Deel 1 van het komisch kerstspel WAAR DE STAL BLEEF STILLE STAAN, van Guy Didelez en Dirk Dobbeleers

EERSTE BEDRIJF:
(Jef Temmerman komt op met een stapel planken en stapt de lift in. Hij geeft een vermoeide indruk.)
JEF: Amai, is me dat sleuren! Nu moet ik dringend efkes rusten.
(Hij legt de planken neer, gaat erop zitten en rolt een sigaretje. Op de achtergrond horen we “White Christmas”.)
Plezant he, dromen van een Witte Kerstmis… Er is zo nog niet genoeg miserie op de baan, zeker? Iedereen wil tegelijk cadeautjes gaan kopen! Wat gaat dat worden als het er nog bij gaat sneeuwen ook!
Ik heb daar een hekel aan he… Aan Kerstmis… Een belachelijk sprookske voor grote mensen… Djingelbellekes en engelenhaar en dan het kindje Jezus dat ineens uit het niets wordt geboren… (Imiteert leraar) Hoe heet uw vake, manneke? ‘k Weet niet, meneer, mijn moeke was onbevlekt… Ik geloof er de ballen van! De kerstballen! Bij Jef Temmerman, de roodste vakbondsafgevaardigde van heel de A en C, moeten ze niet met mirakels of hemelse stemmen afkomen! (Wil zijn sigaret aansteken)
BOBO: (Gezwollen, “hemelse” stem door microfoon) Jef Temmerman, moet gij niet werken!?
JEF: (Hij laat zijn sigaret vallen, springt op en kijkt paniekerig om zich heen.) Shit! Dat kan niet!
BOBO: Zijt gij van plan om heel de dag op uw luie kont te zitten?
JEF: Een lui kont… Als dat door een hemelse stem gezegd wordt, klinkt dat precies heel anders…
BOBO: Ik heb een taak voor u! Ik heb u uitverkoren! Schakel de lift uit en bouw ze om tot een kerststal die door heel de A en C gevoerd kan worden!
JEF: Jaja… Natuurlijk… Ik ben al bezig zie…
(Jef begint in de lift een raamwerk van planken te maken. Daaruit zal gaandeweg de kerststal groeien.)
BOBO: Als ik niet achter uw veren zit, dan doet meneer de klusjesman gene klop!
JEF: Rustig maar. Ik klop al! (Hij klopt.) Ge moet trouwens niet achter mijn veren zitten, ik ben gene kanarie.
BOBO: Dat is waar, gij zijt een kieken. (Hij lacht.) En dan nog één zonder kop. (Hij lacht nog harder.)
JEF: (Hij klopt naarstig verder, maar kijkt voortdurend rond op zoek naar de herkomst van de stem.) Ik begrijp het niet… Hier is toch niemand te zien?
BOBO: Let op! Straks klopt ge nog op uw…
JEF: (Hij klopt op zijn duim.) Godverdegodver… (Hij slikt zijn woorden in en kijkt naar boven.) Allé… Ik bedoel… Ge moet dat niet persoonlijk opnemen zene, maar ge moet dat begrijpen… Als ze op mijn handen staan te kijken, dan kan ik niets…
BOBO: Anders ook niet, Jef Temmerman.
JEF: Hij schijnt nog goed op de hoogte te zijn ook… Straffe toeren… (Hij bekijkt zijn duim.) Dat ziet er een ernstig werkongeval uit. Ik moet onmiddellijk naar de ziekenboeg. Waarschijnlijk wordt dat ziekenkas.
BOBO: Niks ziekenkas! Als ge al een slag van de molen hebt gehad, dan kan zo’n klein tikske met een hamer er nog wel bij.
JEF: Maar ik heb een serieus werkongeval!
BOBO: Volgens mij zijt gij een serieus werkongeval.
JEF: Ik zwans er niet mee. Ik ben echt arbeidsongeschikt.
BOBO: Dat zijt gij altijd al geweest! Werk voort of wilt ge dat mijn toorn over u komt?
JEF: (Begrijpt er niks van) Uw toren? Over mij… Nee… Nee… Natuurlijk niet… Zo’n toren als dat inzakt en over u komt… dat kan serieuze gevolgen hebben… (Hij slaat enkele keren met de hamer. We zien dat het pijn doet) Maar als het te zeer doet, mag ik toch efkes zuigen, hé?
(Hij steekt zijn duim in zijn mond. We horen een klik. Bobo verbreekt de verbinding… Op dat moment komt Maria De Maagd op. Ze heeft een karretje bij. Op de bovenste plank staan een thermos en enkele kopjes. Er liggen enkele pakken koekjes en een cake bij. Op de onderste plank liggen enkele kerstboompjes, al dan niet in kunststof. Maria zet die naast de kerststal.)
MARIA: (Ze is verliefd op Jef en behandelt hem poeslief.) Wat is er, Jefke? Ge staat er zo schattig bij. Ge gaat me toch niks wijsmaken, zeker?
JEF: Nee, Maria. Waarom?
MARIA: Omdat ge kennelijk iets uit uw duim staat te zuigen…
JEF: (Totaal overstuur) Ik zuig niks uit mijn duim.
MARIA: Oefent ge dan voor de rol van kindje Jezus misschien?
JEF: Nee, al heb ik wel een roeping.
MARIA: Wie roept u dan?
JEF: Een of andere hemelse stem!
MARIA: Pardon?
JEF: Ik zeg het u toch! Een hemelse stem! Ze komt zomaar van hierboven…
MARIA: Dat is meestal het geval met hemelse stemmen… Die komen zelden van beneden…
JEF: Van een toren! En die kan nog over mij komen ook… (Hij kijkt omhoog in de lift.) Maar ik zie hier helemaal geen toren?
MARIA: (Ze kijkt hem onbegrijpend aan) En ge krijgt dat dus van op uw duim te zuigen?
JEF: Ik heb op mijn duim geklopt. Daarom zuig ik… Gelooft ge me soms niet? Ik zie aan uw gezicht dat gij me niet gelooft!
MARIA: Geef nu toe… Het klinkt ook ongeloofwaardig… Jef Temmerman, de vakbondsafgevaardigde van de sossen, die aan een kersstal timmert en ineens een hemelse stem begint te horen…
JEF: Dat wezen van hierboven kan me trouwens ook zien! Het volgt al mijn bewegingen met argusogen… (Hij kijkt naar haar verbaasde gezicht.) Ge gelooft me niet, hé? Wacht, ik zal het u bewijzen! (Hij draait met zijn hand en roept…) He, wezen, wat ben ik nu aan het doen?
MARIA: Met uw hand aan het draaien!
JEF: Ik vraag dat niet aan u! Ik vraag dat aan die van hierboven! Wezen, wie ben ik?
MARIA: Volgens mij is het wezen niet thuis. Pak liever een stukske cake en drink een taske koffie. Misschien helpt dat…
JEF: Ik wil het wel eens proberen. Hopelijk ziet die van hierboven het niet.
(Hij zwaait met zijn handen. Er volgt geen reactie.)
MARIA: Zet u toch! (Ze duwt hem neer op een stapel planken.) Misschien zijt ge een beetje overspannen. Sommige psychiatrische gevallen horen dan stemmen. Ik vraag me af waarom het wezen juist de lift van de A en C gekozen heeft.
JEF: Het zou natuurlijk ook kunnen dat ik overwerkt ben.
MARIA: Ik zal wel efkes overnemen. (Jef begint een sigaretje te rollen.)
JEF: Kent gij dan iets van kerststallen bouwen?
MARIA: Even veel als gij…
JEF: Niks dus…
(Maria knikt.)
JEF: Waarom doet ge het dan?
MARIA: (Bekijkt hem verliefd) Is u dat nog altijd niet duidelijk Jefke? Als ik iemand kan helpen dan help ik… Vooral een knappe vrijgezel als gij…
JEF: Ik ben vrij gezellig, dat is waar. En dat wil ik zo houden, daarom trouw ik niet.
(Maria begint ontgoocheld te kloppen)
BOBO: Stop!
MARIA: (Zij denkt dat Jef stop gezegd heeft.) Nu al? Ik ben nog maar juist begonnen…
BOBO: (Streng) Stop daarmee, zeg ik!
MARIA: (Haar frank valt.) Maar… Maar dat zijt gij niet…
BOBO: Natuurlijk ben ik dat niet! Dat is die van hierboven. Hij houdt ons van op zijn toren in het oog!
MARIA: (Slaat kruisteken) Jezus Maria Jozef! Een miraculeus wonder! En dat in de lift van de A en C.
JEF: Dat “Alles en Comfortabel” zal het wezen aangetrokken hebben, zeker.
BOBO: (Streng) Jef Temmerman, had ik niet aan u gevraagd om die kerststal te maken?
JEF: (Hij springt weer op waardoor zijn sigaretje op de grond valt.) Shit! Dat is waar ook! Wacht Maria, er schiet me juist een truk te binnen om zijn toren niet te laten ontploffen zodat die niet over mij komt… (Hij komt dicht bij haar staan en kijkt haar recht in de ogen.)
MARIA: (Verliefd) Amaai, ge komt ineens zo dicht staan?
JEF: (Fluistert vertrouwelijk) Dat is omdat ik niet wil dat hij mij hoort… Wilt gij aan mijn kruis beginnen?
MARIA: (Kijkt naar zijn kruis) Uw kruis?
JEF: Ssst! Niet te luid! Het moet onder ons blijven…
MARIA: Ah… (Fluistert) Ik moet dus aan uw kruis beginnen?
JEF: Ja. Nu meteen. (Fluistert) Hij heeft dat graag…
MARIA: (Slikt) Wablief?
