Dan begint hij een nieuwe put te graven.

CALAMITY Zo kreeg ik in een paar weken tijd twintigduizend dollar bij elkaar. (graait de helft van het geld bij elkaar) De helft ervan moet dienen om de overtocht en mijn verblijf in Engeland te betalen. (graait de andere helft bij elkaar) Met de andere helft zal ik je verdere opvoeding bekostigen. (neemt een slok van de fles) Nu kan ik je eindelijk komen opzoeken, Janey! Voor het eerst in jaren zal ik je opnieuw zien, misschien zelfs in mijn armen houden! En ik zal je komen opzoeken in stíjl, Janey! Voor één keer in mijn leven zal ik er uitzien als iemand die écht iets voorstelt!

Licht fade out. We horen het melodietje van "Greensleeves".
Hier komt eventueel de pauze.