JEF: Om hem gunstig te stemmen ga ik boven op dat kersstalletje een kruis plaatsen. Dat zal hij graag hebben…
MARIA: Ha… Ha zo’n kruis… Ja… Jaja, natuurlijk wil ik dat doen.
JEF: Dat is goed, dat begin ik ondertussen aan de voorkant…
(Hij gaat met zijn plank naar de voorkant.)
MARIA: Kunt ge niet beter aan de zijkant beginnen? Dat werkt volgens mij beter…
JEF: (Gaat naar de zijkant) Allé, de zijkant dan maar…
BOBO: Jef Temmerman, wat doet gij nu? Ge kunt toch veel beter achteraan beginnen.
JEF: Maar Maria zei...
BOBO: Is Maria De Maagd hier de baas?
JEF: Nee...
MARIA: Ja...
BOBO: Achteraan beginnen heb ik gezegd.
(Jef gaat weer naar achter met de plank. Maria heeft daar inmiddels twee planken gelegd om een kruis te maken.)
MARIA: Ah nee he! Hier niet. Ge ziet toch dat ik hier bezig ben!
(Jef verplaatst zich met de plank.)
BOBO: Achteraan!
JEF: Als dat hier nog lang duurt, dan krijg ik plankenkoorts. Naar wie moet ik nu eigenlijk luisteren?
MARIA: Naar mij!
BOBO: Naar mij!
FRANS: Naar mij, want ik ben de baas! (Op, hij is beladen met kerstballen. Hij hangt die in de kerstbomen. De twee laatste hangt hij echter aan zijn oren.) Als chef van de promotie valt het bouwen van de kerststal volledig onder mijn bevoegdheid.
MARIA: Dat denkt ge toch maar… Deze stal staat op de vloer van de lift en als vloerhostess...
FRANS: Hoor dat aan, vloerhostess... Kuisvrouw wilt ge bedoelen, zeker.
(Maria reageert verontwaardigd. Aangezien Jef toch niet weet waar hij moet beginnen gaat hij zitten om een sigaretje te rollen.)
MARIA: Ik doe hier tenminste nog iets.
FRANS: Ik ook, ik delegeer en ik ben het brein. Ik bedenk de lumineuze ideeën. Nu ook weer. Een bewegende kerststal… (Hij demonstreert met zijn handen.) Op en neer… Op en neer…
MARIA: Ja, als het bij u maar op en neer gaat, dan zijt ge content he…
FRANS: (Hij zoekt toenadering tot Maria.) Ge kent mij he…
MARIA: En als gij mij zoudt kennen, dan zoudt ge weten dat ik op de Jef wacht.
FRANS: De vraag is alleen: “Wacht Jef wel op u?”
MARIA: Natuurlijk! Voorlopig heeft hij het alleen wat te druk met zijn werk.
(Jef wil zijn sigaret juist aansteken.)
FRANS: Jef, begin onmiddellijk aan die stal! Dan kunnen we straks nog met de kerstfiguren beginnen!
(Jef zet zich langzaam weer in beweging en begint aan de zijkant te timmeren.)
JEF: Buiten commanderen doet gij anders ook niet veel.
FRANS: Dat is de taak van de chef, hé Jef. Bevelen en schitterende ideeën bedenken… Wie kreeg de geniale inval om levendige figuren in de stal te zetten?
BOBO: Ik! Maar als schepper heb ik geen tijd om daar op in te gaan, ik moet dringend de kelderverdieping controleren…(Hij verbreekt de verbinding.)
FRANS: (Hij kijkt verwonderd om zich heen.) Wat was dat?
JEF: Een onzichtbare stem die in een toren woont die over u kan vallen.
MARIA: Ja, ja, we zitten met een goddelijke stem in de lift.
FRANS: (Hij kijkt rond.) Een stem!? Hoe kan dat nu?
JEF: Ik begrijp er ook niks van.
MARIA: (Tot Frans) Weet gij ondertussen al wie er allemaal in onze kerststal gaat staan?
JEF: Ikke zeker niet! En gelukkig maar… De klusjesman moet de andere verdiepingen depanneren als het nodig is.
MARIA: Ik ben benieuwd welke rol ik mag spelen.
JEF: Ezel natuurlijk!
MARIA: Plagen is liefde vragen, hé Jefke. Welke rol speelt gij eigenlijk, Frans?
FRANS: Maar een klein bijrolleke…
JEF: (Tot het publiek.) Hij zou beter os spelen, dan liet hij de vrouwen tenminste met rust.
FRANS: Ik ben zoals Hitchcock. Die speelde ook altijd figurant in zijn films.
MARIA: En van figureren weet gij alles, hé Frans… Als chef van de promotiedienst doet ge niets anders.
FRANS: Let een beetje op wat ge tegen uw overste zegt, Maria de kuisvrouw.
MARIA: Vloerhostess…
FRANS: (Minachtend) Vloerhostess… Maar wat doet gij nu, Jef? Wie begint er nu aan de zijkant te timmeren? Zelfs het kleinste kind weet dat ge met het dak moet beginnen.
JEF: Zeg, gaat gij nu ook al op mijn dak zitten?
MARIA: Doe maar voort, ge waart goed bezig, Jefke.
(Angelina komt op. Ze draagt een slinger om haar nek. Ze heeft ook een aantal sterren bij. Ze versiert daar de kerstbomen mee.)
FRANS: Is het dan toch zover, Angelina? Zijt ge eindelijk een ster geworden?
ANGELINA: Let maar op of ik laat u sterretjes zien.
FRANS: (Hij denkt natuurlijk aan iets anders. ) Graag…
ANGELINA: Ge weet toch dat zij die er het meest over babbelen, er het minst van terechtbrengen.
FRANS: Hoe weet gij dat?
ANGELINA: Ik heb dat in de sterren gezien.
FRANS: ‘t Is dat ge mijn secretaresse zijt of ik zou direct het tegendeel bewijzen.
MARIA: Wat heeft dat er nu mee te maken?
FRANS: Een baas die iets heeft met zijn secretaresse, dat is wel het grootste cliche dat er bestaat.
(Angelina heeft ondertussen een plank genomen. Ze houdt die als een wichelroede voor zich uit. )
ANGELINA: Jef, ge moet onmiddellijk stoppen.
JEF: Wat nu weer?
ANGELINA: Mijn wichelroede voorspelt dat deze plaats niet geschikt is om er een kerststal te bouwen. Als hij hier blijft staan, dan zal dat ongeluk brengen.
(Ze draait zich om en raakt Frans met de plank in zijn kruis. Die kreunt van de pijn.)
FRANS: (Kreunend) Mijn wichelroede voorspelt dat niet. Die wéét dat al!
ANGELINA: (Ze zet haar woorden kracht bij door met de plank te zwaaien. Daarbij raakt ze Frans herhaaldelijk.) Ik meen het! De plaats van de kerststal komt niet overeen met de aardstralen. Nu liggen de aardstralen nog goed, maar als de lift naar beneden gaat, dan gaan de aardstralen erboven. En gaat de lift naar boven, dan gaan de aardstralen eronder door.
FRANS: En als dat hier nog lang duurt, dan ga ik eronder door.
ANGELINA: Het beste is eigenlijk dat de lift gewoon blijft hangen.
(Therèse op met een kerstpiek in haar hand.)
JEF: Daar is een afvaardiging van de afdeling damesondergoed.
FRANS: Ik had liever sexy Lizzyke zien komen…
(Therèse keurt ondertussen de werkzaamheden. Ze gebruikt die piek om dingen te onderzoeken. Maria komt nu een tijdje niet aan bod. Ze gaat rond en vraagt aan iedereen of ze soms koffie met een koekje of een stukje cake willen.)
JEF: Die zal straks wel komen. A en C heeft nu eenmaal een uithangbord nodig. (Hij maakt duidelijk dat hij daar haar weelderige boezem mee bedoelt.)
FRANS:De schone en het beest samen in de kerststal. Dat zal wat geven…
ANGELINA: Spijtig dat de promotiedienst alleen zijn beest heeft gestuurd, hé Frans...
JEF: Ik ben anders wel benieuwd welke kerstfiguur Lizzy gaat uitbeelden.
FRANS: Een onschuldig schaap is ze zeker niet.
ANGELINA: Misschien kunnen we er een herderinnetje van maken…
FRANS: Amai, Therèse, dat is zeker de eerste keer dat gij een piek in uw handen hebt.
THERESE: (Ze slaat een kruisteken.) Ik hoop dat ge deze vulgaire opmerking volgende zondag niet vergeet te biechten.
FRANS: Wilt gij misschien aan de andere kant van het gordijntje zitten? Wees dan maar voorzichtig, want Kerstmis is de tijd van de onbevlekte ontvangenissen… (Therèse luistert niet. Ze stapt naar de kerststal en voelt aan een van de planken.)
THERESE: Jef, ge moet onmiddellijk stoppen.
JEF: Gij gaat me toch niet zeggen dat ik aan de voorkant moet beginnen.
(Jef steekt zijn handen uit precies alsof hij haar wil "wurgen". Therèse denkt dat hij haar "voorkant" wil aanraken. Ze geeft hem een klap op zijn hoofd. Die komt hard aan, want ze kent karate.)
THERESE: Dat hebt ge verdiend, viespeuk.
(Therèse neemt een plank. Jef denkt dat zij hem daarmee wil aanvallen.)
JEF: Zijt gij nu helemaal zot geworden?
FRANS: Wat is het, Jef, kunnen de vrouwkes niet van uw lijf blijven?
ANGELINA: Ja, hij is precies helemaal van de plank…
JEF: Die Therèse is geen gewoon vrouwke. Eerder een kruising tussen Jeanne D’Arc en de dulle griet.
FRANS: Haar gezicht heeft anders meer iets van de Mona Lisa.
THERESE: Dit hout deugt niet.
FRANS: Dat kan niet! Ik heb eikenhout van de beste kwaliteit besteld.
THERESE: Dat is het juist. Waar het kindje Jezus leefde, groeiden geen eiken, maar wel heel veel bomen met zo… (Ze kan niet op de naam komen.) …van die appels.
FRANS: Pijnappels noemen ze dat.
JEF: (Hij voelt aan zijn hoofd.) Inderdaad. Het deed pijn aan mijn appel…
(Maria komt Jef troosten met een kopje koffie. Ze wrijft eens over zijn hoofd. Hij gaat verder met timmeren.)
FRANS: Wees blij dat het uw appel maar is… Ik kreeg de hele pijnboom tegen mijn gevoelige delen.
ANGELINA: Niet overdrijven he…
THERESE: Ik heb vernomen dat deze kerststal uw verantwoordelijkheid is.
FRANS: Inderdaad! Als chef van de promotiedienst…
THERESE: Dat interesseert me niet. Ik heb een pak serieuze klachten.
FRANS: Dan zijt gij de eerste vrouw die over François De Geyndt te klagen heeft, Trezeke.
THERESE: Historisch klopt er aan heel dit kerstgebeuren niks.
FRANS: Ik heb er nochtans streng op toegezien dat alles volgens het boekje gebeurde.
THERESE: (Tot Frans) O ja? Wat hebt gij meegebracht, als ik vragen mag?
FRANS: Wat ik heb meegebracht? Wat een vraag... Ballen natuurlijk! (Hij haalt de twee kerstballen achter zijn oren vandaan.)
THERESE: Dat kan niet. De eerste christenen hadden geen ballen!
FRANS: Wat moet ik dan met die ballen doen? Moet gij ze misschien hebben?
THERESE: (Therèse zwaait met de kerstpiek in de richting van Frans.) Ik waarschuw u! Geen schunnigheden! Als ge niet oplet, klaag ik u aan wegens ongewenste intimiteiten op het werk.
FRANS: Een goei die dat zegt! Ge staat zelf heel de tijd met een piek in mijn richting te zwaaien.
THERESE: Ik kan die piek niet loslaten, want anders zet gij die die op een kerstboom en dat is een anachronisme!
JEF: Een watte?
MARIA: Allé, kent gij dat niet zo’n… zo’n Annadinges…
THERESE: Ik wil maar zeggen dat er in de tijd van Jezus geen kerstbomen met pieken bestonden.
ANGELINA: Dat moe een triestige kersttijd geweest zijn, zo zonder pieken en ballen.
THERESE: Ik zou trouwens ook willen opmerken dat deze kerststal hier niet kan gebouwd worden. Volgens mijn berekeningen, en die zijn gebaseerd op bijbelse gegevens, stond het stalletje van Bethlehem exact op 47 meter 68 centimeter en 4 millimeter boven de zeespiegel. We komen hier dus zo’n slordige 25 meter tekort.
JEF: En dat zegt ge nu, als die plank eindelijk juist hangt….Maar mij niet gelaten! Als die kerststal hier niet mag staan, dan breek ik ze ineens af. Dan is dat zottekesspel gedaan.
(Hij maakt aanstalten zijn voornemen uit te voeren)
BOBO: Daar komt niks van. Jef Temmerman, doe voort en zorg ervoor dat die kerststal zo vlug mogelijk klaar is!
(Therese en Angelina kijken elkaar geschrokken aan. Therese slaat een kruis en valt op haar knieën.)
THERESE: Een goddelijke inmenging… Een wonders mirakel… Dat ik dit nog mag meemaken…
ANGELINA: Dat is verdorie nog straffer dan mijn voorspellingen!
FRANS: Niks straffe stoten! Ik heb eens goed opgelet… Dat is de stem van den Bo… (De anderen houden hun handen voor zijn mond.)
JEF: Ssst! Zeg dat niet!
MARIA: Hij wordt razend als hij dat woord hoort!
ANGELINA: Lizzyke is de enige die zijn troetelnaampje mag gebruiken!
FRANS: (Herneemt) Het is de stem van onze bovenste beste baas… Meneer Van Opbroecke… Hij heeft hier dus ergens een verborgen camera geïnstalleerd. Maar waar? (Hij zoekt en vindt een cameraoog.) Ziet ge, daar hangt hij…
BOBO: Ge moogt glimlachen… Ge zijt in beeld…
(Ze verdringen zich nu met zijn allen onder de camera en wuiven naar hem.)
JEF: Den Baas…
MARIA: De grote baas…
ANGELINA: Van de zevende verdieping…
THERESE: Zo hoog dat hij steeds in hogere sferen verkeert…
FRANS: Ik had uw stem als eerste herkend. Goed, hé baas?
BOBO: In plaats van met z’n allen zo onnozel te staan wuiven, zoudt ge beter voort werken. Ik heb die camera alleen maar geïnstalleerd om te controleren of ge wel werkt voor al dat geld dat ik u betaal…
MARIA: ( Achter haar hand) Al dat geld? Dan klopt er toch iets niet op mijn loonbriefke!
FRANS: Vooruit, Jef, ge hebt gehoord wat den baas gezegd heeft.
MARIA: Zolang ge maar aan de zijkant begint.
FRANS: Aan het dak...
MARIA: Aan de zijkant...
JEF: Den Bo…
(Ze houden weer hun hand voor zijn mond.)
JEF: (Herneemt) De bovenvermelde baas heeft gezegd dat ik aan de achterkant moet werken, dus werk ik aan de achterkant.
BOBO: Het kan me niet schelen waar ge begint. Als die kerststal straks maar af is. (We horen een droge klik.)
THERESE: Ik denk dat hij weg is…
(Frans zwaait met zijn hand voor de videocamera. Den Bobo reageert niet. Om helemaal zeker te zijn trekt hij nog wat gekke snuiten. Nog steeds geen reactie.)
FRANS: Ik denk het ook, mannen. De kust is veilig. Den Bobo zal met zijn gezaag een andere verdieping aan het ambeteren zijn. Dat komt prachtig uit, want ik heb groot nieuws!
MARIA: Ge hebt ander werk gevonden?
FRANS: Nee...
MARIA: Spijtig...
THERESE: Ge hebt u tot het ware geloof bekeerd?
FRANS: Nee...
ANGELINA: Uw kat is bevallen?
FRANS: Nee, maar het heeft wel iets met een poeske te maken.
ANGELINA: Ge hoort het, hé mannekes, weer een van mijn voorspellingen die uitkomt.
FRANS: Niet helemaal, Angelina, ik had gisteren weer een mokske aan de hand.
MARIA: Is het dat maar!
THERESE: Hij is er weer met zijn ontucht. (Ze maakt een kruisteken.)
MARIA: Een goei die dat ’t zegt… Met de behaatjes en slipjes die gij verkoopt zet ge ook aan tot ontucht.
THERESE: Ge weet heel goed dat ik dat verderfelijk ondergoed tegen mijn zin verkoop.
FRANS: (In extase) Het is een meisje om op te eten.
MARIA: Dat hebt ge al duizend keer gezegd, maar al die ander meisjes bleven wel zwaar op uw maag liggen.
ANGELINA: Let op, nu gaat hij zeggen: "Dit keer is het de ware."
FRANS: En mannekes, dit keer is het de ware.
MARIA: Dat zegt ge elke keer.
ANGELINA: En nu gaat hij zeggen: "Maar deze keer meen ik het."
FRANS: Maar deze keer meen ik het.
THERESE: Weer een onschuldig kind dat in haar ongeluk loopt. (Ze maakt weer een kruisteken.)
FRANS: Een kind zou ik Marianneke niet direct noemen. Ge moet haren balkon maar eens bekijken, daar kunt ge meer dan één bloembak op zetten.
MARIA: Ik dacht dat Marianneke een schoon meisje was, maar nu blijkt het en vensterbank te zijn.
FRANS: Marianneke is een schoon meisje. In haar ogen daar kunt ge in verdrinken.
MARIA: Doe dan maar zwembandjes aan als je gaat vrijen.
ANGELINA: Ik zal mijn tarotkaarten eens halen om te zien of de tijd wel rijp is voor een relatie. (Af)
FRANS: Marianneke is zeker rijp genoeg. Als ik nog langer wacht, dan wordt ze nog rot.
JEF: Volgens mij is Marianneke een fruitboom.
FRANS: Ik zal het nog één keer zeggen: Marianneke is het schoonste meisje van de wereld en zij is voor mijn charmes bezweken.
MARIA: Als ze voor uw charmes bezwijkt dan moet ze minstens 80 jaar zijn. En nog hopeloos en stekeblind erbij!
FRANS: De kuisvrouw is toch niet jaloers?.
MARIA: Poeh!
(Angelina weer op met de tarotkaarten)
ANGELINA: Hier ben ik met mijn tarotkaarten, zie. Ik had ze nog in mijn zak. Trek er eens één.
(Frans doet dat. Angelina kijkt naar de kaart. De anderen kunnen ze niet zien.)
ANGELINA: Oeioeioeioeioei!
FRANS: Is het niet goed, misschien?
ANGELINA: Niet goed? Dat is gewoon rampzalig!
FRANS: (Slikt) Oké. Ik geef toe dat er een probleem is… Marianneke is getrouwd.
JEF: Als ‘t dat maar is...
THERESE: Gij zijt een zondig mens, Frans De Geyndt.
FRANS: François voor de vrouwkes, Therèske, zelfs voor u.
MARIA: Welke kaart heeft hij getrokken?
ANGELINA: Die van de maan!
FRANS: En wat betekent dat?
MARIA: Dat ge vanavond heel vroeg moet gaan slapen. Nog voor de maan opkomt… Er zal dus niet veel van komen, met uw Marianneke…
ANGELINA: Het is een slechte kaart. Ze staat symbool voor een bedreiging die gaat gebeuren.
JEF: Ik geloof daar allemaal niks van!
ANGELINA: Kijk dan zelf! Wat ziet ge hier allemaal?
(Op Frans na kijken ze allen over haar schouder mee.)
JEF: Een volle maan…
THERESE: En in die maan staat een vrouwengezicht getekend…
ANGELINA: Dat is het symbool voor de aanbedene!
FRANS: Ik ben anders niet van plan om veel te bidden.
ANGELINA: En daaronder… Wat ziet ge daaronder?
MARIA: Grauwe kleuren… Een verschrikkelijk beest, dat razend naar die maan opspringt…
ANGELINA: Welk beest?
JEF: Een wolf!
FRANS: (Zéééér geschrokken) Een wolf!? Het is niet waar!? Marianneke is getrouwd met Dolf De Wolf.
ALLEN: Met Dolf de Wolf?
(Jef klopt zo hard op een plank dat een deel van het bouwwerk instort. Therèse duikt bij het horen van de naam Dolf De Wolf weg in een hoekje.)
ANGEINA: Dolf De Wolf heeft meer jaren in de gevangenis dan op de schoolbanken doorgebracht.
MARIA: Kent ge die man niet met die lamme arm, met dat scheef gezicht en met dat kunstoog? Die heeft ooit eens naar Marianneke geknipoogd. Het is nooit meer goed gekomen met die mens.
ANGELINA: Er heeft ooit eens een jonge gast de weg aan Marianneke gevraagd. Dolf De Wolf heeft die mens zijn auto kort en klein geslagen.
BOBO: Hadt ge het over Dolf De Wolf? Daar kan ik ook een straffe stoot over vertellen. Een van onze magazijniers was de rekken aan het vullen en toen hij zich omdraaide raakte hij toevallig de boezem van Marianneke die daar juist passeerde.
FRANS: Dat kan ik begrijpen. Het is niet gemakkelijk om die boezem te ontwijken.
MARIA: Zwijg, ik wil weten hoe het met die magazijnier afgelopen is.
BOBO: De familie moest alleen nog beslissen of ze hem wilden begraven of cremeren.
FRANS: Ge overdrijft!
JEF: Als ge ook maar één gram verstand hebt, dan zet ge Marianneke uit uwe kop.
MARIA: Of het kost u uwe kop...
JEF: Ik heb dat nog nooit verteld, maar ik ben ook eens in contact gekomen met Dolf De Wolf.
ANGELINA: Gooi het in de groep, Jef, hét zal u opluchten.
JEF: Ik weet niet of ik dat wel kan, hét is nogal persoonlijk.
MARIA: Komaan, Jef, vertel op.
JEF: Vooruit dan maar… Ik heb ooit eens een foto van het personeel van A&C genomen. Marianneke stond een beetje verder en Dolf De Wolf dacht dat ik zijn lief gefotografeerd had. Hij stormde op me af, sleurde de camera uit mijn handen, rukte het filmpje eruit en... en… ik zal maar niet zeggen waar hij dat filmpje gestoken heeft, zeker...
(Hij laat duidelijk merken dat het in zijn achterste was.)
MARIA: Ge zijt er helemaal van ondersteboven, Jefke. Ik zal u iets geven om te bekomen. (Ze gaat naar haar karretje en geeft hem een cognac.)
ANGELINA: Wat is er, Therèse, gij zijt zo stil?
THERESE: Dolf De Wolf... (Meer zegt ze niet, ze schudt alleen het hoofd.)
MARIA: Vooruit, Therèse, overwin uw angsten…
THERESE: Marianneke heeft ooit eens een stukje lingerie bij mij gekocht. Ik vraag me nog altijd af waarom ze daar geld aan gegeven heeft, want het had niet veel om het lijf.
(Jef en Frans maken kreunende geluiden. Een strenge blik van Maria en Angelina maant hen tot stilte aan.)
THERESE: Ik gaf Marianneke geld terug. Toen kwam Dolf De Wolf op de proppen. Hij dacht dat ik Marianneke wilde betalen om vieze dingen met mij te doen.
JEF: Dacht hij dat gij een verkeerde waart?
(Therèse zegt niets, ze knikt alleen maar bevestigend.)
FRANS: Tiens, daar heb ik nog nooit over nagedacht.
JEF: Het zou natuurlijk kunnen...
(Maria en Angelina manen Jef en Frans weer tot stilte aan, want Therèse is aan het snotteren.)
MARIA: Vertel voort, Therèske, hét zal u goed doen.
THERESE: Hij heeft toen gezegd dat hij mijn brilleke daar zou duwen. (Ze wijst naar haar achterste en maakt weer een kruisteken.)
FRANS: Amai, dien Dolf De Wolf kent maar één plaatske, zeker.
THERESE: Gelukkig kwamen er juist enkele klanten aan...
MARIA: Ocharme, Therèske... Hier, drink ook iets.
THERESE: Nee, want alcohol is een drank des duivels.
JEF: Ik zou niet graag in uw plaats zijn, François de Geynd.
FRANS: Voor de mannen is het Frans.
ANGELINA: Volgens mij is het binnenkort Frans...
FRANS: Voor u is het François, hé Angelina, gij zijt een vrouw.
ANGELINA: …Volgens mij is het binnenkort François De Geyndt zaliger, want ik zie in mijn tarotkaarten dat het slecht gaat aflopen met u, François. Gij haalt nieuwjaar niet meer. (Ze legt de tarotkaarten ergens buiten de lift neer.)
FRANS: Denkt ge dat of zijt ge er zeker van?
ANGELINA: Ik denk dat ik er zeker van ben.
JEF: Maar ze is zeker dat ze dat denkt.
MARIA: Kan Therése hem niet helpen?
FRANS: Nee bedankt, ik wil alleen Marianneke.
MARIA: Dat bedoel ik niet. Therèse heeft toch een zwarte gordel karate…
ALLEN: Therèse, een zwarte gordel karate?
BOBO: (Hij reageert iets later.) Therèse, een zwarte gordel karate?
THERESE: Dat klopt! Ik heb ooit een cursus gevolgd: hoe slaag ik in het leven. En ik kan die goed gebruiken... om de mannen van me af te slaan. (Ze doet daar de nodige gebaren bij.)
JEF: Dat heb ik daarstraks gevoeld.
FRANS: Allé, Therèse, gij doet precies alsof de mannen strontvliegen zijn.
THERESE: Strontvliegen niet, nee. Dat is een te grote belediging voor die vliegen. Zonder karate zou ik er nooit in geslaagd zijn om mijn maagdelijkheid te bewaren.
JEF: Waarvoor bewaart ge die dan?
FRANS: Voor het nageslacht?
THERESE: Nee, voor de ware Jacob...
MARIA: Volgens mij moet die nog geboren worden.
JEF: Is dat een voorspelling?
FRANS: We wijken af. De vraag is: "Hoe pakken we Dolf De Wolf aan?"
JEF: We? Hoe pakt gij Dolf De Wolf aan, zult ge bedoelen?
FRANS: Nee, we… Het is duidelijk dat we allemaal al eens een probleem met Dolf De Wolf hebben gehad. Door mij te helpen kunt ge u een einde maken aan die jarenlange frustratie.
ANGELINA: Ik weet het. Als hij hier komt, geven we hem een kop koffie en we doen daar een slaapmiddel in. ’s Avonds leggen we meneer De Wolf dan op straat, zoals ne clochard.
FRANS: Dat is te gevaarlijk. Stel je voor dat hij die koffie niet opdrinkt, dan zit ik in de puree.
MARIA: Nee, dan zijt gij puree.
JEF: We zeggen aan de grote baas dat we ons niet goed voelen en we vragen of we naar huis mogen.
BOBO: Ge zijt écht niet goed, zeker! Vergeet het…
ANGELINA: Trouwens, Dolf De Wolf zal dan later wel eens een keert terugkomen.
FRANS: Is dat een voorspelling?
ANGELINA: Nee, dat is een zekerheid.
MARIA: Kan Therèse Frans geen stoomcursus karate geven?
FRANS: Een stoomcursus? Dat zie ik wel zitten... Ik heb ooit eens in een stoombad gezeten. Samen met Sandrake en Nancyke, dat was een tweeling. Nu dat ik er aan denk, de moeder van de tweeling is ook nog mee in dat bad gekropen. Mannekes, dat was plezant, tot die vader thuiskwam... Toen heb ik moeten spurten. Ik had zelfs geen tijd om mijn kleren aan te doen.
JEF: Amai, dat moet ook geen zicht geweest zijn.
FRANS: Gelukkig zat er in dat bad veel schuim. (Hij doet teken dat dat schuim de juiste plaats bedekte.)
ANGELINA: Na die stoomcursus karate veegt de Frans de vloer aan met Dolf De Wolf. Dan zal meneer De Wolf weinig goesting hebben om terug te komen.
MARIA: Dat is een heel goed idee. Dan moet ik de vloer voor ne keer eens niet vegen.
THERESE: Ik denk er niet aan dat ik Frans...
FRANS: François...
THERESE: ...François karatelessen geef.
MARIA: Waarom niet?
JEF: Toe, Therèse...
BOBO: Voor Frans is dat van levensbelang.
ANGELINA: Ik herhaal dat hij anders nieuwjaar niet haalt.
THERESE: Het is bijna Kerstmis en dat is het feest van de vrede. Daar hoort geen karate bij.
FRANS: Weet Dolf De Wolf ook dat Kerstmis het feest van de vrede is?
JEF: Ik ga het hem niet vertellen.
(Lizzy komt opgehuppeld. Ze is verkleed als paashaas, maar haar kostuumpje heeft wel een pikant tintje.)
FRANS: Daar is ons Lizzyke, trots en sierlijk als altijd…
THERESE: Potsierlijk zult ge bedoelen, zeker.
MARIA: Wat hebt gij nu aan?
FRANS: Ja, kunt ge niet beter iets aandoen om te laten zien van welke afdeling ge zijt?
LIZZY: Wees gerust, dat heb ik aan… hieronder.
BOBO EN FRANS: (Hijgend-opgewonden) Ja?
FRANS: Dat geloof ik niet.
THERESE: Dat komt omdat gij een ongelovig mens zijt.
MARIA: Waarom hebt ge u als paashaas verkleed, Lizzyke?
LIZZY: Dat moet toch. Als het Kerstmis is vliegen de klokken naar Betlehem en leggen alle hazen een ei…
(Therèse slaat een kruis. Frans keurt het kostuum.)
ANGELINA: Ik denk dat ge die eieren en nog een paar dingen door mekaar aan het klutsen zijt. Met Pasen vliegen de klokken naar Rome en leggen de vogeltjes een ei.
THERESE: Hoe maar Pasen is toch dat feest van dat kribbige kindje in dat stalletje? Trouwens, maakt dat nu zo’n groot verschil? Het belangrijkste is dat we kunnen feesten.
FRANS: Dat vind ik ook, Lizzyke… Ik vind het een heel schoon kostuumpje.
LIZZY: Boboke heeft dat ook gezegd. Hij vindt dat een ideaal kostumeke om Maria mee te spelen. He, Boboke?
BOBO: (Hijgend-opgewonden) Ja...
THERESE: Dat meent ge niet, hé! Met dat kostuum kan zij toch niet meespelen?
JEF: Waarom niet? Er staan al een os, een ezel en een koppel schapen in die stal, dan kan er toch wel een konijn bij zeker.
BOBO: (Hijgend-opgewonden) Ja...
THERESE: Dat kan gewoon niet. In zo’n kostuum kunt ge Maria niet spelen!
BOBO: (Hijgend-opgewonden) Jawel!
FRANS: Waarom niet? Ik ben verzot op konijnenstaartjes. (Hij streelt het staartje.)
JEF: Mag ik uw holletje eens laten zien, Lizzyke? (Hij neemt haar mee naar achter in de stal. Hij wil zijn hand op het achterste van Lizzy leggen.)
FRANS EN BOBO: (Hijgend-opgewonden) Ja...
MARIA: (Ze slaat de hand van Jef weg.) Jef!
(Frans staart naar het achterste van Lizzyke. Therèse valt op haar knieën en begint met gevouwen handen te bidden.)

BLACK-OUT! EINDE EERSTE BEDRIJF!

TWEEDE BEDRIJF:
(De kerststal in de lift is af. Het afwerken kan eventueel tijdens de black-out gebeuren. Jef ligt in de kribbe te slapen. Hij snurkt. De pop die het kindje Jezus voorstelt, héeft hij op de rug van een kartonnen ezel gezet. Er staat ook iets dat op een os lijkt. Er kunnen ook nog schaapjes bijgeplaatst worden, in karton of een simulatie in wol. Therèse zit nog steeds op dezelfde plaats geknield te bidden. Plots roept ze luid...)
THERESE: Spreek, héer, uw dienares zal gehoorzamen.
BOBO: Ik dacht dat gij aan karate deed, maar dat klinkt meer als S.M.
THERESE: Ik doe ook aan S.M.
BOBO: Wablief?
THERESE: Ik doe aan Spirituele Mariaverering.
BOBO: Ah, zo’n S.M. bedoelt ge…
(Therèse gaat nu geknield in de richting van de camera zitten.)
THERESE: Alstublieft, meneer Van Opbroecke, laat mij toch Maria spelen. Ik ben zuiver, rein en nog maagd. Ik heb meer kwaliteiten dan die Lizzy...
BOBO: Dat zou ik niet durven zeggen.
THERESE: ...om Maria te spelen.
BOBO: Ah, dat bedoelt ge…
THERESE: Geef me toch een kans.
BOBO: Wat vindt uwe Groten Baas daarvan?
THERESE: Maar u bent toch de grote baas?
BOBO: Ik bedoel uwen baas van hierboven. Ge hebt er bijna een kwartier mee gebabbeld.
THERESE: Ons Heer heeft mij in een visioen verteld dat ik het aan u moest vragen. Hij kan bij u niet bemiddelen omdat gij een te grote ketter zijt.
BOBO: Ik ne ketter?
THERESE: Ja, u vloekt altijd.
BOBO: Ik vloek nooit. Miljaardedju! (Therèse slaat weer een kruisteken.) Jef Temmerman ligt weer te slapen. En hij moet de muziek voor de kerststal nog uitzoeken.
THERESE: We hebben toch al muziek? Ik heb hier daarstraks “White Christmas” gehoord.
BOBO: Dat is het enige cd’tje dat ik heb… Er moeten ook nog andere kerstliedjes gespeeld worden.
THERESE: Oké. Ik zal hem dadelijk wekken... Als ik Maria mag spelen.
BOBO: Gaat ge er dan voor zorgen dat hij aan het werk gaat?
THERESE: Ja, bo… bo…bovensteverdiepingsbaas…
BOBO: Als ge dat kunt, dan hebt ge alle recht om Maria te spelen, want dan kunt ge echte wonderen verrichten.
(Therèse gaat naar Jef en roept…)
THERESE: Schafttijd!
(Jef schiet wakker. Hij gaat naar zijn rugzak. Hij haalt er zijn thermosfles en brooddoos uit.)
BOBO: Een goed begin, Therèse, maar het zwaarste deel moet nog komen. Hij is nu wel wakker, maar we hadden afgesproken dat hij ook nog moest werken.
JEF: Werken? In dat geval... (Hij wil weer gaan slapen.) ...ben ik ten onrechte verleid. Als vakbondsafgevaardigde zal ik dat moeten rapporteren.
THERESE: (Zij neemt zijn thermosfles en brooddoos.) Gij rapporteert niets en gij gaat onmiddellijk aan het werk of ik schenk uw boterhammekes en thermos aan de eerste de beste dakloze... Dan heeft die sukkelaar ook iets om Kerstmis te vieren.
JEF: Ik heb hier geen werk meer. De kerststal is af.
THERESE: De stal misschien wel, maar ik hoor nog altijd geen kerstmuziek. Vooruit...
JEF: ‘t Is al goed! Ik zal ervoor zorgen. (Hij sloft af.)
BOBO: Proficiat, Therèse! Ge hebt Jef Temmerman in actie gekregen.
THERESE: Dan mag ik de heilige maagd Maria spelen...
BOBO: ‘t Is goed! Als ge maar niet meer aan mijn oren zaagt...
THERESE: Ik ga me snel aankleden... Ik ben een onschuldige maagd. Joepie! (Af)
BOBO: Dat is absoluut niets om fier op te zijn.
(Maria op. Ze heeft een handtas bij.)
MARIA: Zeg, bo… bo… bolleboos van een baas, wie mag er eigenlijk Maria spelen?
BOBO: Ik heb dat juist aan Therèse beloofd.
MARIA: Dat is straf. Zijt ge soms vergeten hoe ik heet?
BOBO: Maria...
MARIA: En mijn achternaam?
BOBO: De Maagd...
MARIA: Dan ben ik toch de geknipte persoon om de moeder van Jezus te spelen.
BOBO: De geknipte persoon niet direct, hé Maria.
MARIA: Waarom niet?
BOBO: Omdat de maagd Maria niet geknipt werd.
MARIA: (Ze doet triomfantelijk haar handtas open en haalt er een cassetterecorder uit.) Lap. Ik heb u! Ik wist wel dat ge er een of andere vulgaire uitdrukking zou uitflappen. Ge beseft toch dat ik hiermee naar de politie kan stappen om u aan te klagen voor ongewenste intimiteiten op het werk.
BOBO: Maar ik heb u niet eens aangeraakt. Dat zou ik ook niet kunnen, want ik zit hier achter mijn monitor!
MARIA: Verborgen camera’s waarmee ge uw personeel bespiedt. Dat maakt het nog erger. Gij wordt ontslagen en ik krijg een fikse schadevergoeding.
BOBO: Kunnen we dat niet anders oplossen?
MARIA: Ja...
BOBO: Hoe dan?
MARIA: Als ik Maria mag spelen...
BOBO: Vooruit, ‘t is goed.
MARIA: Dat ontslag is vergeten en vergeven, maar over die schadevergoeding moeten we het nog wel eens hebben.
BOBO: Hoe bedoelt ge?
MARIA: We kunnen dat natuurlijk in der minne regelen.
BOBO: Hoe?
MARIA: Gij moet ervoor zorgen dat Jef Temmerman de heilige Jozef speelt. Hij is daar echt voor in de wieg gelegd…
BOBO: Dat zoudt ge anders niet gezegd hebben als ge hem daarstraks in dat kribbeke zag liggen. Sorry Maria, maar dat kan ik niet toestaan. Jef is klusjesman. Die kunnen ze op elke afdeling nodig hebben.
MARIA: Alstublieft, meneer de grote baas… Ge weet dat ik al een tijdje een oogske op Jef heb, maar zonder zetje gaan zijn ogen niet open.
BOBO: Met een zetje misschien ook niet.
MARIA: Vergeet niet dat hij uiteindelijk Jozef heet. Jozef Temmerman en Maria De Maagd! Kan het nog toepasselijker?
BOBO: Ik moet toegeven dat die rol hem wel zou liggen. Zowel de heilige Jozef als onze Jef laten het werk aan iemand anders doen. Alleen spijtig dat wij hier geen heilige geest hebben.
MARIA: Dus ‘t mag?
BOBO: Als ge maar niet meer aan mijn oren zaagt... En uwe Jef ook niet… Dat zou trouwens zeer doen, een timmerman die aan uw oren zaagt…
MARIA: Ik ben de maagd Maria! Joepie! (Af)
BOBO: Waarom is ze daar nu zo blij om? Ze is dat toch al heel haar leven.
(Lizzy op. Ze is verkleed als een Egyptische buikdanseres. Ze heeft een cassetterecorder bij.)
BOBO: Oh neen, gij gaat toch ook niet beginnen he?
LIZZY: Hoe bedoelt ge, Boboke?
BOBO: Met die cassetterecorder! Gij gaat toch ook niet opnemen wat ik zeg.
LIZZY: Oh neen. Dat kan ik echt niet doen…
BOBO: Dat ontroert mij…
LIZZY: Ik kan het niet doen, want ik weet niet hoe zo’n cassetterecorder werkt. Ik weet alleen hoe ik hem op en af moet zetten. Ik weet niet hoe ik er iets mee moet opnemen. (Verleidelijk) Hoe vindt ge me trouwens als Maria, Boboke?
BOBO: Ik weet niet of Maria er zo bijliep…
LIZZY: Hoe bedoelt ge?
BOBO: Zo bloot...
LIZZY: Ze woonde toch in een warm land.
BOBO: Dat is waar.
LIZZY: En daarbij, ze had toch ne vrijer. Die zal ze toch ook op de een of andere manier moeten verleid hebben.
BOBO: Zeg dat maar niet als Therèse het hoort.
LIZZY: U zegt toch altijd dat pikante lingerie het hoofd van elke man op hol brengt?
BOBO: Ja, en dat is waar ook.
LIZZY: Kijk eens, Boboke… (Ze laat zien dat zij iets pikants draagt.)
BOBO: Amai, Lizzyke…
LIZZY: (Zwoel) Ik wilde speciaal voor mijn Boboke de Mariadans doen… (dan plots kortaf en zakelijk) Maar als ik Maria toch niet mag zijn, dan heeft dat geen zin. (Ze wil weggaan.)
BOBO: Wacht eens even, Lizzyke. Ik ben heel benieuwd naar die dans...
LIZZY: Ge kent de voorwaarde… Ik dans alleen als ik Maria mag zijn...
BOBO: Allé vooruit, ‘t is goed! Als ge maar niet meer aan mijn oren zaagt.
LIZZY: Ik zaag toch nooit aan uw oren, Boboke, ge weet dat ik er veel liever aan knabbel.
(Ze zet de cassetterecorder op. We horen zwoele muziek. Lizzy danst.)
BOBO: Amai, Lizzyke, gij doet dat goed.
(Lizzy wil juist iets uitdoen als Frans opkomt. Bobo zucht, hijgt en blaast weer, maar nu met een andere intentie.)
FRANS: Amai, ik ben precies juist op tijd.
BOBO: Juist te vroeg, ja.
LIZZY: Nee, nee, juist te laat… (Ze zet de cassetterecorder af.)
FRANS: Amai, dat is spijtig!
LIZZY: En hoe vondt ge de Mariadans, Boboke?
BOBO: Goed, héel goed, alleen wat te kort.
LIZZY: (Met een blik op Frans) Dat is mijn schuld niet. Dus ik mag Maria spelen?
BOBO: Allé vooruit… Ik zou alleen iets anders aandoen.
LIZZY: Waarom.
BOBO: Anders gaat Therèse weer reclameren!
LIZZY: Moet dat echt?
BOBO: Ik vrees van wel.
LIZZY: Oké dan… Ik zal ondertussen dit cassetje aan de Jef geven, dan moet hij niet meer naar die saaie kerstmuziek zoeken. (Af)
FRANS: (Hij staart haar na.) Waarom hebt gij gezegd dat ons Lizzyke iets anders moet aandoen? Ze zag er juist zo goed uit.
(Angelina komt op.)
ANGELINA: Meneer Van Opbroecke, ik moet u iets vragen...
BOBO: ‘t Is niet waar, hé, de volgende die Maria wil spelen?
ANGELINA: Bijlange niet, ik word liever bevlekt ontvangen.
FRANS: Dat is gesproken. (Hij zoekt toenadering.)
ANGELINA: Ik dacht dat gij iets met Marianneke had?
FRANS: Ja, maar in de liefde is het zoals in de voetbal. Ge hebt de wedstrijden, maar tussendoor moet ge regelmatig trainen.
ANGELINA: Spijtig dat ik geschorst ben.
FRANS: Een rode kaart gekregen?
ANGELINA: Zoiets ja…
FRANS: Wij zouden nochtans een goed team zijn.
ANGELINA: Ik zal eens zien of een intieme samenwerking wel een goed idee is. (Ze gaat naar het karretje van Maria en neemt een kopje.) Is dat uw kopje?
FRANS: Ik weet niet? Heeft er thee ingezeten?
ANGELINA: Ja.
FRANS: Dan is het dat van mij…
ANGELINA: (Ze kijkt erin) Amaai, dat ziet er niet te best uit… De stand van de theebladeren voorspelt niet veel goeds…
FRANS: Ik wist niet dat theebladeren ook standjes hadden…
ANGELINA: Ge moet er niet mee lachen… De toestand is meer dan ernstig…
FRANS: Ik geloof niet in die flauwe kul.
ANGELINA: Zeg zo’n dingen niet. Het boze oog houdt ons in de gaten.
FRANS: Hebt ge het over… (wijst naar boven)
ANGELINA: Nee, over het oog van het Kwaad, van de Boze Geest...
FRANS: Ge hebt het dus toch over die van hierboven!
BOBO: Let maar niet op mij… Doe gewoon of ik ben er niet…
ANGELINA: Kom dan zelf kijken als ge me niet gelooft...
FRANS: (Hij kijkt in de kop met theebladeren.) Ik zie daar niks speciaal in… ANGELINA: Ah neen? En beneden, op de bodem… Ziet ge daar geen vorm in?
FRANS: Ja, nu ge het zegt… Precies de kop van een beest…
ANGELINA: En die twee kleine puntjes daar… Waar doen die u aan denken?
FRANS: Precies twee spitse oren… Van een hond of van een… (Zwijgt ontzet)
ANGELINA: Zeg het maar, Françoiske… Speek het uit… Het is de kop van een wolf… Een wolf die heel kwaad is omdat er iemand aan zijn Roodkapje heeft gezeten…
FRANS: Rommel eens wat met die bladeren. Dan zie ik misschien Assepoester die met haar prins trouwt.
ANGELINA: Dat is tegen alle wetten van de waarzeggerij. Ja, Frans, ik zou niet graag in uw schoenen staan.
FRANS: Kunnen we niet beter van schoenen verwisselen?
BOBO: Gaat dat theekransje hier nog lang duren?
ANGELINA: Aha, ge zijt er nog! Ik moet u nog iets vragen…
BOBO: Als ’t maar gene opslag is.
ANGELINA: Ik heb in de sterren gezien dat er dinsdag iets heel ergs met mij gaat gebeuren. Daarom zou ik dinsdag verlof willen vragen. Als ik heel de dag in mijn bed blijf liggen, dan kan er me niks overkomen.
FRANS: Bij mij gebeurt er juist heel veel in bed…
BOBO: Niemand krijgt dinsdag vrijaf. Het voltallige personeel moet in die kerststal figureren. Ik wil dat mijn collectie compleet is. Als gij niet komt, dan ontbreekt er een belangrijk stuk…
FRANS: Maar als Dolf De Wolf komt, dan ontbreekt er straks van mij misschien ook een heel belangrijk stuk…
(Therèse komt op, ze is verkleed als Maria.)
FRANS: Therèse, gij komt als door God gezonden.
THERESE: (Zeer plechtig) Gij zegt het, mijn zoon.
FRANS: Ge moet mij redden, Therèse.
THERESE: Ik kan dat niet, maar mijn zoon zal heel de mensheid redden.
FRANS: Dat is heel goed, als hij maar met mij begint. Kunt ge hem efkes halen?
THERESE: Het is nog een beetje te vroeg. Hij moet nog geboren worden.
FRANS: ‘t Is niet waar, hé! Alles slaagt tegen.
ANGELINA: En straks slaat Dolf De Wolf tegen uwe kop.
FRANS: Therèse, kunt gij me niet vlug enkele karatelessen geven?
THERESE: Kijk, hoe ik erbij loop. Zo kan ik toch geen karate geven?
FRANS: Waarom niet? Dat kleed lijkt toch een beetje op een kimono.
THERESE: Ik ben de maagd Maria, de dienstmaagd van de enige ware God. Ik kan u nu toch niet leren hoe ge een ander mens pijn moet doen.
FRANS: Maar dan doet die andere mens mij pijn.
THERESE: Vergeet het! Met Kerstmis moet er vrede op aarde zijn.
FRANS: Met Kerstmis moet ge toch ook voor uw naaste zorgen?
THERESE: Dat is de eerste keer dat er iets zinnigs uit uwe mond komt.
FRANS: Ik ben uw naaste en ik smeek u... leer mij karate.
ANGELINA: Daar zit iets in.
(Therèse twijfelt duidelijk.)
FRANS: Als ge deze goede daad niet doet, dan komt ge nooit in de hemel.
THERESE: ‘t Is goed!
FRANS: Misschien kan ik de grepen die Thérèse mij leert op Angelina uitproberen.
ANGELINA: Dat zal niet gaan, want ik moet mij nog verkleden.
FRANS: Spijtig… Welke rol speelt gij eigenlijk?
ANGELINA: Engeltje natuurlijk!
THERESE: Gij engeltje?
ANGELINA: Ja, ik doe nooit iets verkeerd.
FRANS: Dan zijt gij geen engeltje maar een stom kieken.
ANGELINA: (Tot Frans) En als gij niet vlug aan uw karatelessen begint, dan zijt gij straks een kieken aan het spit. (Lachend af)
(Therèse knielt en begint met gevouwen handen te bidden. Frans bootst haar respectvol na.)
FRANS: Wat is hier eigenlijk de bedoeling van?
THERESE: Dit heeft nog niks met die karate te maken. Ik vraag vergiffenis voor uw zonden en voor de mijne.
FRANS: Doet gij zonden, Therèse? Dat had ik van u niet verwacht.
THERESE: Ja, ik moet ondergoed verkopen dat tot zedeloosheid, ontucht en overspel aanzet.
FRANS: Fantastische job dat gij hebt…
THERESE: Bovendien moet ik nu aan ons Heer vergiffenis vragen omdat ik mijn naaste ga leren om een andere naaste pijn te doen.
FRANS: Dat is een geval van heirkracht. Anders doet de naaste de naaste die gij zult leren een andere naaste pijn te doen pijn.
THERESE: (Ze staat weer op.) De heer heeft mij gezegend. Ik ben er klaar voor.
FRANS: Ik ook!
(Therèse doet enkele wilde gebaren, roept wat, nadert Frans en vloert hem.)
FRANS: Amai, Therèse, ik wist niet dat gij zo sterk waart.
THERESE: En ik wist niet dat gij zo’n schotelvod waart. Ik zie het al: we zullen helemaal van in het begin moeten beginnen. (Ze buigt.)
FRANS: Leer me alles, Therèse.
THERESE: Voor de strijd begint, moeten de tegenstanders elkaar groeten.
FRANS: Dag, Therèse! (Hij steekt zijn hand uit. Therèse neemt zijn uitgestoken hand en vloert hem weer.) Wat doet gij nu?
THERESE: Ik dacht dat gij mij aanviel.
FRANS: Nee, en na deze demonstratie ben ik niet van zin dat ooit te proberen.
THERESE: We zullen het groeten misschien efkes overslaan.
FRANS: Dat is geen slecht gedacht.
THERESE: We zullen eerst de kreten oefenen.
FRANS: Kunnen we dat ook niet overslaan? Ik ken geen Chinees of Japans.
THERESE: Ik ook niet. Roep zo maar iets.
FRANS: Allemaal goed en wel, maar wat?
THERESE: Hetgeen ge gewoonlijk bij de Chinees bestelt. (Ze demonstreert.)
Chop Choi!
FRANS: 34!
THERESE: 34? Waarom roept gij 34?
FRANS: Ik bestel altijd nummerkes bij de Chinees. Ik kan dat allemaal niet zo goed onthouden.
THERESE: Ge gaat toch iets anders moeten roepen, want die nummerkes, dat klinkt niet zo goed. (Ze demonstreert weer.) Bami Goreng!
FRANS: Kieken met friet! Is dat beter?
THERESE: Echt Chinees klinkt dat niet, vind ik. Probeer eens iets exotischer!
FRANS: Loempia met rijst!
THERESE: Dat gaat de goede richting uit. Doe er nog maar wat bij!
FRANS: En currysaus!
(Maria op, ze draagt dezelfde kleren als Therèse. Ze zijn alleen iets minder zedig. Er staat bijvoorbeeld een knoopje meer open, de rok is wat korter... Ze sleurt Jef mee. Die is uitgedost als de bijbelse Jozef. Jef gaat weer in de kribbe liggen.)
MARIA: Wat zijn jullie aan het doen?
FRANS: Lap, de kuisvrouw heeft me helemaal uit mijn concentratie gehaald.
MARIA: Stop maar met die onnozele spelletjes. We moeten dringend repeteren voor onze levendige kerststal.
FRANS: De Jef is daar al druk mee bezig, zo te zien.
MARIA: Jef, kom hier!
(Jef kruipt uit de kribbe en komt aangesloft.)
FRANS: Ik versta trouwens niet waarom we moeten repeteren. We moeten toch maar gewoon in die kerststal staan.
MARIA: Dat is niet waar. We moeten een soort heilige uitstraling hebben.
(Op dat moment geeuwt Jef.)
MARIA: Vooral gij hebt nog veel werk aan uw personage, Jef.
JEF: Gij denkt toch niet dat ik aan dat zottekesspel ga meedoen?
MARIA: Ge moet! Den Bobo heeft het zelf gezegd.
JEF: En wat als ze de klusjesman op een andere afdeling nodig hebben?
MARIA: Dat is dan pech voor hen! Ge zijt hier nodig.
(Lizzy komt op. Ze draagt dezelfde kleren als Maria en Thérèse, alleen nog een graad sexy-er. Haar kleed heeft een diepe decolleté en haar rok heeft een diepe split.)
BOBO: Oho… Lizzyke als Maria… Wat een uitstraling!
MARIA: Dat wel, maar het is niet direct een heilige uitstraling.
FRANS: Ik krijg het er wel warm van!
THERESE: Hier klopt iets niet. (Tot Lizzy) Waarom draagt gij die kleren?
LIZZY: Omdat ik Maria ben natuurlijk.
MARIA: Ik ben Maria!
THERESE: Nee, ik ben Maria!
MARIA: Wie zegt dat?
THERESE EN LIZZY: Den Bobo!
MARIA: Den onderkruiper! Hij heeft beloofd dat ik Maria mocht spelen.
THERESE: Aan mij heeft hij dat ook beloofd.
LIZZY: En aan mij ook!
MARIA: De smeerlap!
THERESE: Het is duidelijk. Met zo’n taalgebruik kunt gij geen Maria spelen.
LIZZY: Maar ik wel! Ik heb er me speciaal voor opgekleed.
THERESE: Voor uitgekleed zult ge bedoelen! In die kleren kunt gij niet meedoen.
LIZZY: Waarom niet?
THERESE: Maria was een reine, onbezoedelde maagd.
LIZZY: Ze was toch in verwachting. Zo onbezoedeld was ze dus niet.
THERESE: Maria werd bevrucht door de Heilige Geest.
LIZZY: Door een geil beest, zeker!
MARIA: Als jullie toch niet overeenkomen, dan zal ik Maria wel spelen.
LIZZY: Vergeet het! Maria was een jonge maagd, geen product waarvan de vervaldatum al lang overschreden was.
MARIA: Zo’n belediging pik ik niet! Hebt ge dat gehoord, Jef?
JEF: (Heeft eigenlijk niets gehoord) Ja...
MARIA: Zeg dan toch iets!
JEF: Den Bobo heeft het probleem veroorzaakt. Hij moet het oplossen.
THERESE: Daar zit iets in.
MARIA: (Tot camera) He baas, wie van ons mag er nu Maria spelen?
BOBO: Ik ben er niet.
MARIA: De lafaard!
FRANS: Ik heb een idee! Ge kunt alle drie voor Maria spelen.
THERESE: Dat kan niet.
FRANS: Toch wel. In die tijd had elke man een harem. Daarom noemen ze dat de goede, oude tijd.
JEF: Amai, dan heb ik ineens drie vrouwen.
MARIA: Ik hoop alleen dat ge de juiste Maria pakt.
THERESE: Dat hoop ik ook, want anders heb ik hem te pakken. (Ze maakt enkele karatebewegingen.)
JEF: Drie vrouwen? Dat ga ik nooit aankunnen.
FRANS: Dat denk ik ook niet. Zou het niet beter zijn dat ik Jozef speel?
MARIA: Daar komt niks van.
FRANS: Ik ben hier de chef, dus ik beslis. Ik speel Jozef.
JEF: Mij goed.
MARIA: Nee, Jef Temmeran, ge moogt zo rap niet toegeven.
JEF: Laat zitten, Maria, eigenlijk speel ik niet zo graag den hoofdrol. Ik ben daar te bescheiden voor.
FRANS: Dat is waar, Jef. Ik heb daar meer uitstraling voor. Nietwaar, Maria’s?
(Hij pakt de Maria’s even vast. Die reageren onmiddellijk op hun eigen manier.)
LIZZY: Profiteur!
MARIA: Handen thuis!
(Therèse geeft hem een trap in zijn kruis en een slag in zijn nek.)
JEF: Ik heb precies juist op tijd van rol gewisseld. Een pak van mijn hart dat ik niet meer mee moet doen!
MARIA: Wie heeft er gezegd dat gij niet meer moet mee doen?
JEF: Dat is toch logisch. De Frans heeft mijne rol overgenomen.
MARIA: Gij krijgt ne nieuwe rol.
JEF: Welke?
MARIA: Wat dacht ge van de Heilige Geest! (Ze gaat dicht bij Jef staan.)
JEF: Daar ben ik niet geestig genoeg voor.
FRANS: Dat is waar.
MARIA: Ne goeie die het zegt…
FRANS: Ik weet het! Jef speelt de Driekoningen.
JEF: Hoe gaat dat nu? Die waren toch met drie.
FRANS: Zoveel mannen hebben we niet.
MARIA: Onze Jef telt voor drie, nietwaar Jef?
JEF: Als gij het zegt...
FRANS: Dat probleem is ook alweer opgelost.
MARIA: Kunnen we dan nu eindelijk repeteren?
JEF: Ik ga er direct aan beginnen. Aangezien ik een triple-rol heb, ga ik eerst een trippel drinken. (Hij wil weggaan.) Kwestie van me in mijne rol in te leven…
FRANS: Wacht eens even, Jef! Als heilige Jozef heb ik wel uw kleren nodig.
JEF: Dat gaat niet. Ik kan de Driekoningen toch moeilijk in mijnen blote flikker spelen.
FRANS: Ge hebt uw ondergoed toch nog aan?
JEF: Ja...
FRANS: De Driekoningen kunnen het best in lingerie gespeeld worden. Dat is symbolisch correcter.
MARIA: Daar begrijp ik niks van.
JEF: Ik ook niet!
FRANS: Het is anders simpel. De koningen die de kleine Jezus bezoeken, zijn geen echte koningen. Door zich zo sober mogelijk te kleden, bewijst de Jef dat die drie koningen maar gewone mensen zijn.
LIZZY: (Eigenlijk begrijpt ze er niets van.) Daar zit iets in.
MARIA: Ik vind het nogal ver gezocht.
JEF: Ik ook.
FRANS: Ge moogt trouwens niet vergeten dat de Jef 3 rollen speelt, hij kan toch niet voortdurend van kleren verwisselen.
LIZZY: Dat is waar! Komaan, Jef, die kleren uit!
FRANS: Wacht, ik ben nog niet uitgepraat. De Jef heeft gewoon 3 plakkaten nodig: één met Balthasar, één met Melchior en één met Kaspar erop. Dan kan hij duidelijk maken wie hij op dat ogenblik speelt.
JEF: Er is geen tijd meer om die plakkaten te maken.
FRANS: Daar hoeft ge u niets van aan te trekken. Daar heb ik al lang voor gezorgd. Kijk maar eens. (Hij laat de drie plakkaten zien.)
JEF: Dat ruikt hier naar voorbedachten rade.
FRANS: Vooruit, Jef, doe die kleren nu uit. Met zo’n plakkaat voor uw kloeke borstkas zal er voor de rest van u niet veel te zien zijn.
JEF: Ik wil mijn kleren hier niet uitdoen, met al die dames erbij.
MARIA: Ik weet waarom. De Jef draagt zo van die lange onderbroeken. Het is nogal een kouwelijke.
LIZZY: Hoe weet gij dat allemaal?
MARIA: De Jef en ik hebben zo ons geheimen, hé Jef.
LIZZY: Als ge wilt, moogt ge een tangake of een stringeske van mij lenen, Jefke.
FRANS: Draagt gij dat?
LIZZY: Ja… maar nu niet.
FRANS: Spijtig…
(Angelina komt opgefladderd. Ze heeft een of ander nachtkleed aan waarop vleugels bevestigd zijn.)
ANGELINA: Hier ben ik! Ben ik geen schattig engeltje?
FRANS: Ik vind u meer een simpele duif.
ANGELINA: Het lachen zal u snel vergaan, Frans...
FRANS: François...
ANGELINA: François De Geyndt, Dolf De Wolf is gearriveerd. Hij is op de benedenverdieping.
FRANS: Dolf De Wolf?
ALLEN: Dolf De Wolf?
ANGELINA: Hij zoekt het stuk ongeluk dat zijn vrouw versierd heeft.
FRANS: Dat is het. Iemand versieren. (Hij richt zich tot Lizzy) Als Dolf De Wolf me hier met u ziet vrijen, dan zal hij me er niet van verdenken dat ik met zijn vrouw gesmost heb.
LIZZY: Maar ik wil helemaal niet met u vrijen.
FRANS: Dat moet ge u niet aantrekken. Ik vrij wel met u.
MARIA: Dat gaat niet. Er is een veel te groot leeftijdsverschil. Dolf De Wolf zal direct zien dat er iets niet klopt.
ANGELINA: Ja, en dan klopt hij erop.
FRANS: Wij zijn wel van dezelfde leeftijd, hé Maria?
MARIA: Ja, maar gij noemt mij altijd kuisvrouw. De chef van de promotiedienst die iets met de kuisvrouw heeft. Dat kan niet, hé François.
FRANS: Angelina?
ANGELINA: Ik wil wel.
FRANS: Echt waar?
ANGELINA: Kom hier, François… (Hij gaat enthousiast naar haar. Angelina neemt zijn hand.) Oei, dat ziet er niet goed uit. Ik lees in uw hand dat wij niet bij elkaar passen. Spijtig he?
FRANS: Dus ge laat mij allemaal stikken?
MARIA: U laten stikken zal Dolf De Wolf niet doen. Dat is een veel te zachte dood.
FRANS: Aan Therèse zal ik het maar niet vragen, zeker?
THERESE: (Zij maakt enkele karatebewegingen en roept strijdlustig…) Kroepoek!
FRANS. In dat geval zit er niks anders op… Komaan, Jef, uw kleren uit!
JEF: Gij gaat mij toch niet versieren?
FRANS: Ge moet niet bang zijn. Ik wil mezelf versieren zodat hij me niet herkent. Maar dan heb ik wel uw kleren nodig…
MARIA: Vooruit, Jef. Dit is een noodgeval. Het leven van Frans...
FRANS: François...
MARIA: ...van François staat op het spel.
LIZZY: We zullen niet lachen. Beloofd!
MARIA: Ja, beloofd. (Maar ze begint al wel te giechelen.)
(Frans begint de kleren van Jef uit te trekken. Die stribbelt tegen.)
THERESE: Ik wil deze verregaande zedeloosheid niet zien. (Ze draait zich om, knielt en begint te bidden.)
LIZZY: Ik zal wel een handje helpen.
(Maria en Lizzy helpen Jef uit zijn kleren en geven ze aan Frans.)
JEF: Stop daarmee.
LIZZY: Dat is de eerste keer dat een man zoiets tegen mij zegt.
FRANS: Mij moogt ge wel helpen…
LIZZY: Kunt gij u nog niet zelf aankleden?
MARIA: We zullen u helpen, maar vanop een veilige afstand.
LIZZY: Hoe doen we dat?
MARIA: We maken een baard van engelenhaar.
ANGELINA: Hola, hola, van de kerstbomen die ik zo mooi versierd heb, blijft ge af…
MARIA: Het is voor de goede zaak.
ANGELINA: Als jullie straks alles maar terug op zijn plaats hangen.
(Lizzy en Maria maken een baard van engelenhaar. Frans is zich volop aan het aankleden. Jef staat er beteuterd en beschaamd bij in zijn lange onderbroek. Hij houdt zijn handen voor zijn kruis. Angelina, Lizzy en Maria barsten in lachen uit.)
JEF: Dat is niet eerlijk. Ge hadt beloofd niet te lachen.
LIZZY: Maar toen wist ik nog niet dat het zo’n belachelijk zicht zou zijn.
ANGELINA: Is iedereen klaar?
JEF: Nee...
ANGELINA: Dat is dan pech voor u. We kunnen niet blijven wachten. Dolf De Wolf kan hier elk ogenblik staan.
FRANS: Snel naar onze plaatsen.
ANGELINA: Komaan, Therèse!
(Therèse staat op, ze ziet Jef in zijn ondergoed. Ze gilt en slaat een kruisteken.) MARIA: Uw baard nog. (Ze hangt Frans zijn baard om.)
LIZZY: Er mankeert nog iets.
MARIA: Er mankeert heel wat aan de Frans.
FRANS: François...
(Lizzy gaat naar een kerstboom en haalt er twee kerstballetjes uit. Ze hangt die aan de oren van Frans.)
LIZZY: Nu is François pas echt versierd.
(Iedereen neemt zijn/haar plaats in. Het kindje Jezus wordt in de kribbe gelegd. De 3 Maria’s en Jozef staan errond. Angelina fladdert rusteloos als een engeltje rond. Jef staat centraal op de scène, nog steeds in de houding van daarnet.)
ANGELINA: Ik vind niet dat Jef er als een koning uitziet.
FRANS: Blaat eens, Jef.
JEF: Waarom?
FRANS: Misschien kunt ge toch beter voor schaap spelen.
JEF: Maak een ander belachelijk.
DOLF: (Briesend op) Waar is hij? Dat ik zijn ballen aan zijn oren hang.
(Frans schrikt en neemt de kerstballen aan zijn oren weg. Dolf kijkt wild rond.)
DOLF: Ik ben hier precies in een carnavalsstoet terechtgekomen. Wacht eens efkes! (Hij gaat dreigend naar Frans. Die beeft en bibbert.) Ofwel zijt gij hier de prins carnaval ofwel zijt gij de liftboy.
FRANS: Dat moogt ge zelf kiezen, meneer De Wolf.
DOLF: Hoe komt het dat gij mijne naam kent?
FRANS: Heel A&C kent uwe naam.
DOLF: En hoe komt het dat heel A&C mijne naam kent?
LIZZY: Omdat gij zo een ferm stuk zijt, meneer Dolf.
DOLF: (Vriendelijk) Uit uwe mond hoor ik zoiets graag. Spijtig dat ik andere plannen heb, want anders hadden wij ons samen eens goed kunnen amuseren.
LIZZY: Dat denk ik ook, meneer Dolf.
DOLF: (Weer briesend) En dat ik geen tijd heb, dat is allemaal de schuld van Franske de pallepoter. Maar hij mag er zeker van zijn. Ik zal hem krijgen. (Hij gaat weer dreigend naar Frans. Opnieuw gebibber en gebeef.) Vooruit, liftboy, breng me naar een andere verdieping. (Dolf geeft Frans een vriendschappelijke klap op de schouders. Deze plooit dubbel van de pijn.)
FRANS: Ja, meneer De Wolf! (Hij duwt in paniek op een knop.) Zeker, meneer De Wolf. (Hij duwt weer op een ander knopje.) Dadelijk, meneer De Wolf. (Hij drukt nogmaals op een knopje. We horen gekraak, gepiep en gefluit. Het licht gaat even aan en uit. Dan volgt er een black-out.)
LIZZY: Wat gebeurt er?
MARIA: We blijven hangen.
FRANS: Dat overkomt me anders nooit.
ANGELINA: Ik voelde direct dat er iets ging mislopen.
DOLF: Daar zit die Frans voor iets achter.
THERESE: Jezus, Maria, Jozef, sta ons bij.
ANGELINA, LIZZY MARIA EN JEF: We doen ons best.

EINDE TWEEDE BEDRIJF EN PAUZE!!!